Primum non nocere betekent duurzame zorg
Primum non nocere betekent duurzame zorg
Als zorgprofessionals allemaal duurzaam werken, dragen we bij aan het medische principe om ‘tenminste geen schade te veroorzaken’ (primum non nocere), vindt internist-nefroloog Peter Blankestijn.
In de samenleving is het debat over hoe wij de klimaatdoelstellingen kunnen halen in volle gang. Dat ook de zorgsector daaraan een bijdrage zal moeten leveren, wordt nog niet breed beleefd. Twee recente rapporten, waaronder een van
, schatten de CO2-voetprint van de Nederlandse zorgsector tussen de 6 en 8 procent van de totale Nederlandse CO2-voetprint. Per hoofd van de bevolking behoort de voetprint van de Nederlandse zorg tot de hoogste van de wereld. Dat lijkt logisch, want Nederland heeft – vergeleken met andere landen – een uitgebreide zorgsector.
Deze verworvenheid schept echter ook verplichtingen. Daarom is de Nederlandse overheid met de sector de
Green Deal ‘Duurzame Zorg voor een gezonde toekomst’
overeengekomen. Een belangrijke stap in de goede richting om de CO2-voetprint te halveren (in 2030), circulair werken te bevorderen (denk aan hergebruik hulpmiddelen, werkkleding uit gerecyclede grondstoffen), medicijnresten uit het grond- en oppervlaktewater terug te dringen, en een gezonde leef- en werkomgeving voor patiënt en zorgverlener te creëren.
In veel delen van de sector maken de zorgbestuurders momenteel plannen hoe de Green Deal-doelstellingen gehaald kunnen worden. De rol van de individuele zorgprofessional staat hierbij nog nauwelijks op de agenda. Dit is opmerkelijk, want de professionals staan aan de basis van de (vervuilende) zorgprocessen. Om die reden zouden zij – met al hun kennis – gesprekspartner van de bestuurders moeten zijn. Daarnaast moeten wij als zorgprofessionals beseffen dat wij met onze vervuilende sector indirect bijdragen aan ziekte en sterfte. Het gegeven dat milieuvervuiling en klimaatverandering negatieve effecten op gezondheid hebben, zijn we ons wel bewust. Dat wij als sector daaraan bijdragen, is in conflict met een van de centrale waarden in de gezondheidszorg: primum non nocere. Vrij vertaald: tenminste geen schade veroorzaken.
Wat betekent dit voor ons? Elke arts, elke zorgprofessional zou zich dit moeten afvragen. Elke arts, elke zorgprofessional zou het tot zich moeten laten doordringen, deze tegenstrijdigheid. Elke arts, elke zorgprofessional zou zich verantwoordelijk moeten voelen om er iets aan te doen. Op dit moment wordt die verantwoordelijkheid nog niet breed gevoeld. Veel zorgverleners ervaren andere prioriteiten of zijn er zich simpelweg niet van bewust. Bij de landelijke artsenorganisaties staat het onderwerp ‘duurzame zorg’ niet hoog op de agenda. Er is dus zeker nog geen sprake van een gestructureerde aanpak.
Wat kunnen wij als zorgprofessionals zelf doen? Wij kunnen door een ‘duurzaamheidsbril’ naar onze eigen rol in het zorgproces kijken en ons daarbij afvragen hoe we tijdens de uitoefening van ons vak de werk- en leefomgeving zo min mogelijk schade toebrengen. In de zorg wordt bijvoorbeeld veel weggegooid, is afvalscheiding nog maar mondjesmaat ingevoerd en is het energiebewustzijn nog sterk onderontwikkeld. Per afdeling, zorgpad en -proces kunnen we kijken hoe het op korte termijn milieuvriendelijker kan zonder de kwaliteit van zorg aan te tasten. Daarnaast kunnen we kijken wat er mogelijk is om de zorg op de langere termijn werkelijk ‘duurzamer’ te organiseren. Het is slim om je hierbij af te vragen hoe je beroepsorganisatie kan helpen en die erbij te betrekken.
Het goede nieuws is dat bottom up-activiteiten op steeds meer plekken opkomen: zorgprofessionals die zelf het initiatief nemen om zorgprocessen te verduurzamen. OK-assistenten die plastic afval scheiden in de operatiekamers, nefrologen die kijken of het water- en energieverbruik tijdens de nierdialyse kan worden teruggedrongen en anesthesiologen die onderzoeken of het gebruik van bepaalde narcosegassen (met een zeer sterk broeikaseffect) kan worden verminderd. Het zijn slechts enkele voorbeelden. Soms hebben relatief simpele acties al een merkbaar effect. Als je ’s nachts de luchtzuiveringsinstallaties in de operatiekamers (deels) uitzet en je de ongebruikte röntgenapparatuur niet stand-by laat staan, leidt dat al tot minder energieconsumptie. Het mooie is dat je zo vaak ook nog kosten bespaart.
Gaat de Nederlandse samenleving hiervan iets merken? Dat kan niet anders, als we onze kinderen en kleinkinderen een vergelijkbare zorg willen bieden. Wil de zorgsector ‘houdbaar’ blijven, dan zal duurzaamheid in elke keuze en bij elke beslissing een rol moeten gaan spelen. Daar ligt ook nadrukkelijk een taak voor het onderwijs aan alle medische beroepsgroepen. Een extra verantwoordelijkheid is er voor de Universitair Medische Centra, zoals de koepel van UMC’s (NFU) in de Green Deal zegt: zij zullen initiatieven moeten nemen die leiden tot kennisontwikkeling op dit gebied (onderzoek) en verduurzaming van zorgprocessen (innovatie). Om dit alles te realiseren, is het essentieel dat artsen en andere zorgprofessionals hun verantwoordelijkheid zien en een leidende rol op zich durven te nemen.
Peter J. Blankestijn is internist-nefroloog in het UMC Utrecht. Daarnaast is hij ambassadeur van de Regiegroep Green Deal van het ministerie van VWS.