Terug

TAVI

TAVI

Behandeling Transcatheter Aortic Valve Implantation

Een percutane aortaklepimplantatie (Transcatheter Aortic Valve Implantation, TAVI) is een behandeling die wordt toegepast als er sprake is van een ernstige vernauwing van één van uw hartkleppen, namelijk de aortaklep. Een vernauwing van de aortaklep is in westerse landen de meest voorkomende hartklepafwijking. Jaarlijks krijgen in Nederland zo’n duizend mensen op deze manier een nieuwe aortaklep.

In het hart bevinden zich vier hartkleppen. Zij zorgen ervoor dat bloed één richting op kan stromen. De aortaklep bevindt zich op de overgang van de linkerkamer en de lichaamsslagader (aorta).

Er zijn drie oorzaken voor een vernauwing van de aortaklep:

  • Het is aangeboren;
  • Het is een gevolg van acuut reuma;
  • Het is een gevolg van verouderen (degeneratie).

Alleen deze laatste vorm komt in principe in aanmerking voor de percutane aortaklepimplantatie. Als gevolg van verouderingsprocessen raakt de aortaklep verkalkt zodat hij niet meer goed kan openen en sluiten.

In Nederland heeft 2-4% van de volwassenen boven de 65 jaar een matige tot ernstige aortaklepvernauwing.

Percutane behandeling van de ernstig vernauwde aortaklep vindt alleen plaats bij patiënten met een ernstige aortaklepvernauwing waarbij een openhartoperatie een hoog risico met zich meebrengt. Percutaan wil zeggen dat de aortaklep op een katheter wordt geplaatst.

Er zijn meerdere manieren waarop de aortaklep geplaatst kan worden:

  • via de slagader in de lies
  • via de borstwand tussen de ribben
  • via de borstwand boven het borstbeen

Aan de hand van de uitslagen van de diverse onderzoeken wordt met u besproken wat voor u de meest geschikte manier is. Het merendeel (~ 85%) vindt plaats via de slagader in de lies.
Er vindt dus geen openhartoperatie plaats. Het voordeel hiervan is dat u sneller herstelt.

Voorbereidinguitklapper, klik om te openen

In de weken voordat u opgenomen wordt krijgt u een uitnodiging voor een gesprek met de anesthesist. De anesthesist gaat met u na of er bijzonderheden zijn die van belang zijn voor de narcose. Zo is het voor ons bijvoorbeeld belangrijk te weten welke medicijnen u gebruikt en of u ergens allergisch voor bent.

Ook krijgt u een echo van uw hart en een CT-scan van het hart en de complete lichaamsslagader, de aorta. Op de dag van opname worden er nog enkele onderzoeken gedaan:

Eten en drinken

Vaste voeding: U moet nuchter zijn op de dag van de behandeling vanaf 00.00 uur.

Drinken: U mag helder vloeibare dranken drinken. Maximaal 1 glas (max 150ml) per uur tot aan ingreep.

Voorbeelden van helder vloeibaar drinken: water, thee (met suiker of zoetstof) zonder melk, koffie (met suiker of zoetstof) zonder melk , aanmaaklimonade, Roosvicee, frisdrank zonder koolzuur, doorzichtige vruchtensappen, gezeefde bouillon.

Uitzondering: bent u een insuline afhankelijke diabetes patiënt? Overleg met uw arts wat u wel of niet mag eten of drinken en wanneer u uw bloedsuiker moet prikken.

Opname

Meestal wordt u op de dag van de ingreep, of de dag ervoor, opgenomen op de afdeling B4 west. Als u het prettig vindt om door een gastvrouw of -heer begeleid te worden naar de afdeling, dan lopen zij graag met u mee. U kunt dit aangeven bij de receptie.

De verpleegkundige ontvangt u op de afdeling, zij brengt u naar uw bed. Ze neemt een vragenlijst door en geeft u informatie over de gang van zaken op de afdeling, de ingreep en de nazorg. Daarnaast meet de verpleegkundige uw bloeddruk, hartslag, saturatie en temperatuur. De arts loopt langs en neemt een medische vragenlijst met u door over uw gezondheid en doet een algemeen lichamelijk onderzoek. 

Shortstay (kortverblijf)

Tijdens uw opname verblijft u op de shortstay. Hier worden patiënten opgenomen die kort verblijven op de afdeling B4 west. U ligt op een 2- of 4-persoonskamer met een douche en toilet op de kamer. U krijgt een eigen kledingkastje op de kamer en u heeft een eigen nachtkastje naast het bed. Ook kunt u gebruik maken van een Ipad bij uw bed met radio, televisie en verschillende apps.

Aan uw bed vindt u een aparte afstandsbediening die u kunt gebruiken om de verpleegkundige op te roepen. Zodra u de knop indrukt, waarschuwt u de verpleegkundige. U kunt de verpleegkundige oproepen bij pijn, of als u ergens hulp bij nodig hebt.

Op de kamers liggen zowel mannelijke als vrouwelijke patiënten. Op de kamers liggen mensen met verschillende aandoeningen bij elkaar.

Bezoektijden

De bezoektijden zijn van 15.00 uur tot 20.00 uur. U mag maximaal twee bezoekers tegelijk op de kamer ontvangen.

Tijdens de behandelinguitklapper, klik om te openen

HCK

Uw verpleegkundige brengt u in uw bed naar de dagbehandeling van de HCK (hartkatheterisatiekamer) . Daar vindt de ingreep plaats. We raden u aan vlak voor de behandeling nog naar het toilet te gaan. U krijgt van de verpleegkundige een OK-jasje en paracetamol voorafgaand aan de procedure.

U wordt op de behandeltafel geholpen en vervolgens aangesloten op diverse apparatuur. Zo houden we uw hartritme en ademhaling in de gaten. Daarnaast krijgt u een infuusnaaldje in de arm en wordt u door de anesthesist onder algehele narcose gebracht indien de klepvervanging via de borstwand gaat. Bij de meeste patiënten vindt de behandeling plaats via de slagader in uw lies. Dan is lichte sedatie (een 'roesje')  voldoende.

Behandeling via de slagader in de lies of onder het sleutelbeen

Er worden vier buisjes in uw liezen geplaatst. In een slagader en ader in de linker lies en in een ader in de rechter lies en in een slagader in de rechter lies of onder het sleutelbeen.

Via de slagader in de lies of onder het sleutelbeen wordt een ballon via een katheter gebracht naar de vernauwde aortaklep. Door deze ballon op te blazen wordt de vernauwde klep opgerekt. Zo ontstaat ruimte voor de te implanteren aortaklep. Vervolgens wordt een katheter opgevoerd waarin de ‘nieuwe’ aortaklep is gevouwen. Deze klep wordt uitgevouwen ter hoogte van de oude klep.

Door een tweede katheter wordt contrastvloeistof ingespoten zodat de locatie en de werking van de aortaklep kunnen worden beoordeeld. Door het derde buisje in de lies wordt een tijdelijke pacemaker in het hart gebracht. Soms kan het hartritme aanleiding geven deze pacemakerdraden na de procedure te laten zitten.

Als het hartritme volledig is hersteld dan worden deze pacemakerdraden alsnog verwijderd. Door het vierde buisje wordt een kleine echo ingebracht tot in uw hart zodat we uw hart tijdens de behandeling goed in de gaten kunnen houden en de grootte van de klep kunnen meten.

Behandeling via de borstwand tussen de ribben of boven het borstbeen

Tussen de ribben door wordt door de hartpunt of via een sneetje boven het borstbeen in de aorta een katheter opgevoerd. In deze katheter kan de ballon worden opgeschoven tot aan de aortaklep. Door deze ballon op te blazen wordt de vernauwde klep opgerekt zodat er ruimte ontstaat voor de te implanteren aortaklep. Vervolgens wordt een andere katheter opgevoerd waarin de ‘nieuwe’ aortaklep is gevouwen. Deze klep wordt uitgevouwen ter hoogte van de oude klep.

Daarnaast wordt een buisje in de slagader van één van de liezen geplaatst. In de slagader wordt een katheter opgeschoven waardoor contrastvloeistof ingespoten wordt. Dit is noodzakelijk om de positie en de werking van de aortaklep goed te kunnen beoordelen. Ook wordt door een buisje in een ader een tijdelijke pacemaker ingebracht. In een aantal gevallen kan het hartritme aanleiding geven deze pacemakerdraden na de procedure te laten zitten. Is het hartritme volledig hersteld dan worden deze pacemakerdraden alsnog verwijderd.

Na de behandelinguitklapper, klik om te openen

Als de cardiologen en hartchirurgen tevreden zijn met het resultaat, worden alle buisjes uit de liezen verwijderd. Soms blijft het buisje met de pacemakerdraden tijdelijk zitten. Het gaatje in de ader wordt handmatig dichtgedrukt. De gaatjes in de slagaders worden gesloten met hechtingen of met een apparaatje dat onderhuids hecht (Perclose®).

Als de behandeling is uitgevoerd via de borstwand krijgt u een pijnstillend medicijn toegediend bij de wond. Vervolgens hecht de chirurg de wond. Als u via de borstwand bent geholpen wordt u na afloop naar de Intensive Care (IC) gebracht. Als alles volgens schema verloopt en er geen complicaties zijn opgetreden, ontwaakt u hier uit de narcose. De verpleegkundigen van de IC en hartbewaking (CCU) houden u de eerste uren na de procedure voortdurend in de gaten. De dag na de procedure of soms nog dezelfde dag wordt u overgeplaatst naar de verpleegafdeling (B4 west of B4 oost).

Bent u via de lies geholpen gaat u even naar de uitslaapkamer en daarna weer naar de verpleegafdeling.

Op de verpleegafdeling

U wordt door de verpleegkundige opgehaald, deze brengt u terug naar uw kamer op B4W. Op de afdeling mag u direct weer eten en drinken indien u daar behoefte aan heeft. Het is belangrijk dat u aangeeft als het pijnlijk is. U krijgt dat iets tegen de pijn.

Als u op de afdeling komt, sluit een verpleegkundige u aan op de ‘telemetrie’. U krijgt dan een zender (telemetriekastje) met zes draden. Deze draden worden met plakkertjes op uw borstkas bevestigd. De zender registreert continu uw hartritme en zendt deze gegevens door. Zo houden we uw hartritme in de gaten op een monitor bij de centrale balie op de verpleegafdeling. De zender heeft een beperkt bereik waardoor u op de afdeling moet blijven

U heeft na de procedure (platte) bedrust om het aangeprikte bloedvat te laten herstellen. Het drukverband om uw liezen wordt na 4 uur verwijderd. Na het verwijderen heeft u nog 1 uur bedrust. U mag daarna weer uit bed. De verpleegkundige helpt u hierbij.

Op de verpleegafdeling wordt uw hartritme bewaakt en volgen ter controle een aantal onderzoeken:

Weer naar huis

Het streven is dat u 1-2 dagen na de ingreep weer na huis kan. De arts bepaalt of u met ontslag kan. Bij ontslag krijgt u een voorlopige ontslagbrief die uw huisarts ook gefaxt krijgt.

Bloedverdunners

Belangrijk is om de voorgeschreven bloedverdunners volgens voorschrift van het hartteam van het UMC Utrecht in te nemen. Dit zal met u worden besproken bij ontslag uit het ziekenhuis.

Complicaties

Deze behandeling mag alleen worden gedaan bij patiënten met een zeer ernstige vernauwing van de aortaklep waarbij een hartklepvervanging met behulp van een openhartoperatie een hoog risico met zich mee brengt. De kans op ernstige complicaties is echter ook bij deze ingreep aanwezig en is mede afhankelijk van de conditie van uw hart en uw andere organen.

Ondanks alle onderzoeken die van tevoren zijn verricht is er een kleine kans (1-2%) dat de behandeling niet lukt en u alsnog met spoed een openhartoperatie moet ondergaan. De dag voor de behandeling wordt met u doorgenomen of dit in uw geval wel wenselijk is.

Na een klepoperatie bestaat de kans op de volgende ernstige complicaties:

Controle

De poli-afspraak wordt gemaakt met uw eigen cardioloog. Na 12 maanden heeft u een afspraak met één van de TAVI-cardiologen, met voorafgaand een echo van het hart.

Bij het UMC Utrecht uitklapper, klik om te openen

Meer informatie

Ziektebeeld

Polikliniek Cardiologie (polikliniek)

Verpleegafdeling Cardiothoracale chirurgie (B4 oost)

8.7
Gemiddelde beoordeling van onze patiënten

Wachttijden uitklapper, klik om te openen

Laatst bijgewerkt:  22-10-2024

Toegangstijd polikliniek cardiologie: 56 dagen

Belangrijk
Dit is de gemiddelde wachttijd. De wachttijd kan per patiënt verschillen. 

Lees meer over wachttijden

Meer weten uitklapper, klik om te openen

Voor uitgebreide informatie over deze behandeling kunt u de patiëntfolder doornemen.

Lees meer in de patiëntfolder

In het geval dat u of uw kind deze behandeling ondergaat, kunt u onder ‘Agenda’ in het patiëntportaal Mijn UMC Utrecht praktische informatie over de afspraak vinden.

Naar Mijn UMC Utrecht

Wat hoort er bij deze behandeling


Zorgkosten

Meer over zorgkosten

Contact uitklapper, klik om te openen

Verpleegafdeling Cardiologie (verpleegafdeling B4 west)

Wilt u contact opnemen met de verpleegafdeling cardiologie, B4 west?

088 755 72 51

Hebt u nog vragen? Neem dan contact op met de afdeling hartfunctie.

Polikliniek Hartfunctieafdeling

088 755 72 60

De afdeling is bereikbaar op werkdagen van 08.00 - 17.00 uur.

Als u een afspraak wilt maken op de polikliniek cardiologie, hebt u een verwijzing nodig van uw huisarts of specialist.

Polikliniek Cardiologie

088 755 61 89

Bereikbaar van 8.00 tot 17.00 uur.
Overige contactgegevens

De polikliniek cardiologie heeft meerdere spreekuren:

  • aangeboren hartafwijkingen
  • elektrofysiologie
  • harttransplantatie
  • verpleegkundig spreekuur hartfalen

Daarnaast hebben we een nauwe samenwerking met de Bergman Clinics.

Contactgegevens van de diverse spreekuren >

Verpleegafdeling Hartkatheterisatiekamer

Hebt u vragen? Neem dan contact op met het secretariaat van de afdeling hartkatheterisatiekamer.

088 75 561 67

De afdeling is bereikbaar van 09.00 - 17.00 uur.

Verpleegafdeling Hartbewaking (CCU)

Op de hartbewaking mag u bezoek ontvangen tussen 15.00 - 20.00 uur. 

Er mogen maximaal twee personen per keer op bezoek komen. 

Hebt u vragen?  U kunt ons bereiken op: 088 755 6336

Bedankt voor uw reactie!

Heeft deze informatie u geholpen?
Graag horen we van u waarom niet, zodat we onze website kunnen verbeteren.

Werken bij het UMC Utrecht

Contact

Afspraken

Praktisch

umcutrecht.nl maakt gebruik van cookies

Deze website maakt gebruik van cookies Deze website toont video’s van o.a. YouTube. Dergelijke partijen plaatsen cookies (third party cookies). Als u deze cookies niet wilt kunt u dat hier aangeven. Wij plaatsen zelf ook cookies om onze site te verbeteren.

Lees meer over het cookiebeleid

Akkoord Nee, liever niet