Terug
Bepaling Apotheek

Tobramycine

Startpagina Bepalingenwijzer
Synoniemen
Obracin
Materiaal

EDTA-buis/2 ml, roze dop (E2)

Afnamevolume

Gewenst: 0,5 ml bloed
Minimaal: 0,25 ml bloed

Afnamecondities

-Dalspiegel: bloed afnemen voor de gift
-Topspiegel: bloed afnemen 30 minuten na einde infuus

Bepalings­frequentie

Dagelijks
Materiaal dient op werkdagen voor 12.00 uur op het laboratorium aanwezig te zijn.
In het weekend en op feestdagen dient het materiaal voor 11.00 uur op het laboratorium aanwezig te zijn.

Algemene informatie

Synoniemen
Obracin

Aanvraag, materiaal en afname

Materiaal

EDTA-buis/2 ml, roze dop (E2)

Afnamevolume

Gewenst: 0,5 ml bloed
Minimaal: 0,25 ml bloed

Afnamecondities

-Dalspiegel: bloed afnemen voor de gift
-Topspiegel: bloed afnemen 30 minuten na einde infuus

Verzendcondities

Kamertemperatuur

Bewaarcondities

Kortdurend (<24 uur), plasma 4° C; langdurige opslag bij –20 °C

Monsterontvangst

Centrale Balie (G.03.330)
Balie Apotheek (D.00.313)

Verzendadres

UMC Utrecht
Klinisch farmaceutisch en toxicologisch laboratorium
HP D.00.204
Heidelberglaan 100
3584CX Utrecht

Analyse en interpretatie

Methode

LC-MS/MS

Bepalings-frequentie

Dagelijks
Materiaal dient op werkdagen voor 12.00 uur op het laboratorium aanwezig te zijn.
In het weekend en op feestdagen dient het materiaal voor 11.00 uur op het laboratorium aanwezig te zijn.

Referentie-waarden

Volwassenen en kinderen vanaf 16 jaar: [1]
Dalspiegel 1 dd doseren: <1,0 mg/L (alle indicaties)
Topspiegel 1 dd doseren: 15-20 mg/L; 25-30 mg/L bij CF

Neonaten en kinderen t/m 16 jaar:
Dalspiegel: <1,0 mg/L
Topspiegel: 8-10 mg/L

Nierfunctievervangende therapie:
zie TDM monografie NVZA: Tobramycine [1]

Klinische betekenis

Het bepalen van de dalspiegel van tobramycine wordt noodzakelijk geacht, in verband met het optreden van ototoxiciteit en nefrotoxiciteit, welke gerelateerd zijn aan de hoogte van de dalspiegels. Klik hier voor meer therapeutische informatie.[2]

Aanvullingen

Bij stabiele en goede nierfunctie (Clcr > 80 ml/min) wordt dalconcentratie op dag 2-3 en vervolgens 1 maal per week bepaald. Het bepalen van topspiegels wordt slechts gedaan bij patiënten met een sterk afwijkend verdelingsvolume (b.v. IC-patiënten) en bij CF-patiënten; bij andere patiëntengroepen is dit zelden zinvol, omdat de concentratie vrijwel altijd adequaat is. Indien de dalspiegels te hoog zijn (>1,0 mg/L) volgt een verlenging van het doseringsinterval, alsmede intensievere monitoring in verband met mogelijke cumulatie; er worden dan frequenter spiegelbepalingen verricht zodat gedoseerd kan worden op geleide van uitkomsten.
Ook bij instabiele of verminderde nierfunctie dienen frequenter spiegels te worden bepaald. Spiegelbepalingen vinden dan plaats na de eerste gift opdat snel bijgestuurd kan worden, en er wordt gedoseerd op geleide van de uitkomsten. De frequentie van meten hangt af van de nierfunctie, van de veranderingen in nierfunctie, van de toestand van de patiënt en van de ziekteverwekker.

Zie TDM monografie NVZA: Tobramycine

Referenties

[1] NVZA monografie Tobramycine, geraadpleegd op 08/01/2021
[2] Farmacotherapeutisch Kompas: Tobramycine; geraadpleegd op 08/01/2021

Accreditatie

ISO 15189 (M219), KF.TDM.02

Werken bij het UMC Utrecht

Contact

Afspraken

Praktisch

umcutrecht.nl maakt gebruik van cookies

Deze website maakt gebruik van cookies Deze website toont video’s van o.a. YouTube. Dergelijke partijen plaatsen cookies (third party cookies). Als u deze cookies niet wilt kunt u dat hier aangeven. Wij plaatsen zelf ook cookies om onze site te verbeteren.

Lees meer over het cookiebeleid

Akkoord Nee, liever niet