Kinderfysiotherapie begint met luisteren
Na 42 jaar Wilhelmina Kinderziekenhuis Utrecht neemt hij afscheid: gepromoveerd kinderfysiotherapeut, senior onderzoeker en hoofddocent Klinische Gezondheidswetenschappen Janjaap van der Net. Al die tijd had hij één doel: kinderfysiotherapie inzetten om zieke kinderen te laten meedoen, in hun leefomgeving. Tijdens zijn indrukwekkende loopbaan heeft hij daarin veel bereikt.
Het WKZ sportief-programma, het sportdakterras, de Child Health Campus: alles waar Janjaap aan meewerkt, getuigt van zijn tomeloze inzet. Hij is onstuitbaar in zijn missie om levens beter en gezonder te maken. Dat doet hij door kinderen zoveel mogelijk plezier in bewegen te geven.
Alle ruimte in het WKZ: letterlijk
In 1979 kwam Janjaap als kersverse, drieëntwintigjarige fysiotherapeut in het WKZ werken. Hij bleef 42 jaar, terwijl hij eigenlijk maar voor een jaar wilde blijven. Zijn plan: zoveel mogelijk leren en dan in een streekziekenhuis gaan werken. Maar dat leren ging maar door, tot op de dag van vandaag. Janjaap: ‘Ik wist altijd al dat ik kinderen met een lichamelijke beperking wilde behandelen, want vroeg in hun leven kun je het meeste bereiken. In 1987 voltooide ik mijn opleiding als kinderfysiotherapeut, voor die tijd bestond het specialisme niet eens. In het WKZ kreeg ik alle ruimte om dit vakgebied te ontwikkelen.’
Dat begon relatief klein, maar wel met een hele belangrijke les. ‘Aan kinderen met reuma bijvoorbeeld, werd tot aan de jaren tachtig ‘rust’ voorgeschreven. Dat betekende dat ze in hun ziekenhuisspijlenbedje anderhalve meter bewegingsvrijheid hadden. Dan leer je natuurlijk niet hoe je moet bewegen. Ik dacht: wat gebeurt er nu als we hen eruit halen? Nou, dan gaan ze dus spelen. En daar houden ze mee op als ze moe zijn of pijn krijgen. Kinderen kunnen hun gedrag blijkbaar heel goed zelf reguleren – als je hen maar de ruimte geeft. Letterlijk.’
Samen, want daar wil ik heen: inclusie
Daar bleef het niet bij. Met zijn stelregel als leidraad, voorafgaand aan ieder onderzoek en elke behandeling: ´op je handen zitten, kijken en begrijpen´ zijn inmiddels grote, innovatieve stappen gemaakt. ‘We hebben bijvoorbeeld het Kinderbewegingslandschap: de kinderfysiotherapeut observeert daar het spontane spel- en bewegingsgedrag van kinderen. En ‘WKZsportief’, waarin we (chronisch) zieke kinderen stimuleren om onder begeleiding aan (sport)activiteiten deel te nemen, ook als ze in het ziekenhuis liggen. WKZsportief was een springplank naar de Child Health Campus: een initiatief waarin we buitenlocaties realiseren waar we kinderen met en zonder een beperking uitdagen actief te zijn. Op hun eigen manier, naar hun eigen interesses, samen met andere kinderen. Bijvoorbeeld op het sportdakterras of het multifunctionele speelplein bij de Dr. Redlschool. Samen, want daar wil ik heen: inclusie. Elkaar leren kennen. Zodat het later heel gewoon is dat je beste vriend in een rolstoel zit of dat je collega een lichamelijke beperking heeft. Deze campus krijgt ook een activiteitenprogramma, bijvoorbeeld om studenten actief in contact te brengen met zieke kinderen. Bovendien biedt de campus Child Health-onderzoekers een plek om elkaar te ontmoeten en ‘living labs’ te ontwikkelen.’
Nieuwsgierigheid en ontdekken
Janjaap zette in zijn loopbaan grote stappen, van piepjonge fysiotherapeut tot hoofd van het kinderbewegingscentrum, associate professor Kindergeneeskunde en Klinische gezondheidswetenschappen, tot voorzitter van de Landelijke Vereniging voor Kinderfysiotherapie. Volgens Janjaap vooral het gevolg van de enorme ontwikkelingen die de kindergeneeskunde doormaakte. ‘Nieuwe medische inzichten verhogen de levensverwachting van zieke kinderen voortdurend; veel dodelijke ziekten worden chronische ziekten en veel chronische ziekten verlopen milder. Daarmee komt er steeds meer ruimte voor gezondheidsbevordering – een gebied waar kinderfysiotherapie een belangrijke rol speelt. Kinderfysiotherapeuten staan, net als andere behandelaars, voor de uitdaging de ontwikkeling van zieke kinderen zó te begeleiden dat hun toekomstige gezondheidsschade zo klein mogelijk wordt en hun toekomstige gezondheidsverwachting zo groot mogelijk. Om dat te bereiken moet de kinderfysiotherapie zich voortdurend ontwikkelen. En ik ook, want de essentie van mijn loopbaan is samen te vatten in één woord: nieuwsgierigheid. Er valt zoveel te ontdekken.
Verhalenbank als bron van kennis en inspiratie
Naar voorbeeld van de succesvolle verhalenbank van onze afdeling psychiatrie, initieert Janjaap een verhalenbank op te zetten. In plaats van een bijeenkomst voor zijn afscheid - dat kan toch niet, in deze COVID-tijden - laat hij veel liever iets na: ‘De bedoeling van de verhalenbank is om de komende jaren zoveel mogelijk verhalen te verzamelen van chronisch zieke kinderen en de mensen om hen heen. Zodat we een steeds grotere collectie krijgen, als een bron van kennis en inspiratie. Voor de kinderen zelf, hun naaste omgeving, studenten en onderzoekers. Via Vrienden UMC Utrecht & Wilhelmina Kinderziekenhuis kun je doneren aan dit project. De verhalen ga ik allemaal lezen, in mijn nieuwe huis in het prachtige Limburg!’