Toon- en spraakaudiometrie
Toon- en spraakaudiometrie
Toonaudiometrie is een onderzoek om de gehoordrempel te bepalen. Bij de gehoordrempel bevindt een geluid zich precies op de grens tussen horen en niet horen. Spraakaudiometrie is een test waarmee we onderzoeken hoe goed u gesproken woorden kunt verstaan. Zo bepalen we uw drempel voor spraakverstaan.
Voorbereiding uitklapper, klik om te openen
Er is geen voorbereiding nodig.
Tijdens het onderzoek uitklapper, klik om te openen
Toonaudiometrie
Tijdens de test krijgt u een hoofdtelefoon op of wordt er een blokje dat kan trillen tegen uw hoofd geplaatst. De hoofdtelefoon of het trilblokje wordt aangesloten op een ‘audiometer’. Met een audiometer kunnen we nauwkeurig de frequentie (hoogte) en de intensiteit (sterkte) van de aangeboden toon aanpassen en aanbieden.
Via de hoofdtelefoon of via het trilblokje krijgt u tijdens de hoortest dus toontjes aangeboden bij verschillende frequenties (hoogtes) en met verschillende intensiteiten (sterktes). Sommige hoort u niet en andere weer wel. Telkens wanneer u het aangeboden geluidje hoort, geeft u dit aan. Dit kan door op een knopje te drukken, uw hand even op te steken of door ‘ja’ te zeggen.
Via deze hoortest kunnen we bij verschillende frequenties de hoordrempel bepalen. Soms is het noodzakelijk om uw andere oor tijdens de test te maskeren met ruis, omdat het geluid aan de ene kant zo hard wordt aangeboden dat het op uw andere oor te horen is.
Deze gehoortest wordt meestal uitgevoerd in een speciale cabine. In deze cabine zijn de geluiden van buiten zo goed mogelijk gedempt. Als we een hoortest afnemen in een ruimte met achtergrondlawaai dan is deze minder betrouwbaar. Zelfs zacht verkeerslawaai kan de meting beïnvloeden.
Spraakaudiometrie
U krijgt een hoofdtelefoon op en krijgt daardoor woorden aangeboden. Elk woord bestaat uit drie klanken, achtereenvolgens een medeklinker, een klinker en een medeklinker, zoals in ‘beek’. De woorden worden eerst luid en vervolgens steeds zachter uitgesproken. U herhaalt de woorden zo goed mogelijk, ook wanneer u deze maar ‘half’ hoort.
Het aantal goed nagezegde klanken wordt geteld en in een grafiek als percentage uitgezet tegen de intensiteit (sterkte) van de aangeboden woorden. Deze grafiek noemen we een ‘spraakaudiogram’. Deze test - dit nazeggen - is voor ernstig slechthorenden altijd zeer moeilijk en vaak onmogelijk. De informatie is wel belangrijk om te bepalen wat u met uw gehoor kunt.
Resultaat onderzoek
De hoordrempels worden weergegeven in een toonaudiogram. In een toonaudiogram staat horizontaal de frequentie uitgezet en verticaal de geluidsterkte, in decibel. De zwarte nullijn staat voor iemand met een normaal gehoor. Als u gehoorverlies hebt, zitten uw metingen onder deze zwarte lijn. Een toonaudiogram geeft alleen aan wat u wel en niet hoort en hoeveel versterking nodig is om zachtere geluiden te horen.
Het is belangrijk om te weten hoe goed u uw overgebleven gehoor kunt benutten. Dit geldt vooral voor het verstaan van spraak en het herkennen van omgevingsgeluiden.
Het meten van het spraakverstaan (spraakaudiometrie) is daarom een afzonderlijk onderdeel van een audiometrisch onderzoek. Het resultaat is een ‘spraakaudiogram’. De mate waarin u spraak kunt verstaan, is op basis van een toonaudiogram niet altijd goed te voorspellen. Soms is het beter dan verwacht en soms slechter. Spraakaudiometrie is dus een belangrijke aanvulling op de toonaudiometrie.
Na het onderzoek uitklapper, klik om te openen
De uitslag van het onderzoek en het eventuele vervolgtraject bespreekt uw behandelend arts met u.