In wetenschappelijk onderzoek moet er standaard apart naar mannen en vrouwen worden gekeken. Daarvoor pleit Robin Hartman. In zijn onderzoek aan het UMC Utrecht laat hij zien dat de biologische verschillen tussen mannen en vrouwen groter zijn dan gedacht. Sekse blijkt namelijk invloed te hebben op genregulatie: het aan- en uitzetten van genen in cellen. Dat heeft ongetwijfeld ook gevolgen voor de behandeling van ziekten. Op 26 november promoveerde Robin op zijn onderzoek.
De biologische verschillen tussen mannen en vrouwen bestaan uit verschillende geslachtschromosomen (XX bij vrouwen en XY bij mannen) en verschillende geslachtshormonen (oestrogenen bij vrouwen en testosteron bij mannen). Deze biologische verschillen dragen bij aan een andere ziekteontwikkeling tussen mannen en vrouwen. Een goed voorbeeld is het vaker voorkomen van niet-reproductieve kanker bij mannen, en het vaker optreden van auto-immuunziekten bij vrouwen. Ook bestaan er verschillen in ontwikkeling van slagaderverkalking, of atherosclerose.
Andere celbiologie
Robin legt uit: “We wisten al dat bij atherosclerose vrouwen vaker stabiele plaques ontwikkelen en mannen vaker instabiele plaques. Maar de onderliggende biologie ervan, kenden we niet. Mijn proefschrift laat zien dat sekse de genregulatie beïnvloedt; het aan- en uitzetten van genen in cellen. Dat heeft gevolgen voor het weefsel en dat zou kunnen verklaren waarom atherosclerose zich bij mannen eerder centreert rondom ontstekingsreacties, terwijl bij vrouwen met slagaderverkalking de gladde spiercel meer centraal staat. In ieder geval is duidelijk dat een andere celbiologie een rol speelt bij mannen en vrouwen.”
Sekse en genregulatie
Onderdeel van zijn onderzoek was een analyse van recente literatuur over genregulatie bij hart- en vaatziekten. “Van de 3071 studies die terugkwamen met onze zoekterm in een literatuur database, vonden we slechts 75 studies waar aan zowel mannen als vrouwen deel namen. En van die 75 waren er slechts 13 die apart naar de data van mannen en vrouwen keken.” Daarna keek Robin of die verschillen in genregulatie in de loop van het leven verandert. Hij onderzocht endotheelcellen vlak na de geboorte van tweelingen die uit een jongen en een meisje bestaan. Hieruit bleek dat 14 tot 25 procent van de RNA-patronen – een stap in de genregulatie – onderhevig was aan sekse. “Later vonden we dat deze verschillende RNA-patronen ook in het volwassen stadium verschilden en dat ze betrokken waren bij de ontwikkeling van slagaderverkalking.”
Ook andere weefsels
Om te kijken of die verschillende genregulatie bij mannen en vrouwen ook invloed heeft op andere soorten weefsels, hebben Robin en zijn collega’s naar 24 verschillende soorten weefsels gekeken. “Ook hieruit werd weer duidelijk dat sekse de activiteit van genen beïnvloedt, namelijk bij ruim 20 procent van de ruim 13.000 genen die bestudeerd waren over 24 weefsels. In het ene weefsel waren de verschillen groter dan in het andere, maar in alle onderzochte weefsels waren verschillen zichtbaar. Man- en vrouwspecifieke genen waren betrokken bij verschillende processen in de cel, van ontstekingsreacties tot de respons van cellen op lage concentraties zuurstof.”
Betere behandeling
Dit alles leidt tot één duidelijke conclusie: de biologie van vrouwen is anders dan die van mannen. Ieder wetenschappelijk onderzoek zou volgens Robin dan ook net zoveel vrouwen als mannen moeten includeren en de resultaten daarvan apart beschrijven. “Daaruit kunnen zowel voor vrouwen als voor mannen betere behandelingen komen.” Om dat voor elkaar te krijgen is het nodig artsen en onderzoekers hierin op te leiden en onderzoeksinstituten moeten hun onderzoek anders inrichten. Wat Robin betreft moet dat zo snel mogelijk.
Op 26 november promoveerde Robin Hartman op het proefschrift met de titel: Sex and gene regulation in cardiovascular health and disease. Het onderzoek is gefinancierd door de Hartstichting.