Folliculair lymfoom (FL)
Folliculair lymfoom (FL)
Folliculair lymfoom (FL) is een vorm van lymfklierkanker. Het behoort tot de groep van de non-Hodgkin lymfomen. De ziekte ontstaat meestal in een lymfeklier, maar kan ook ontstaan op andere plaatsen van het lymfestelsel, zoals in de milt, de lever of het beenmerg.
In Nederland wordt jaarlijks bij ongeveer 300 mensen folliculair lymfoom vastgesteld. De ziekte komt het meest voor bij oudere mensen; de gemiddelde leeftijd waarop de diagnose wordt gesteld is 65 jaar. De oorzaak van het ontstaan van folliculair lymfoom is onbekend.
Het folliculair lymfoom kan zich presenteren in een mildere maar ook in een agressievere vorm. De patholoog zal na onderzoek van het lymfklierweefsel (zie verder) aangeven om welke vorm het gaat; dit wordt aangegeven met een combinatie van een cijfer (Romeinse I t/m III) en een letter (A of B) waarbij graad I de mildste vorm is en graad IIIB de meest agressieve.
Het folliculair lymfoom is, op een enkele uitzondering na, niet te genezen. Wel kan na behandeling met chemotherapie de ziekte voor lange tijd weg blijven.
Oorzakenuitklapper, klik om te openen
De oorzaak van het ontstaan van folliculair lymfoom is onbekend.
Onderzoek en diagnoseuitklapper, klik om te openen
Anamnese
De arts zal de patiënt vragen naar klachten als gewichtsverlies, koorts, nachtzweten, verlies van eetlust en gezwollen lymfeklieren.
Lichamelijk onderzoek
De arts zal onderzoeken of er sprake is van vergrote lymfeklieren en vergroting van milt en lever.
Daarnaast worden de volgende onderzoeken verricht:
- Bloedonderzoek bestaande uit een bloedbeeld (Hb, leukocyten en trombocyten), nierfunctie, leverfunctie;
- Een PET-CT scan;
- Lymfklierbiopt (vaak wordt een lymfklier in zijn geheel door een chirurg verwijderd om een zo goed mogelijk beeld van de ziekte te krijgen);
- Beenmergbiopt.
Behandelinguitklapper, klik om te openen
Omdat ieder ziektebeeld uniek is, kan de behandelend arts besluiten af te wijken van de behandeling die hieronder is beschreven.
Veelal is na het stellen van de diagnose folliculair lymfoom behandeling niet meteen noodzakelijk. De ziekte houdt zich vaak jaren lang rustig en de meeste patiënten ondervinden in deze periode weinig of geen klachten van de ziekte. Pas als de klachten toenemen of als de lymfklieren gaan groeien zal uw arts overgaan tot behandeling. De keuze voor de behandeling hangt af van de lichamelijk conditie, leeftijd en medische voorgeschiedenis van de patiënt. De behandeling van meeste patiënten bestaat uit een reeks chemokuren gevolgd door een onderhoudsbehandeling met een antistof (Rituximab) gedurende 2 jaar. Gewoonlijk blijft de ziekte na deze behandeling een aantal jaren weg (gemiddeld 3 tot 5 jaar). Wanneer de ziekte terugkomt kunnen patiënten opnieuw met chemotherapie worden behandeld. In uitzonderlijke gevallen wordt een stamceltransplantatie met stamcellen van een donor toegepast.
Er is geen plaats voor chirurgie (behalve voor het lymfklierbiopt dat nodig is voor het stellen van de diagnose). Radiotherapie (bestraling) wordt slechts zelden gebruikt.
Chemotherapie
Er worden bij folliculair lymfoom altijd combinaties van geneesmiddelen en een antistof (Rituximab) gebruikt, omdat deze middelen de kankercellen op verschillende wijzen aanvallen. De meeste patiënten worden in eerste instantie behandeld met R-CVP. Zij krijgen in totaal 6 tot 8 van deze kuren; hierna wordt een onderhoudsbehandeling met rituximab gegeven (iedere 3 maanden 1 infuus over een periode van in totaal 2 jaar). Dit laatste kent weinig tot geen bijwerkingen.
Radiotherapie
Wanneer wordt vastgesteld dat er sprake is van folliculair lymfoom bevindt de ziekte zich meestal in een uitgebreid aantal lymfklieren. Bestraling is niet geschikt voor uitgebreide ziekte; deze dient te worden behandeld met chemotherapie (zie hierboven). In het uitzonderlijke geval dat de ziekte zich beperkt tot 1 of meerdere lymfklieren die zich binnen een klein afgegrensd gebied in het lichaam bevinden (bijvoorbeeld aan 1 kant in de hals) kan besloten worden tot bestraling van de lymfklier(en). In uitzonderlijke gevallen kan dit dan zelfs voldoende zijn om genezing te bereiken.
Nieuwe medicijnen
De afgelopen jaren zijn veel nieuwe medicijnen ter beschikking gekomen. Deze bevinden zich veelal nog in de onderzoeksfase. Sommige medicijnen versterken het effect van de chemotherapie, terwijl andere medicijnen zelfs effectief zijn zonder toevoeging van chemotherapie. Het UMC Utrecht Cancer Center beschikt over toegang tot een aantal nieuwe medicijnen die nog niet op de markt zijn. Deze medicijnen worden alleen verstrekt als u deel neemt aan een klinisch onderzoek waarin deze medicijnen worden getest. Bespreek met uw hematoloog of u voor deelname aan een klinisch onderzoek in aanmerking komt.