Soms zijn mensen angstig om weer te bewegen
“Omdat ik voor een langere periode met patiënten samenwerk, luchten ze soms ook hun hart bij mij. Dat maakt dit werk ook mooi. Je bent niet alleen fysiek met iemand bezig, maar ook psychosociaal. Mensen hebben soms veel pijn en zijn dan angstig om weer te bewegen. Je moet dan echt met ze in gesprek gaan om te zorgen dat ze weer vertrouwen in hun eigen lichaam krijgen. Dat is de kern van het werk in het ziekenhuis hier.”
Fysiotherapeut Alison ter Veld werkt onder meer op de afdeling interne geneeskunde. Zij bezoekt de patiënten die in het UMC Utrecht zijn opgenomen en beoordeelt hun mobiliteit om vervolgens een behandelplan op te stellen. Het doel van de behandeling is om het functioneren van de patiënt weer op het niveau te krijgen van voor de opname in het ziekenhuis. “Een bedlegerige patiënt, kan tot 5% aan spiermassa per dag inleveren en het kost tijd om dat weer op te bouwen.” Op de polikliniek revalidatie helpt ze patiënten omgaan met hun vermoeidheid. Vaak wordt die vermoeidheid veroorzaakt door een ziekte. Samen met de patiënten bekijkt zij hoe ze de conditie van de patiënt kan verbeteren. In deze rubriek vertelt Alison wat zij zoal meemaakt op een doordeweekse dag naast de dagelijkse fysiotherapeutische behandelingen die zij verricht in het ziekenhuis.
Maandag: polikliniek
“Na een heerlijke fietstocht kom ik aan bij het UMC Utrecht. Deze dag heb ik gezelschap van een stagiaire. Het is een 38-jarige fysiotherapie-studente, die een carrièreswitch heeft gemaakt. Zij loopt een dagje mee om te zien wat het werk als fysiotherapeut in het ziekenhuis precies inhoudt. Als eerste hebben we een evaluatie met een sportarts en infectioloog over fitbit-begeleiding voor HIV-patiënten. Dit betekent dat je bij de sportarts een inspanningstest moet doen waarbij je hartslag wordt geregistreerd. Door het meten van de hartslag tijdens een inspanningstest, zoals een fietstest, zien we wanneer iemand op zijn maximum zit qua uithoudingsvermogen. Sinds kort behandelen we hier op de polikliniek ook hiv-patiënten met vermoeidheidsklachten. We bespreken hoe we de behandeling voor deze groep patiënten op maat kunnen maken. Op dit moment worden patiënten met schildklier problemen of reumatische aandoeningen op de fit-bit poli gezien. Uiteindelijk hopen we hier ook steeds meer patiënten met vermoeidheidsklachten bij andere chronische aandoeningen te helpen.
‘s Middags heb ik een afspraak met een 30-jarige hoogzwangere vrouw met teveel vruchtwater. Ze is pas 30 weken zwanger, maar de hoeveelheid vruchtwater is vergelijkbaar met die van iemand die meer dan 40 weken zwanger is. In het verwarmde zwembad geef ik hydrotherapie (oefeningen in het water) om haar conditie en beweegmogelijkheden op peil te houden. Het betekent heel veel voor haar om even een half uurtje te ontspannen. Volgende week donderdag komt ze weer. Om 16:45 uur zit mijn werkdag erop en ga ik naar huis. ’s Avonds ga ik gezellig uit eten met mijn vriend en daarna met vriendinnen spinnen.”
Dinsdag: eerste stappen
“Vandaag ga ik langs bij een patiënt, die eindelijk naar huis mag na een heftige opname die begon op de intensive care. Ze had een septische shock gekregen met als gevolg dat haar organen niet van voldoende zuurstof werden voorzien en ze zelfs aan de beademing moest. Ze heeft meer dan een maand in het ziekenhuis gelegen, waardoor haar spieren erg verzwakt waren. Toen ik de eerste keer bij haar kwam, was ze zeer gemotiveerd om met de oefeningen te starten, maar ook angstig om weer te bewegen. We hebben samen een dagprogramma opgesteld en zijn met eenvoudige oefeningen begonnen, zoals eerst kort op de rand van het bed zitten. Het was bijzonder om haar daarna weer haar eerste stappen te zien zetten achter een looprek. Je begint vanaf nul en moet alles weer rustig opbouwen. Het was fijn om deze patiënt te helpen. Ze was heel dankbaar voor alles en was blij dat ze weer naar huis mocht.”
Woensdag: vertrouwen
“De ochtend begint met een les van een collega-fysiotherapeut over de werking van de Biodex. Dit is een instrument waarmee je iemands spierkracht kunt meten. De resultaten van deze test gebruiken we als nulmeting, waarna we door oefeningen langzaamaan proberen iemand weer sterker te maken.
Hierna schrijf ik wat overdrachten voor de eigen fysiotherapeuten van patiënten, die de zorg overnemen, zodra een patiënt naar huis mag. Ik schrijf op hoe het verblijf in het ziekenhuis is verlopen, welke behandeling ze hebben gehad en advies voor het vervolg.
‘s Middags heb ik een afspraak met een jonge patiënt, die ik al drie jaar ken. Ze heeft een auto-immuunziekte. Dit betekent dat haar afweersysteem, dat je normaal gesproken beschermt tegen ontstekingen, het lichaam aanvalt. Daardoor verslechteren de organen langzaam. Deze mevrouw heeft zoveel wilskracht en is gemotiveerd voor therapie. Samen hebben we kleine haalbare doelen opgesteld. Door de oefeningen probeer ik haar wat mobieler te maken. Daarnaast doen we fiets- en ademhalingsoefeningen en werken we aan haar kracht. Langzaamaan probeer ik zo haar vertrouwen in haar lichaam weer op te bouwen. Deze patiënt raakt me wel, omdat we dezelfde leeftijd hebben. Ik ken haar al zo lang en daardoor ziet ze mij ook een beetje als haar aanspreekpunt. (Onlangs is zij overleden).”
Donderdag: euthanasie
“’s Ochtends heb ik een gesprek met mijn collega van de ergotherapie. We hebben langdurig dezelfde patiënt behandeld, die onlangs voor euthanasie heeft gekozen. Dit heeft ons erg aangegrepen. Het was een wat oudere mevrouw, zeer verzwakt, met een ernstige reumatische aandoening waarvoor ze een stamceltransplantatie heeft gekregen. De mevrouw en haar man spraken heel open over haar ziekte en betrokken ons overal bij. Ze was zo gemotiveerd, ook al kon ze niet eens meer haar arm optillen. Bij de oefeningen moesten we weer helemaal vanaf nul beginnen en elke spier weer trainen. Zelfs zitten kon niet meer. Het leek goed te gaan en naar verloop van tijd kon zij weer zelfstandig in een stoel zitten. Maar dan kreeg zij weer een complicatie waardoor we weer van vooraf aan moesten beginnen. De dag voordat zij naar huis ging voor de euthanasie ben ik nog bij haar langs geweest. Ze vroeg toen hoe mijn volleybaltraining was geweest… Toen ik hoorde dat ze was overleden, heb ik ook gehuild… We hebben veel respect voor deze sterke vrouw en haar man, daarom hebben we besloten om een kaartje naar meneer te sturen om hem sterkte te wensen in deze moeilijke periode.
Aan het eind van de dag bekijk ik nog even mijn mail voordat ik op de fiets stap. Even lekker uitwaaien na een drukke dag en dan snel koken. ’s Avonds komen er enkele vriendinnen langs om het nieuwe huis van mij en mijn vriend te bekijken en ze blijven gezellig eten.”
Vrijdag: grenzen bepalen
“Op de ‘polikliniek’ heb ik als eerste een afspraak met een 45-jarige patiënt voor fitbit-begeleiding. Samen met haar bekijk ik welke – voor haar belangrijke - activiteiten veel energie kosten. Dat zijn de volle wasmand naar de wasmachine brengen, traplopen en lopend boodschappen doen. We besluiten om deze activiteiten aan te passen, dit kan door de trap in twee fases op te lopen of de activiteiten wat meer te verdelen over de dag, waardoor deze activiteiten haar minder energie kosten.
De meeste patiënten die naar deze polikliniek komen zijn vaak fitte mensen met chronische klachten. Vaak blijkt dat ze zichzelf overbelasten; ze sporten vier keer in de week, hebben een eigen bedrijf en plegen als het ware roofbouw op hun lichaam. Ik adviseer dan om tijdelijk minder te sporten, zodat iemand uiteindelijk weer meer kracht en energie krijgen. Het klinkt heel onlogisch maar soms moet je eerste een stap terug doen om dan weer langzaamaan op te bouwen. Het gaat ook om bewustwording; je kunt niet continu doorgaan op de hoogste stand.
Voor patiënten die al langere tijd in het ziekenhuis liggen, is het een ander verhaal. Zij zijn vaak zieker en moeten van ver komen; iedere stap hoe klein dan ook telt dan. Soms zitten mensen ook helemaal niet te wachten op een fysiotherapeut om oefeningen mee te doen. Je moet ze dan echt motiveren. Even zo vaak tref ik ook mensen die super gemotiveerd zijn en juist graag aan de slag gaan. Als iemand die drie weken niet heeft gelopen weer een paar stappen zet, is dat fantastisch om te zien. Daar doe je het voor, die kleine stapjes vooruit!”