4,5 miljoen euro voor onderzoek naar kanker
Onderzoekers van het UMC Utrecht ontvangen samen bijna 2,2 miljoen euro van KWF Kankerbestrijding. Daarnaast dragen KWF en de Hartstichting samen 2,3 miljoen bij voor onderzoek van het UMC Utrecht en Amsterdam UMC. Daarmee worden in totaal vijf aanvragen van het UMC Utrecht gehonoreerd: van onderzoek naar het voorkomen van hartschade na een behandeling tegen kanker tot onderzoek naar nieuwe technieken om uitzaaiingen zichtbaar te maken.
De behandeling met chemotherapie zorgt vaak voor schade aan het hart. Dat leidt uiteindelijk vaak tot hartfalen. Onderzoekers van het UMC Utrecht en het Amsterdam UMC doen onderzoek naar het voorkomen van hartschade bij mensen met lymfeklierkanker. Eén op de tien patiënten die R-CHOP chemotherapie krijgt tegen lymfeklierkanker, krijgt te maken met hartfalen. Het hart heeft dan minder pompkracht. En dat is ook gevaarlijk: twee derde van de mensen met hartfalen overlijdt vijf jaar na de eerste ziekenhuisopname aan hartfalen.
Het is dus belangrijk om hartfalen te helpen voorkomen, zegt internist-hematoloog aan het UMC Utrecht Anna van Rhenen. Zij doet het onderzoek samen met Marijke Linschoten, arts-onderzoeker cardiologie aan het Amsterdam UMC. “Steeds meer mensen genezen van kanker, of leven er langer mee. Er zijn dus ook steeds meer mensen die moeten leven met de gevolgen van de ziekte en de kankerbehandeling. Als we de schade aan het hart kunnen terugdringen, kunnen we ook de kwaliteit van leven verbeteren.” Het onderzoek richt zich nu op lymfeklierkankerpatiënten, maar kan mogelijk ook van nut zijn voor andere soorten kanker.
De onderzoekers richting zich op twee vraagstukken: helpt het om dexrazoxaan toe te dienen, vóór de chemotherapie en kan beter voorspeld worden wélke mensen te maken gaan krijgen met hartfalen? “Dexrazoxaan is een al langer bestaand middel, dat nu nauwelijks gebruikt wordt in de dagelijkse praktijk. Wij gaan onderzoeken of het helpt het middel preventief toe te dienen. Daarnaast gaan we met dit onderzoek data verzamelen om beter te kunnen voorspellen welke patiënten risico lopen om hartschade door chemotherapie te krijgen.”
Lees meer over de andere gehonoreerde onderzoeken.
Meer en beter onderzoek naar behandeling van bot-uitzaaiingen
Roxanne Gal gaat met haar KWF-grant (€ 835.377,30) het onderzoek naar de behandeling van uitzaaiingen in de botten verbeteren. Door nieuwe behandelmogelijkheden blijven steeds meer kankerpatiënten in leven. Een deel van hen krijgt te maken met complicaties, waaronder pijnlijke uitzaaiingen in de botten.
Onderzoek naar de optimale behandeling van dergelijke uitzaaiingen in de botten verloopt vaak moeizaam. Dit komt onder andere doordat er te weinig patiënten aan onderzoek meedoen. Gal gaat daarom een bestaand cohorten met patientendata samenvoegen met een cohort van het Erasmus MC en ook uitbreiden naar andere academische ziekenhuizen (LUMC en RadboudUMC) zodat beter onderzoek mogelijk wordt.
Reactieve zuurstof en DNA-mutaties
Tobias Dansen ontvangt een KWF-grant (€ 730.493,90) en gaat samen met Ruben van Boxtel van het Prinses Máxima Centrum fundamenteel onderzoek doen naar de rol van reactieve zuurstof bij het ontstaan van DNA-mutaties. Sommige van deze DNA-mutaties kunnen uiteindelijk tot kanker leiden. Het is bekend dat bij sommige stofwisselingsprocessen in de cel te veel reactieve zuurstof kan vrijkomen. Deze moleculen kunnen DNA oxideren en beschadigen. Om dit tegen te gaan slikken sommige mensen antioxidanten zoals vitamine C en vitamine E.
Maar de rol die reactieve zuurstof precies speelt bij het ontstaan van DNA-mutaties, en uiteindelijk dus mogelijk ook bij kanker, is nog grotendeels onbekend. Zo lijkt het onder andere uit te maken waar in de cel – bijvoorbeeld in de celkern of juist in de mitochondriën – precies de reactieve zuurstof ontstaat. De antwoorden op deze vragen over reactieve zuurstof kunnen onder andere helpen bij het geven van adviezen over het voorschrijven van antioxidanten.
Uitzaaiingen zichtbaar maken met nieuwe technieken
Met zijn KWF-grant (€ 383.460,30) gaat Onno Kranenburg in samenwerking met Max Lahaye van het Nederlands Kanker Instituut, het onderzoeksinstituut van het Antoni van Leeuwenhoek, onderzoek doen naar nieuwe technieken om uitzaaiingen in de buikholte bij patiënten met darmkanker zichtbaar te maken. De enige mogelijke behandeling hiervoor is een zeer zware operatie. Het is daarom van belang om vooraf zo goed mogelijk te kunnen inschatten wie er wel en niet baat hebben bij een dergelijke ingreep.
Om de uitzaaiingen vooraf zo goed mogelijk in beeld te kunnen brengen is eerder al een nieuwe beeldvormingstechniek ontwikkeld: ‘diffusie-gewogen magnetische resonantie’ (DW-MRI). De onderzoekers willen DW-MRI nu gaan combineren met PET-scans waarbij een nieuw ontdekt specifiek eiwit (het FAP-eiwit, dat in 90% van de buikholte-uitzaaiingen voorkomt) zichtbaar wordt gemaakt. Dit doet hij met FAPI, een radioactief gemaakte stof die sterk aan FAP bindt. Met dit ‘opsporingsmolecuul’ worden de buikholte-uitzaaiingen zichtbaar op de PET-scan.
Met een combinatie van DW-MRI en FAPI-PET verwachten Kranenburg en Lahaye de diagnose van uitzaaiingen in de buikholte sterk te kunnen verbeteren.
Voorspellen van complicaties met een algoritme
Hjalmar van Santvoort doet onderzoek naar de behandeling van alvleesklierkanker. Vaak krijgen patiënten een zeer ingrijpende operatie. Na de operatie is er grote kans op levensbedreigende complicaties. Eerder bleek al dat een algoritme kan helpen gevaarlijke complicaties, zoals het lekken van alvleeskliersappen in de buikholte, te voorspellen en te voorkomen. Dit algoritme bleek effectief, hoewel patiënten de monitoring na hun operatie als zeer intensief ervaarden.
Van Santvoort gaat zijn KWF-grant (€ 231.552,00) inzetten om het algoritme verder te optimaliseren. Hiervoor wil hij onder meer de patiëntenselectie vooraf en de afkapwaarden waarmee het algoritme vitale functies en bloedwaarden meet gaan verbeteren. Het onderzoek wordt uitgevoerd in samenwerking met het St Antonius ziekenhuis in het Regionaal Academische Kankercentrum Utrecht (RAKU).