Knieprothese
Knieprothese
Als de artrose in de knie zich uitbreidt, nemen de klachten toe. Behandeling met medicijnen en fysiotherapie helpen dan vaak niet meer. Ook heeft afvallen niet altijd het gewenste effect. Als u een knieprothese krijgt, dan vervangt de chirurg tijdens een operatie uw kniegewricht door een kunstknie. Met de knieprothese kunt u beter bewegen en heeft u daarbij minder pijn.
Behandeling knieprothese
In deze folder bevindt zich extra informatie door middel van een video. Scan de bovenste QR-code met uw telefoon om deze video te bekijken. Of bekijk de video via:
Een prothese heeft een beperkte levensduur en heeft beperkingen in het gebruik. Daarom wordt de operatie voor jongere patiënten zo lang mogelijk uitgesteld. De orthopedisch chirurg stelt de ernst van de slijtage vast op basis van uw verhaal, het lichamelijk onderzoek en röntgenfoto’s.
Om voor een knieprothese in aanmerking te komen, gelden bepaalde criteria. De belangrijkste criteria zijn:
- U heeft ernstige artrose van de knie.
- U bent ouder dan 55 jaar (op indicatie kan er in specifieke gevallen van worden afgeweken).
- U heeft geen infectie van uw knie of elders in het lichaam.
- U hebt pijnklachten van de knie en/of bewegingsbeperking die de kwaliteit van het dagelijks functioneren drastisch verlagen.
Diagnose stellen
Om u zo goed mogelijk te behandelen, is het essentieel om een goede diagnose te stellen. Het kan zijn dat er elders al een diagnose is gesteld of een operatie bij u is verricht. Wij zullen u echter weer volledig in kaart willen brengen om een goede diagnose en een behandelplan op te stellen. Daarvoor zijn de volgende zaken van groot belang:
Anamnese
Er wordt aan u gedetailleerd gevraagd wat uw klachten zijn. Die kunnen vaak een grote invloed uitoefenen op persoonlijke omstandigheden, zoals werk, sporten en persoonlijke levenssfeer. We proberen dit allemaal goed in kaart te brengen.
Lichamelijk onderzoek
Een uitgebreid lichamelijk onderzoek van de benen is een standaard onderdeel van het eerste polibezoek.
Röntgenfoto of MRI
Om een goede diagnose te kunnen stellen, is vaak aanvullend onderzoek nodig, zoals een röntgenfoto of eventueel een MRI. Soms zijn dergelijke onderzoeken al elders verricht en is het niet noodzakelijk om dit opnieuw te verrichten. Wij verzoeken u dan ook om al het aanvullende beeldmateriaal aan ons te verstrekken, het liefst al voor het eerste polibezoek, zodat wij ons goed kunnen voorbereiden. Indien het onderzoek bijvoorbeeld te gedateerd is, kan het zijn dat we het onderzoek herhalen.
Behandelopties bespreken
Als de diagnose gesteld is (bij voorkeur al aan het einde van het eerste polibezoek), zullen de verschillende behandelopties met u worden doorgenomen. In overleg met u zal een, voor dat moment, beste behandeling worden bepaald.
Informed consent & formulieren
Als we overgaan tot een operatie zal met u de informatie over deze operatie worden besproken. Dit doen we zodat u optimaal bent voorgelicht over de operatie zelf, de gang van zaken rondom de operatie, het revalidatieproces, het te verwachten resultaat en de mogelijke complicaties. Indien u akkoord gaat met de operatie zal dit in uw elektronisch patiëntendossier van het ziekenhuis worden genoteerd; dit heet informed consent. Er zal dan ook een operatieformulier moeten worden ingevuld door uw arts om alles in gang te zetten.
Vooruitgang op kniegebied
Wanneer u voor het eerst op de Mobility Clinic kniepoli komt vragen we u mee te doen aan 'Het knieregister'. Het UMC Utrecht is continue bezig met wetenschappelijk onderzoek naar de ontwikkeling en verbetering van nieuwe en bestaande behandelingen. Om deze onderzoeken te kunnen uitvoeren is het van groot belang dat er gegevens worden verzameld. Daarom hebben we op de Mobility Clinic het knieregister opgezet. Hierin worden enkele medische gegevens en de resultaten van online vragenlijsten die u tijdens uw behandeling ontvangt, opgenomen. De online vragenlijsten gaan over uw knie en behandeling, en zijn onderdeel van uw standaard zorg. Hiermee kunnen wij in de gaten houden hoe het gaat. U kunt er ook voor kiezen om niet met het knieregister mee te doen, maar alleen met de vragenlijsten. Uw gegevens worden dan niet voor onderzoek gebruikt. U mag er ook voor kiezen om met beiden niet mee te doen.
Uitleganimatie vragenlijsten
In deze folder bevindt zich extra informatie door middel van een video. Scan de bovenste QR-code met uw telefoon om deze video te bekijken. Of bekijk de video via:
Uw lichaam
De knie is een scharniergewricht. Het bestaat uit vier botdelen: het scheenbeen met kuitbeen, het dijbeen en de knieschijf. De uiteinden van het kniegewricht zijn bedekt met een laagje kraakbeen. Deze kraakbeenlaag is elastisch en vangt schokken en stoten op, zodat de knie soepel beweegt. Het kraakbeen zorgt voor de soepele beweging van het gewricht. Als het kraakbeen beschadigd is, dan kan dat slotklachten geven en bewegen ruwe botoppervlakken tegen elkaar en gaan schuren. Dit geeft vervelende pijnklachten, vaak zwelling en kan op lange termijn tot ernstige klachten leiden.
Aan de binnen- en buitenzijde van de knie zit de meniscus. Dit is een soort stootkussen dat van belang is voor schokdemping en stabiliteit. Midden in het kniegewricht ligt de voorste kruisband. Deze zorgt ervoor dat u stabiel kunt lopen en staan. Aan de voorzijde zit de knieschijf, die helpt bij buigen, strekken en kracht zetten.
Oorzaak slijtage
Bij ouderen is artrose de meest voorkomende gewrichtsaandoening. Maar er zijn in Nederland naar schatting ook 25.000 jonge patiënten (tussen de 25 en 44 jaar) met artrose. Artrose of slijtage van de knie kan veroorzaakt worden door een ongeval, waarbij er sprake is van een botbreuk die in het kraakbeen van het kniegewricht doorloopt. Ook wanneer een meniscus volledig wordt weggehaald treedt in 75 procent van de gevallen na tien jaar slijtage op van dat deel van de knie waar de meniscus is verwijderd. Slijtage kan ook optreden na infectie, na een kapotte knieband of bij een standsafwijking. In de meeste gevallen is er geen oorzaak te vinden van de slijtage. Bij het ouder worden, vermindert de kwaliteit van het kraakbeen en ontstaat er slijtage. Daarnaast kan het een gevolg zijn van een ziekte of medicijngebruik.
Verschijnselen
Bij artrose hebben mensen vooral last van pijn in de gewrichten. U kunt veel pijn hebben bij het lopen, traplopen of lang staan. Ook bij het opstaan voelt u pijn en ’s nachts in bed. Fietsen geeft daarentegen meestal weinig klachten. Door de pijn kunt u de gewrichten minder goed gebruiken, waardoor ze stijf worden en zelfs niet meer geheel strekken. Als u de knie heeft belast, kan deze dik worden. Omdat u de gewrichten minder gebruikt, verzwakken de spieren ook. Door het verzwakken van spieren krijgt u krachtverlies. Hierdoor komt er ook meer druk op het gewricht zelf te staan, waardoor het beschadigde kraakbeen nog eens extra belast wordt en u meer pijn kunt krijgen. Ook kunt u een zogenaamde X- of O-beenstand krijgen. In dat geval voelt uw knie steeds minder stabiel aan. Deze klachten nemen toe als de slijtage verergert.
Verschillende knieprotheses
Er zijn heel veel verschillende totale knieprotheses beschikbaar. Ze verschillen onder andere in design, soort materiaal en operatietechniek. Wij voldoen aan de meest actuele eisen en richtlijnen die de Nederlandse Orthopaedische Vereniging heeft opgesteld voor het plaatsen van een totale knieprothese. We gaan zelfs een stap verder en kunnen gebruik maken van een nieuwe technologie, namelijk de zogenaamde patiënt matched instrumentation (PMI). Dit houdt in dat we uniek instrumentarium per operatie gebruiken. Daarmee creëren we een situatie, waarbij we nog beter zijn voorbereid en de operatieduur kunnen verkorten, waardoor de kans op complicaties afneemt. Om dit mogelijk te maken moeten we wel een aanvullende röntgenfoto en MRI-scan van uw knie laten maken. Tevens kost het tijd om het instrumentarium te maken.
Levensduur van een knieprothese
Hoe lang een knieprothese mee gaat, kan niemand precies zeggen. De levensduur van een knieprothese is onder meer sterk afhankelijk van uw activiteiten. Zware lichamelijke inspanning en sporten beperken de levensduur van de prothese. Ook als u te zwaar bent, belast u de knie meer. Probeer daarom uw gewicht op peil te houden of af te vallen. De levensduur van de prothese kan ook verkort worden door het optreden van infecties. Meestal wordt de levensduur beperkt doordat één van de onderdelen los gaat zitten. Dit gebeurt meestal pas na tien of vijftien jaar, soms nog later. Slijtage van de prothese zelf komt heel weinig voor. De kunstknie kan eventueel opnieuw worden vervangen, afhankelijk van de situatie op dat moment. Dat is een grote operatie.
Mogelijkheden na het plaatsen van een knieprothese
Het krijgen van een totale knieprothese is geen kleinigheid en met name het herstel vraagt veel wilskracht en inspanning van u en uw naasten. Door een goede voorbereiding kunt u onnodige spanningen of teleurstellingen voorkomen. Na plaatsing van een knieprothese is de pijn meestal verdwenen. Hierdoor kunt u veel beter lopen. In veel gevallen kunt u de knie meer dan negentig graden buigen. Fietsen is meestal ook mogelijk. Het operatiegebied is de eerste maanden vaak nog gevoelig. Wij raden u aan om de nieuwe knie tijdens werk en sport niet zwaar te belasten, zodat de kans op beschadiging of slijtage minimaal blijft.
Voorbereidinguitklapper, klik om te openen
Vragenlijst
Voor de operatie ontvangt u de eerste (online) vragenlijst. Het is belangrijk dat u deze invult. U ontvangt dezelfde (online) vragenlijst drie maanden, zes maanden, één jaar en twee jaar na de operatie. Zo kunnen wij uw herstel volgen en het effect van de behandeling evalueren.
Voor onderzoek door anesthesioloog en verpleegkundige
Voordat u geopereerd wordt, krijgt u een uitnodiging voor een vooronderzoek door een anesthesioloog en door een verpleegkundige: de pre-operatieve screening (POS). De anesthesioloog is de medisch specialist die zorgt voor de verdoving tijdens de operatie en goede pijnstilling na de operatie. Beide afspraken vinden op één en dezelfde dag plaats, maar op verschillende locaties binnen de polikliniek.
Het vooronderzoek door een anesthesioloog van de afdeling anesthesiologie vindt plaats op de POS-poli. Zij beoordelen of u gezond genoeg bent om de operatie te ondergaan. Dit gebeurt door een gesprek, lichamelijk onderzoek, een gezondheidsvragenlijst en indien nodig aanvullend onderzoek. Ook wordt besproken welke vorm van verdoving (anesthesie) u tijdens de operatie krijgt. Patiënten die een TKP krijgen, bij voorkeur met een ruggenprik verdoofd (spinale anesthesie), zodat u na de operatie zo snel mogelijk weer kunt oefenen. Dit verbetert uw herstel.
Tijdens de afspraak met een verpleegkundige van de screening van de Heelkundige Specialismen wordt de verpleegkundige anamnese ingevuld. Dit om een goed beeld te krijgen of eventuele gezondheidsproblemen en ziekten invloed kunnen hebben op het beloop van uw ziekenhuisopname. Ook worden uw persoonlijke omstandigheden besproken en vastgelegd. Hierbij krijgt u ook de gelegenheid om vragen rondom de opname te stellen. Verder krijgt u twee recepten, waarmee u een neuszalf (Bactroban®) en desinfecterende zeep (Hibiscrub®) kunt ophalen bij de apotheek. Het is de bedoeling dat u de neuszalf en desinfecterende zeep vijf dagen gaat gebruiken, startende een dag voor uw operatie. De reden hiervoor is de kans op infectie bij de operatie verder te verkleinen.
Voorbereidingen thuis
Hieronder staan een aantal zaken die u misschien nodig hebt en vóór de opname moet regelen. Mocht dit niet lukken, geeft u dit dan tijdig door aan een verpleegkundige van de verpleegafdeling.
Thuis
- Probeer in uw omgeving hulp te regelen, bijvoorbeeld van uw partner, familie, vrienden of buren. Zij kunnen nodig zijn voor vervoer of hulp in huishoudelijk werk, maar zijn ook belangrijk om alle informatie op te slaan. Twee personen onthouden meer dan één!
- Huur of koop elleboogkrukken. Dit kan bij de thuiszorg, kruisvereniging of bij een particuliere instantie. Deze krukken dient u mee naar het ziekenhuis te nemen.
- Koop een lange schoenlepel.
- Soms is een krukje of stoel in de douche nuttig. Plaats eventueel handgrepen in de douche en het toilet.
- Zorg voor een hoge stoel met leuningen en goede zithoogte. Dit betekent dat uw knieën 90 graden gebogen zijn. Uw voeten moeten op de grond kunnen staan. Vraag eventueel de thuiszorg om advies.
- Zorg voor stevige schoenen, die goed om uw voet sluiten. Instappers zijn handig.
- Zorg ervoor dat u paracetamol in huis heeft.
- Zorg voor een toiletverhoger en eventueel blokken voor onder uw bed om het bed op stoelzithoogte te brengen. Deze zijn verkrijgbaar bij de thuiszorg of kruisvereniging. Het hangt van uw persoonlijke situatie en bijvoorbeeld van uw lichaamslengte of u deze hulpmiddelen nodig heeft.
- Zorg ervoor dat u thuis straks voldoende ruimte heeft om met krukken te lopen. Haal tijdelijk losse kleden en extra meubilair weg en verklein daarmee het valrisico.
- Meldt u aan bij de thuiszorgorganisatie in uw omgeving en bespreek wat de mogelijkheden zijn. Geef hen de datum van de ziekenhuisopname en uw thuiskomst door, zodra u die weet. Een aantal afspraken met de thuiszorg zijn vaak pas tijdens de opname mogelijk.
Voor de operatie
- Het ziekenhuis heeft een bezoekregeling, geef deze alvast door aan uw bezoekers. De bezoektijden zijn dagelijks (ook in het weekend) van 11.00 tot 20.00 uur. Tijdens het rustuur, van 13.00 tot 14.00 uur is er geen bezoek op de afdeling toegestaan. Maximaal worden 2 bezoekers per patiënt toegelaten.
- Ontdekt u een wondje aan één van uw benen, bent u ziek of onzeker of u de operatie wel door moet laten gaan, neem dan tijdig contact op met de polikliniek orthopedie. De medewerker van de polikliniek overlegt dan met u en de arts wat u het beste kunt doen.
- Als u eigen tanden en kiezen heeft, raden wij aan om voor de opname naar de tandarts te gaan. Zo krijgen eventuele gaatjes of ontstekingen geen kans om een infectie te geven.
- Zorg dat u alvast een paar keer fysiotherapie heeft gehad voor uw knie. U bent dan goed voorbereid op de revalidatie na de operatie.
- Leer alvast lopen met krukken en oefen de voorgestelde oefeningen.
- Start één dag vóór de operatie met het gebruik van de neuszalf (Bactroban®) en desinfecterende zeep (Hibiscrub®).
- Gebruik vanaf één dag vóór de operatie geen crème of bodylotion.
- Verwijder vóór de operatie make-up, nagellak en gelnagels.
Wat neemt u mee naar het ziekenhuis?
Er zijn een aantal zaken die u mee moet nemen naar het ziekenhuis:
- Verzekeringspolis ziektekosten.
- Legitimatiebewijs.
- Afsprakenkaart.
- Alle medicijnen die u gebruikt in de bijbehorende verpakking (ook de medicijnen die niet door een arts zijn voorgeschreven zoals drogistartikelen).
- Een actueel overzicht van de medicijnen die u gebruikt (eventueel zelf op te vragen bij uw eigen apotheek).
- De neuszalf (Bactroban®) en desinfecterende zeep (Hibiscrub®), die bij de verpleegkundige screening zijn voorgeschreven.
- Dieetvoorschriften.
- Op de dag van de operatie gaat u al oefenen met uit bed komen en lopen. Neem daarom ruim zittende kleding mee welke u gemakkelijk aan en uit kunt trekken, bijvoorbeeld een korte sportbroek of trainingsbroek.
- Persoonlijke artikelen (zoals bijvoorbeeld nachtkleding, toiletartikelen, kamerjas, stevige slippers of pantoffels, ondergoed, leesbril, boek, tijdschrift, schrijfspullen, handwerk of spelletje, wat geld (maar niet te veel).
- Loophulpmiddel.
Het is verstandig waardevolle spullen en sieraden thuis te laten.
De operatiedag
Nuchter zijn
Zes uur voor de operatie moet u stoppen met eten en het drinken van melkproducten en 'ondoorzichtige vloeistoffen'. Als u ’s middags geopereerd wordt, mag u tot zes uur van tevoren een licht ontbijt eten. Dit lichte ontbijt mag alleen bestaan uit een boterham, beschuit, of cracker met zoet beleg zoals jam of suiker.
Tot aan de ingreep mag u heldere vloeibare dranken zoals water, thee (met suiker, geen melk) of aanmaaklimonade blijven drinken. Wij adviseren u dit te blijven drinken, om te zorgen dat u vocht en suikers binnen blijft krijgen, voor een beter herstel na de operatie.
U neemt ’s ochtends wel gewoon uw medicijnen in, tenzij de anesthesioloog anders met u heeft afgesproken (eventueel met een slokje water).
Op de verpleegafdeling
U ontvangt voor de opname een brief thuis met informatie waar u zich op de operatiedag moet melden.
Op de verpleegafdeling legt een verpleegkundige kort uit hoe de opname eruit zal zien en wat u kunt verwachten. In dit gesprekje kunt u ook zelf nog vragen stellen aan de verpleegkundige. Voor u naar de operatiekamer gaat, komt er nog een orthopedisch chirurg (in opleiding) bij u langs om de laatste zaken met u te bespreken.
Op de verpleegafdeling krijgt u ook alvast medicijnen tegen de pijn. Kort voordat u naar het operatiecomplex gaat vragen we u nog een keer om te gaan plassen. Wanneer het tijd is voor de operatie wordt u naar het operatiecomplex gebracht. U komt binnen in de voorbereidingsruimte, ook wel holding genoemd. Hier doen we nog een aantal laatste controles en krijgt u een infuus (naaldje in de arm). Via dit infuus krijgt u medicijnen om misselijkheid tijdens en na de operatie te voorkomen, pijnstillers en antibiotica. Het kan even duren voordat u naar de operatiekamer gaat. Meestal zijn er in de voorbereidingsruimte ook andere patiënten die op hun ingreep wachten.
Tijdens de behandelinguitklapper, klik om te openen
Bij een totale knieprothese operatie worden aangetaste delen van het gewricht verwijderd en vervangen door een prothese.
De operatie
Na toediening van de verdoving door de anesthesioloog wordt uw knie gedesinfecteerd en steriel afgedekt met lakens. De orthopedisch chirurg maakt een verticale snee van ongeveer twintig centimeter over de voorkant van uw knie. Hij verwijdert de aangetaste gewrichtsvlakken.
Vervolgens past hij met speciale instrumenten het bot aan de vorm van de knieprothese aan, waardoor een goede verankering mogelijk is. Een plastic schijf tussen de metalen delen van de knieprothese zorgt ervoor dat uw kniegewricht soepel scharniert. Als de prothese is geplaatst, brengt de orthopedisch chirurg lokaal pijnstilling aan. Daarna sluit hij de wond met hechtingen of nietjes. Aan het einde van de operatie wordt een drukverband om het geopereerde been aangelegd. Dit is nodig om wondzwelling te voorkomen. De operatie zelf duurt ongeveer negentig minuten.
Na de behandelinguitklapper, klik om te openen
Na de operatie gaat u naar de uitslaapruimte (recovery). Als u alleen een ruggenprik hebt gehad, bent u goed wakker. In de uitslaapruimte krijgt u intensieve controle en behandeling waar nodig. De verpleegkundigen houden hier onder andere uw ademhaling, hartslag en bloeddruk extra in de gaten. U heeft een infuus in uw arm, hiermee krijgt u vocht en antibiotica toegediend.Het infuus blijft tijdelijk in uw arm zitten, omdat u de eerste 24 uur na de operatie in totaal viermaal een gift antibiotica krijgt toegediend. Op de momenten dat u geen antibiotica krijgt toegediend, wordt de slang losgekoppeld van het infuus en wordt er een dopje op geplaatst, zodat u zich vrijer kunt bewegen. U mag terug naar de verpleegafdeling als u voldoende stabiel bent en indien de anesthesioloog dit verantwoord vindt.
Als u terug bent op de verpleegafdeling helpt de verpleegkundige u met het aantrekken van uw eigen kleding. U mag direct na de operatie eten en drinken en het been al volledig belasten. Daarnaast wordt er op de verpleegafdeling regelmatig gecontroleerd of er nog urine in de blaas aanwezig is. Dit gebeurt met behulp van een echoapparaat dat op de buik wordt geplaatst.
Het litteken zit aan de voorkant van de knie en is ongeveer twintig centimeter lang. Het is normaal dat u (enkele dagen) na de operatie pijn heeft. Op de operatiedag en de dag na de operatie krijgt u pijnstilling volgens een vooraf bepaald schema. De verpleegkundige op de afdeling vraagt u de pijn weer te geven in een cijfer op een schaal van 0 tot 10, waarbij 0 geen pijn betekent en 10 de ergst denkbare pijn is. Vermindert de pijn door medicatie onvoldoende, vertelt u dit dan tijdig aan een verpleegkundige. Deze kan uw arts vragen een ander medicijn voor te schrijven. Tevens kan er een doof gevoel zijn rondom het litteken. Dit ontstaat als er kleine huidzenuwen worden doorgenomen bij het maken van de huidsnede. Dit is niet te voorkomen. Het dove gevoel kan na een tijd weer verdwijnen.
Binnen enkele uren na de operatie komt de fysiotherapeut bij u langs. Hij/zij zal u als eerste het (belaste) lopen met hulpmiddelen aanleren en geeft adviezen omtrent de nabehandeling van de operatie. Er wordt gestart met oefeningen op de dag van de operatie, waarbij er met name op wordt gelet of u de knie volledig kunt strekken. Tevens wordt er binnen enkele uren na de operatie geoefend met uit bed komen en lopen met behulp van een hulpmiddel. Zo kunt u al snel na de operatie weer zelfstandig naar de WC gaan. Het drukverband om het geopereerde been wordt na 24 uur op de verpleegafdeling verwijderd. De wond wordt nauwkeurig in de gaten gehouden. Indien de wond blijft lekken zullen we bloed afnemen om infectiewaarden te bepalen.
Beter in beweging
Bewegen is goed, ook als u in het ziekenhuis ligt. Uw conditie blijft beter, spieren blijven sterker, u voelt zich beter én herstelt sneller. Ook is de kans op complicaties kleiner als u meer uit bed komt tijdens uw opname. Toch liggen en zitten patiënten in het ziekenhuis gemiddeld 90 procent van de dag. Om u te helpen meer te bewegen tijdens uw opname vind u hier tips en een video. Is bewegen lastig voor u? Vraag dan hulp van de verpleging of fysiotherapeut.
Een paar tips om in beweging te blijven tijdens uw opname:
- Draag tijdens de opname zoveel mogelijk uw gewone kleding.
- Probeer zoveel mogelijk uit bed te zijn. Zitten is al beter dan liggen.
- Probeer wassen en aankleden zoveel mogelijk zelf te doen, bij voorkeur in de badkamer en niet aan bed.
- Eet en drink zoveel mogelijk aan tafel en niet in bed.
- Haal bijvoorbeeld zelf eens uw koffie uit de automaat op de afdeling.
- Probeer in ieder geval elke ochtend, middag en avond een stukje te lopen.
- Afhankelijk van uw conditie kan dit op de kamer zijn, op de afdeling of zelfs buiten de afdeling. Gaat u de afdeling af, meld dit dan wel even bij de verpleegkundige
Ga voor meer informatie en filmpjes over Beter in Beweging bij het UMC Utrecht naar deze pagina.
Naar huis
U verblijft twee tot drie dagen in het ziekenhuis. U mag naar huis als u:
- Kunt lopen met een loophulpmiddel (inclusief traplopen indien dit nodig is voor thuis)
- Zelfstandig uit en in bed komt
- Zelfstandig opstaat en gaat zitten
- Beheersbare pijn hebt (NRS < 4)
- Kennis hebt genomen van leefregels en oplossingen.
- Met de knie een buiging kunt behalen van minimaal zeventig graden en volledige strekking.
Als u naar huis gaat, kunt u zich weer voor een groot deel zelf verzorgen. U hebt misschien hulp nodig bij bijvoorbeeld het aan- en uitkleden. Ook het huishouden kan problemen opleveren, omdat u thuis met krukken moet lopen. Houd er rekening mee dat u niet zelfstandig naar huis kunt reizen en er dus iemand nodig is die u vanuit het ziekenhuis naar huis of de door u gekozen zorginstelling brengt.
Voor uw ontslag neemt een verpleegkundige nog enkele praktische zaken met u door, zoals de datum van de controleafspraak op de verpleegafdeling, de polikliniek en het medicijngebruik. Het is raadzaam als er iemand uit uw omgeving bij dit gesprek aanwezig is. U krijgt het volgende mee naar huis:
- Verpleegkundige en medische ontslagbrief voor de huisarts
- Fysiotherapie overdracht en verwijzing
- Recepten en afbouwschema voor uw medicatie.
- Controleafspraak op de polikliniek orthopedie (ongeveer drie maanden na de operatie)
- Evaluatieformulier
Versnelde revalidatie bij AxionContinu
In sommige gevallen heeft u na de operatie revalidatie en mogelijk wondzorg nodig. Om te zorgen dat u zo kort mogelijk in het ziekenhuis ligt en zo snel mogelijk kunt starten met revalidatie, werken de zorgverleners van het UMC Utrecht nauw samen met AxionContinu. U kunt bij één van de locaties van AxionContinu in Utrecht zo snel mogelijk herstellen. Zodat u veilig weer naar huis kunt. Op de polikliniek, bij de verpleegkundige screening en tijdens de opname wordt beoordeeld en besproken of u voor dit behandeltraject in aanmerking komt.
Wondverzorging
U gaat met ontslag met de Aquacel Surgical pleister die tijdens de operatie is aangebracht. Deze mag tot één week na de operatie op de wond blijven zitten. Met deze pleister mag u gewoon onder de douche. De operatiewond wordt met hechtingen en nietjes gesloten. Deze kunt u door de huisarts laten verwijderen, 14 dagen na de operatie.
Mogelijke complicaties
Ondanks alle zorg die u en wij aan voorbereiding en de operatie besteden, kunnen er toch complicaties optreden.
- Gedurende de operatie kan er schade optreden aan zenuwen of bloedvaten.
- Er bestaat een kans op infectie van de wond en de prothese.
- Een nabloeding van de wond kan optreden.
- Er kan een instabiel gevoel in uw knie ontstaan.
- Er kan een functiebeperking optreden.
- Er kunnen nog restpijnklachten ontstaan.
- De prothese kan verkeerd geplaatst zijn.
- Er is een kans op trombose. Er wordt u een injectie gegeven om de kans hierop te verkleinen, maar er blijft een kans hierop.
Contact met het ziekenhuis
Op de tweede dag na het ontslag wordt er contact met u opgenomen door een verpleegkundige van onze afdeling. Dit is bedoeld om te controleren of alles voorspoedig verloopt, of alles goed is geregeld en of u nog vragen heeft. Er is een aantal situaties waarin u zelf direct contact op moet nemen met de verpleegafdeling. Neem contact op met de afdeling orthopedie als:
- De wond aan de knie gaat lekken.
- Roodheid of zwelling en pijn aan de operatiewond toeneemt.
- De functie van de knie sterk achteruit gaat, dat wil zeggen dat u de knie minder ver kan buigen of strekken dan voorheen mogelijk was.
- U een lichaamstemperatuur van meer dan 38,5°C heeft, u daar geen goede verklaring voor heeft en dit in combinatie met één van bovenstaande verschijnselen optreedt.
Controleafspraak en vragenlijsten
Na drie maanden komt u terug op de polikliniek voor controle. Neem dan het verslag van uw fysiotherapeut mee. Bij deze controle maken we een nieuwe röntgenfoto van uw knie.
Drie maanden, zes maanden, één jaar en twee jaar na de operatie ontvangt u (online) vragenlijsten. Het is belangrijk dat u deze blijft invullen. Zo kunnen wij uw herstel volgen en het effect van de behandeling evalueren.
Vervolg
Leefregels
Een kunstknie is kwetsbaar. Daarom is het belangrijk dat u zich aan de volgende leefregels houdt:
- Voorkom overgewicht.
- Zorg voor een goede conditie door ruim actief te bewegen, ook al voor de operatie.
- Vermijd zware, belastende activiteiten.
Oefeningen
Er is een aantal oefeningen die u kunt doen om uw revalidatie te versnellen. Deze oefeningen vindt u op de oefeningenpagina knieprothese. Deze zijn ook te vinden in de Mobility Clinic App (Apple en Android). Doe deze oefeningen alleen in overleg met uw eigen fysiotherapeut.
Bij het UMC Utrecht uitklapper, klik om te openen
Zorgverleners
Verpleegafdeling Orthopedie (D4 west)
Wachttijden uitklapper, klik om te openen
Laatst bijgewerkt: 22-02-2021
Wachttijd opname Totale knie operatie: 20 maanden
Belangrijk Dit is de gemiddelde wachttijd. De wachttijd kan per patiënt verschillen. Het is afhankelijk van de reden voor verwijzing.
Meer informatie
Patient Journey App
Download gratis de Patient Journey app van de Mobilty Clinic (Apple en Android) voor video's, achtergrondinformatie en oefeningen. De app biedt ondersteuning tijdens het gehele behandeltraject. Bij instellingen kunt u “knieprothese” aanvinken en uw operatiedatum selecteren.
Lees meer over wachttijdenMeer weten uitklapper, klik om te openen
In het geval dat u of uw kind deze behandeling ondergaat, kunt u onder ‘Agenda’ in het patiëntportaal Mijn UMC Utrecht praktische informatie over de afspraak vinden.
Wat hoort er bij deze behandeling
- Polikliniek Anesthesiologie
- Verpleegafdeling Orthopedie (D4 west)
- Verpleegafdeling Reumatologie (C2 west)
Zorgkosten
Meer over zorgkostenContact uitklapper, klik om te openen
Mobility Clinic
Als u een afspraak wilt maken bij de Mobility Clinic, hebt u eerst een verwijzing nodig van uw huisarts of specialist. Stuur de verwijsbrief naar de polikliniek orthopedie. Bent u al patiënt en heeft u een medisch inhoudelijke vraag? Neem dan contact met ons op via het patiëntportaal. Voor niet-medisch inhoudelijke vragen kunt u bellen naar de poliklinieken van de verschillende specialismen die samenwerken binnen de Mobility Clinic.
Verpleegafdeling Orthopedie (D4 west)
Verpleegafdeling D4 west is bereikbaar via telefoonnummers 088 75 580 40 en 088 75 580 41.
Verpleegafdeling Reumatologie (C2 west)
De verpleegafdeling is bereikbaar via het telefoonnummer