Het WKZ paars belicht vanwege Wereld Prematurendag
| Kindzorg

Baby Sten te vroeg op de wereld, eindelijk thuis

Te vroeg, te onverwacht. Baby Sten werd na 25 weken en 2 dagen geboren na een goede zwangerschap. “Ik was lamgeslagen. We belandden in een rollercoaster. Maar Sten was in goede handen”, zegt moeder Marinde. Vandaag, tijdens Wereld Prematuren Dag, wordt extra aandacht gevraagd voor de problemen rond een vroeggeboorte.

“Mama, ik ben aan het bevallen!”, klonk de stem van Marinde destijds door de telefoon. Lenny, zelf neonatologie verpleegkundige in het Wilhelmina Kinderziekenhuis (WKZ) én moeder van Marinde, dacht maar een ding: “Niet nu, alsjeblieft niet. Alle scenario’s gingen in sneltreinvaart door mijn hoofd.” Want als geen ander wist ze dat vroeggeboorte van 25 weken en 2 dagen heel problematisch kon zijn. Een tijd van hoop, verdriet, spanning en onzekerheid volgde. Maar ook een van liefde en lichtpuntjes.

Grote zorgen, maar ook lichtpuntjes

Het was haar eerste zwangerschap. Marinde: “Ik had wat last van mijn onderrug, ik dacht dat normaal was. Om te ontspannen nam ik een warm bad. Later bleek, dat ik gewoon al aan het bevallen was en had zes centimeter ontsluiting.” Ze werd met spoed naar het WKZ gebracht. “Ik was in paniek, want ik ken het werk en de verhalen van mijn moeder. Ik wist dat het fout was. Ging Sten het redden? Moeten we wel behandelen?” Eenmaal in het WKZ belandde ze in een trance: een soort overlevingsmodus, rust. Hopend op het beste. Marinde: “Toen Sten geboren was, besefte ik nog niet goed wat er allemaal was gebeurd. Volgende dag mocht ik buidelen. Zó bijzonder. Vanaf toen kwam ook heel sterk het gevoel dat ik hem echt niet meer kwijt wilde.”

Ondanks de grote zorgen en angst, waren er lichtpuntjes: Sten deed het relatief goed. Hij had wel verschillende infecties. En na vier weken een operatie om een bloedvat in zijn hart te sluiten. Omdat dat open was – en vanzelf hoort dicht te gaan - gaf dat problemen voor zijn longen en andere organen. Gelukkig verdroeg hij zijn voeding goed en begon hij te groeien. Marinde: “Daar waren we heel blij mee. Groei is erg belangrijk. En ondanks de vele complicaties krabbelde Sten steeds op, hij had het gered. Sten is een krachtig jongetje.”  

Oma gaf troost, geen medische zorg

Hoe is dat als je oma én verpleegkundige bent van een kindje dat op de neonatale intensive care (NICU) ligt? Lenny: “Het raakte iedereen op de afdeling, het was voor het eerst dat een collega dit meemaakte. Mijn collega’s hielden me overeind, gaven me tijd en steun om er voor Sten te zijn maar ook voor mijn dochter en schoonzoon. Ik werkte wel en gaf alleen troost aan Sten. Als oma, niet als verpleegkundige. Mijn dienst begon en eindigde altijd met een bezoekje aan Sten.” Marinde: “Het was fijn een paar extra ogen te hebben. Door corona mochten er maar twee ouders per dag op bezoek komen, geen anderen.” 

De medische zorg voor Sten kwam van de artsen en verpleegkundigen. “Een warm bad. De zorg voor Sten, maar ook zeker de begeleiding voor ons als ouders was heel fijn. We kregen veel uitleg, artsen namen de tijd voor ons. Ze deden echt het beste voor Sten”, zegt Marinde. Lenny vult aan: “Als je kind op de NICU ligt, is dat voor ouders een hele zware periode in hun leven. Het is in ons werk dus heel belangrijk om een enorme empathie voor deze groep patiëntjes en hun ouders te hebben, maar ook geduld en een luisterend oor. Het vraagt échte liefde voor je werk.”

Na 24 weken eindelijk thuis!

En het gaat goed met Sten.
Na een lange tijd van hoop, verdriet, spanning en onzekerheid kan het genieten eindelijk beginnen. Marinde: “Ik heb me lang groot gehouden. Het voelde soms alsof ik in elkaar werd geslagen en zodra ik opkrabbelde, ik wéér een tik kreeg. Ik dacht niet aan mezelf, at slecht, het kolven haalde alle energie uit mij. Gelukkig gaven lichtpuntjes me kracht en had ik veel steun aan mijn vriend Olaf, ouders, zusje, de maatschappelijk werker en de verpleegkundigen die me naar huis stuurden als dat nodig was.” 

Ondanks dat hij nog zuurstof krijgt en een sonde heeft, gaat het goed met Sten. Hij maakt contact en begint te lachen. Zijn longen zijn nog niet zo krachtig, maar het gaat al beter. Marinde: “Het kost tijd, maar Sten is een sterk jongetje. We bouwen langzaam af, en gaan 1 a 2 keer per maand naar het WKZ/Meander voor controles. Het is nu heerlijk om hem thuis te hebben!”

Marinde, Sten en Lenny

Marinde, Sten en Lenny

Te vroeg geboren, prematuur

Een op de tien baby’s wordt te vroeg <37 weken (prematuur) geboren. Dat zijn jaarlijks meer dan 15.000 te vroeg geboren baby’s in Nederland. Zo’n 600 kleuterklassen vol. De afdeling neonatologie in het Wilhelmina Kinderziekenhuis is er voor alle baby’s met een moeilijke start. Jaarlijks worden er zo’n 1.200 baby’s opgenomen. Zo’n 60-80 kindjes zijn extreem vroeg geboren: dat wil zeggen minder dan 28 weken. In Nederland is het de richtlijn om extreem vroeg geboren kinderen te behandelen en in leven proberen te houden vanaf 24 weken. Zij liggen vaak weken- of maandenlang in het ziekenhuis en lopen een groot risico op hersenbloedingen, hart- en longproblemen en infecties.

In het kader van Wereld Prematuren Dag is hoogleraar neonatologie Manon Benders op woensdag 17 november te gast bij Tijd voor Max (17.10 uur op NPO 1)

Op Wereld Prematuren Dag kleurt het WKZ paars (de mengkleur van de babykleuren roze en blauw) om extra aandacht te vragen voor deze kinderen (zie bannerfoto)

Werken bij het UMC Utrecht

Contact

Afspraken

Praktisch

umcutrecht.nl maakt gebruik van cookies

Deze website maakt gebruik van cookies Deze website toont video’s van o.a. YouTube. Dergelijke partijen plaatsen cookies (third party cookies). Als u deze cookies niet wilt kunt u dat hier aangeven. Wij plaatsen zelf ook cookies om onze site te verbeteren.

Lees meer over het cookiebeleid

Akkoord Nee, liever niet