In 2019 is er een stijging van gezondheidsklachten na recreatief lachgasgebruik waargenomen, meldt het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC), onderdeel van het UMC Utrecht, in hun Jaaroverzicht over 2019. Ook is er een toename van het aantal vergiftigingen met de nieuwe psychoactieve stof (NPS) 3-MMC, waarvan de werking vergelijkbaar is met MDMA. In 2019 werd bovendien weer vaker melding gedaan van (kleinschalige) bedrijfsongevallen.
In 2019 zag het NVIC opnieuw een forse toename van gezondheidsklachten na recreatief gebruik van lachgas. In totaal werden 128 gevallen gemeld, ruim twee keer zoveel als in 2018 (54 gevallen). Opvallend is dat het vaak zeer grote hoeveelheden lachgas betrof: in sommigen gevallen ging het om honderden ballonnen per sessie. Steeds vaker wordt voor het vullen van ballonnen gebruikgemaakt van lachgastankjes van enkele liters, in plaats van de veel kleinere slagroompatronen. In ongeveer 30% van de gevallen had de gebruiker last van neurologische klachten zoals tintelingen en gevoelsstoornissen in de armen en/of benen. Dit is een bekende complicatie van langdurig lachgasgebruik maar het wordt ook gerapporteerd na éénmalig gebruik van een grote hoeveelheid. Uiteindelijk kan blijvende zenuwschade en zelfs verlamming ontstaan.
De NPS 3-MMC (3-methylmethcathinon) viel in 2019 op door een ruime verdubbeling van het aantal gevallen ten opzichte van 2018 (van 10 in 2018 naar 25 gevallen in 2019). De werking van 3-MMC is vergelijkbaar met die van de klassieke drug MDMA (“Ecstasy”). Volgens gebruikers zijn de effecten minder intens en is de werkingsduur korter. Hierdoor worden tijdens één sessie vaak meerdere doses ingenomen, wat de kans op een overdosis aanzienlijk verhoogt.
In 2019 ontving het NVIC in totaal 111 meldingen van gezondheidsklachten na het gebruik van NPS. In vergelijking met de klassieke drugs is dit aantal relatief laag. Zo waren er in 2019, 231 vragen over cannabis, 178 vragen over MDMA en 171 vragen over cocaïne.
Meer ongelukken met chemische stoffen op het werk
In 2019 werd het NVIC vaker geraadpleegd over (kleinschalige) bedrijfsongevallen dan voorgaande jaren. In totaal betroffen het in 2019, 858 incidenten waarbij in totaal 887 personen waren betrokken. Deze toename is verontrustend, omdat kleine bedrijfsongevallen het begin kunnen zijn van grotere calamiteiten. Om de oorzaak van deze toename te achterhalen, gaat het NVIC hier dit jaar onderzoek naar doen.
Nieuwe antidota voorzien in behoefte hulpverlener
Sinds 2018 is de nationale calamiteiten- en antiseravoorraad bij het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) uitgebreid met elf nieuwe antidota. Deze antidota zijn werkzaam tegen zeldzame vergiftigingen door o.a. digoxine, paddenstoelen, metalen, cyanideverbindingen, toxische alcoholen en zenuwgassen. De nationale calamiteiten- en antiseravoorraad zorgt ervoor dat patiënten, in geval van een vergiftiging, snel en adequaat kunnen worden behandeld. Antidota en antisera zijn via het NVIC te bestellen.
NVIC 24/7 bereikbaar voor hulpverleners
Het NVIC is de nationale vraagbaak voor huisartsen, medisch specialisten en andere hulpverleners bij acute vergiftigingen. Het NVIC geeft 24/7 informatie over de effecten en de behandeling van vergiftigingen bij mensen en dieren.