Ruim 220 Nederlanders overleden in 2017 door het gebruik van zware pijnstillers, zoals oxycodon. Dat blijkt uit onderzoek van het LUMC en de Universiteit Utrecht. Dat is een stijging van bijna vijftig procent sinds 2013. De cijfers lijken parallel te lopen aan het aantal meldingen van vergiftigingen met oxycodon.
Waar er in 2016 sprake was van nog 280 meldingen van vergiftiging door de pijnstiller, ontving het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC) in 2018 melding van 424 blootstellingen aan een overschot van oxycodon. Dat blijkt uit het jaarverslag van het NVIC.
Zware pijnstiller
In de studie van het LUMC en de UU is het gebruik van pijnstillers in de groep ‘opioïden’ onderzocht. Opioïden zijn zware pijnstillers die voorgeschreven worden wanneer je ernstige pijn hebt, bijvoorbeeld na een operatie. De pijnstillers kunnen erg verslavend zijn, daarom moet opioïdegebruik afgebouwd worden als de pijn weer afneemt.
Postoperatieve pijnpolikliniek
Omdat het afbouwen van pijnstillers na een operatie moeilijk kan zijn, opende het UMC Utrecht in april de postoperatieve pijnpolikliniek. Deze polikliniek ziet patiënten van twee weken tot drie maanden na de operatie om patiënten beter te ondersteunen: zo min mogelijk pijn, én zo snel mogelijk afbouwen van opioïden om verslaving te voorkomen. Inmiddels hebben andere ziekenhuizen in Nederland interesse getoond om meerdere postoperatieve pijnpoli’s te openen.
Maatschappelijk probleem
Eerder dit jaar sprak minister Bruno Bruins (Medische Zorg) zijn zorgen uit over het gebruik van zeer zware pijnstillers: “Het gaat niet om aspirientjes, maar zeer zware en vaak verslavende middelen.” Hij verwees naar het opioïdengebruik in de Verenigde Staten, waar een maatschappelijk probleem is ontstaan door de hoeveelheid verslavingen. “Ik wil er met artsen, onderzoekers en beleidsmakers voor zorgen dat wij die kant hier beslist niet op gaan.”