Begeleid ouderen beter bij hun medicijngebruik
Een ontbijtbord vol met pillen tegen verschillende chronische aandoeningen. Vooral voor veel ouderen is dat de dagelijkse praktijk. En dat gaat niet altijd goed. Soms met een ziekenhuisopname of zelfs overlijden als gevolg. Uit onderzoek van Vivianne Sloeserwij aan het UMC Utrecht blijkt dat speciaal opgeleide apotheker-farmacotherapeuten in de huisartsenpraktijk hierin een belangrijke positieve rol kunnen spelen. Op 24 november promoveerde zij op haar onderzoek.
Uit eerder onderzoek van enkele jaren geleden blijkt dat zo’n tien procent van de acute ziekenhuisopnames van kwetsbare ouderen in Nederland te maken heeft met medicatiegebruik. Bijna de helft hiervan zou te voorkomen kunnen zijn. “En ziekenhuisopnames zijn dan de ernstige situaties. Veel vaker komt het voor dat de behandeling van deze patiënten niet optimaal is omdat ze of te veel of te weinig medicijnen slikken. Ook kunnen zij last hebben van vervelende bijwerkingen terwijl dat misschien niet nodig is.” Door de toenemende vergrijzing en doordat de zorg voor deze groep patiënten complexer wordt, zal dit probleem in de toekomst alleen nog maar groter worden.
Persoonlijke begeleiding
In navolging van soortgelijke initiatieven in Engeland, Canada en Australië, is Nederland in 2014 het POINT-onderzoek gestart. Hierin werd een nieuw zorgmodel onderzocht, waarin een apotheker-farmacotherapeut in de huisartspraktijk werkt, zonder apotheek. Voor het onderzoek werden negen apotheker-farmacotherapeuten opgeleid, die vanuit de huisartsenpraktijk, samen met de huisarts, patiënten persoonlijk begeleidden met hun medicatie. Daarnaast voerden de apotheker-farmacotherapeuten kwaliteitsprojecten uit en verzorgden scholing over farmacotherapie aan het huisartsenteam. Nadat de POINT-studie afliep, bleven vijf van de negen farmacotherapeuten werkzaam in de huisartspraktijk. Vivianne onderzocht de toegevoegde waarde hiervan.
Bij mensen thuis
Een in de huisartsenpraktijk werkende apotheker-farmacotherapeut bespreekt met patiënten welke medicatie ze slikken, in welke doseringen. Dat doen ze het liefst bij de mensen thuis, zodat ze ook zicht krijgen op welke zelfhulpmiddelen mensen mogelijk nog op eigen initiatief innemen. Vivianne: “Soms blijkt dat de voorgeschreven medicatie niet wordt geslikt, of dat oude medicatie nog steeds wordt geslikt zonder dat de huisarts dat weet. Ook kan blijken dat mensen soms vergeten medicatie in te nemen, of dat juist te vaak doen. Daarnaast kunnen mensen last hebben van vervelende bijwerkingen die met een andere combinatie van middelen misschien te voorkomen is. De apotheek-farmacotherapeut inventariseert welke medicatie in de dagelijkse praktijk geslikt wordt en zet dat af tegen de optimale inname. Als dat niet met elkaar overeenstemt, maakt hij met de huisarts en de patiënt een plan voor hoe dat beter kan en begeleidt de patiënt vervolgens om daar te komen.”
Minder ziekenhuisopnames
Uit het onderzoek van Vivianne blijkt dat de toegevoegde waarde van apotheker-farmacotherapeuten groot is. “Alleen al het aantal ziekenhuisopnamen door verkeerd medicijngebruik is bij de onderzochte groep met dertig procent afgenomen. Daarnaast bleek dat mensen minder last hebben van bijwerkingen, vergeleken met mensen die gebruikelijke zorg krijgen.” Of deze nieuwe werkwijze ook kosteneffectief is, blijkt niet uit het onderzoek van Vivianne. “In Engeland is dat wel onderzocht. Daar blijkt iedere geïnvesteerde pond, ruim vier pond op te leveren.”
Grootschalige invoering
Vivianne pleit dan ook voor een grootschalige invoering van de apotheker-farmacotherapeut in de huisartsenpraktijk. Hiervoor moet nog veel werk verzet worden. Vivianne: “Op de eerste plaats is het nodig dat genoeg huisartsen en apothekers hier echt achter staan en zich hiervoor willen inzetten. Daarnaast is het uiteraard belangrijk dat er voldoende apothekers voor deze nieuwe functie worden opgeleid. Ik hoop van harte dat mijn onderzoek de aanzet geeft om daadwerkelijk de begeleiding van ouderen met meerdere chronische ziekten te verbeteren.”