Diffuus grootcellig B-cellymfoom (DLBCL)
Diffuus grootcellig B-cellymfoom (DLBCL)
Diffuus grootcellig B cel lymfoom (DGBCL) is een vorm van lymfklierkanker. Het behoort tot de groep van de non-Hodgkin lymfomen. De ziekte ontstaat meestal in een lymfeklier of het beenmerg, maar kan ook ontstaan op andere plaatsen van het lymfestelsel, zoals in de milt of de lever. In uitzonderlijke gevallen bevindt de ziekte zich buiten het lymfestelsel, zoals bijvoorbeeld in de huid of de teelballen.
In Nederland wordt jaarlijks bij ongeveer 800 mensen DGBCL vastgesteld. De ziekte komt het meest voor bij oudere mensen; de gemiddelde leeftijd waarop de diagnose wordt gesteld is 64 jaar. Er zijn verschillende subtypes van het DGBCL; zo is er een vorm die alleen bij oudere patiënten voorkomt (DLBCL of the Elderly), een vorm die zich bij voorkeur op de benen bevindt (Leg-Type DLBCL) en nog een aantal andere subtypes.
Zonder behandeling overlijden patiënten meestal binnen enkele weken tot maanden aan DGBCL. Het DGBCL is gelukkig in gemiddeld 50% van de gevallen te genezen; dit kan alleen door behandeling met chemotherapie (zie verder). De kans op genezing hangt sterk af van een aantal factoren, zoals het subtype lymfoom, de uitgebreidheid (op hoeveel plaatsen zit het?) en van de leeftijd van de patiënt.
Oorzakenuitklapper, klik om te openen
De oorzaak van het ontstaan van DGBCL is meestal onbekend. Soms speelt een virusinfectie (zoals HIV of het Epstein Barr virus) een rol in het ontstaan van de ziekte. Indien bij een patiënt de diagnose DGBCL wordt gesteld wordt dan ook altijd gekeken of hij of zij drager is van een van deze virussen.
Behandelinguitklapper, klik om te openen
Omdat ieder ziektebeeld uniek is, kan de behandelend arts besluiten af te wijken van de behandeling die hieronder is beschreven.
De keuze voor de behandeling hangt af van de lichamelijk conditie, leeftijd en medische voorgeschiedenis van de patiënt. De behandeling van jonge, fitte mensen bestaat uit een reeks chemokuren. Ook patiënten ouder dan 65 jaar worden met chemotherapie behandeld, maar de behandeling is vaak minder intensief dan bij jongeren. Zowel jongere als oudere patiënten hebben een redelijke kans op genezing. Wanneer de ziekte terugkomt kunnen patiënten opnieuw met chemotherapie worden behandeld met kans op genezing. Dit zijn vaak wel zwaardere chemokuren die alleen geschikt zijn voor mensen in een goede conditie. In uitzonderlijke gevallen wordt een stamceltransplantatie met stamcellen van een donor toegepast.
Er is geen plaats voor chirurgie. Radiotherapie (bestraling) wordt slechts zelden gebruikt.
Chemotherapie
Er worden bij DGBCL altijd combinaties van geneesmiddelen en een antistof (Rituximab) gebruikt, omdat deze middelen de kankercellen op verschillende wijzen aanvallen. Hiervoor zijn verschillende combinaties in omloop; de meest gebruikte vorm van chemotherapie is R-CHOP.
Nieuwe medicijnen
De afgelopen jaren zijn veel nieuwe medicijnen ter beschikking gekomen. Deze bevinden zich veelal nog in de onderzoeksfase. Sommige medicijnen versterken het effect van de chemotherapie, terwijl andere medicijnen zelfs effectief zijn zonder toevoeging van chemotherapie. Het UMC Utrecht Cancer Center beschikt over toegang tot een aantal nieuwe medicijnen die nog niet op de markt zijn. Deze medicijnen worden alleen verstrekt als u deel neemt aan een klinisch onderzoek waarin deze medicijnen worden getest. Bespreek met uw hematoloog of u voor deelname aan een klinisch onderzoek in aanmerking komt.
Bij het UMC Utrecht uitklapper, klik om te openen
Wetenschappelijk onderzoek
Anamnese
De arts zal de patiënt vragen naar klachten als gewichtsverlies, koorts, nachtzweten, verlies van eetlust en gezwollen lymfeklieren.
Lichamelijk onderzoek
De arts zal onderzoeken of er sprake is van vergrote lymfeklieren en vergroting van milt en lever.
De volgende onderzoeken worden verricht:
- Bloedonderzoek bestaande uit een bloedbeeld (Hb, leukocyten en trombocyten), nierfunctie, leverfunctie. Ook wordt gekeken naar dragerschap van bepaalde virussen, zoals HIV en hepatitis.
- Een PET-CT scan;
- Lymfeklierbiopt;
- Beenmergbiopt.