| Meer zorg

Zorgsector komt met kerstboodschap voor politiek

Levendige debatten in de stampvolle hal van de LUMC-campus in Den Haag. Zaterdag 14 december 2019 spraken huisartsen, ziekenhuisbestuurders, zorgverzekeraars en overheid over de ‘stille ramp’ in de zorg: huisartsen krijgen hun patiënten steeds moeilijker doorverwezen naar de juiste zorg. “Niet de opdracht tot concurrentie maar de wil tot samenwerken moet in de zorg leidend zijn.”

“Uren en uren rondbellen kost het, om adequate crisisopvang voor ouderen te regelen. Ik word steeds vaker van het kastje naar de muur gestuurd”, vertelt een Zuid-Hollandse huisarts. “De huisartsgeneeskunde is een mooi vak, maar ik ben gefrustreerd dat ik niet elke dag goede zorg kan leveren.” Liefst 8400 collega’s denken er net zo over, blijkt uit een peiling onder Nederlandse huisartsen door actiecomité

Het Roer Moet Om

. Over 200 ingezonden reacties die daarop volgden, verscheen het boekje ‘Patiënt tussen wal en schip’ met schrijnende voorbeelden van huisartsen over de verwijzingsbureaucratie.

In het debat ‘Zorg voor samenhang!’ op de LUMC-campus in Den Haag kregen de problemen met doorverwijzen afgelopen zaterdag een stem. Inleider was Minister van Staat Herman Tjeenk Willink. Volgens hem is de marktwerking in ons huidige zorgstelsel doorgeschoten. Huisartsen hebben daar het meeste last van, omdat zij kwetsbare patiënten steeds moeilijker kunnen doorverwijzen naar de juiste zorg. Denk bij kwetsbare patiënten aan dementerende ouderen, chronisch zieken en jongeren met psychische problemen. “We moeten toe naar een proces van gemeenschappelijke verantwoordelijkheid. Niet de opdracht tot concurrentie maar de wil tot samenwerken moet in de zorg leidend zijn.”

In drie rondes gingen huisartsen, ziekenhuisdirecteuren, zorgverzekeraars en overheid met elkaar in debat over de besteding van zorgbudgetten, wat goede medische zorg is en wie de regie voor deze zorg moet nemen. Meer dan mopperen over wat er allemaal misgaat, lag de nadruk op vooruitkijken. Het doel van de debatmiddag is om een nieuw perspectief voor de zorg in 2020 aan de Haagse politiek aan te bieden, nog voor het einde van het jaar.

Mensenwerk en technologie

De eerste debatronde ging over de vraag: waar gaat de publieke zorg-euro heen? Moet die naar de dokter aan het bed van de patiënt? Of zijn er over twintig jaar alleen nog apps en digitale zorg en moeten we juist technologische innovaties financieren? Als patiënt wil je gehoord en gezien worden, is de ervaring van veel huisartsen. “Je hebt het nodig dat de dokter of verpleegkundige luistert, je troost of overeind helpt. Dit lost e-health niet op.” Persoonlijke, professionele live-zorg zal altijd nodig blijven, de zorg-euro moet naar het mensenwerk blijven gaan, vinden ze. Dat ook het ziekenhuis zal blijven bestaan, daar twijfelt ziekenhuisbestuurder Bertine Lahuis van het Radboudumc geen seconde aan. Wel denkt zij dat er veel meer zorg buiten het ziekenhuis kan. “We moeten de tijd nemen om te bedenken welke zorg op welke plek past, voordat we ons laten opjagen door geld en innovaties.”

Toch ziet Ksyos-directeur Leonard Witkamp maar één oplossing: “Vijftig procent van onze ziekenhuiszorg is laag complex en kan buiten het ziekenhuis geleverd worden. De patiënt kan zijn zorg zelf digitaal regelen. De digitale transformatie is wat de burger wil.” De conclusie van deze debatronde is dan ook om zorggelden te investeren in een combinatie van mensenwerk en digitale technologie. Zodat zorgprofessionals hun kennis en kunde kunnen toepassen en de technologie hen daarin ondersteunt. Zo ontstaat effectieve zorg die echt waarde toevoegt voor de patiënt. Olivier Gerrits van Zilveren Kruis: “Er zijn al veel innovaties op lokaal en regionaal niveau, die ook echt werken. Deze moeten we snel opschalen voor iedereen.”

Optimale zorg is maatwerk

Wat doe je als je tijdens een huisbezoek aan een patiënt van 85 koorts en hoesten constateert? Een zoon bellen, die ver weg woont, antibiotica voorschrijven, thuiszorg inschakelen en dan kijken hoe de situatie zich ontwikkelt, met het risico dat het mis gaat met patiënt? Of een opname in het ziekenhuis regelen om spoedzorg voor te zijn, met risico op overbehandeling? Over dit praktijkvoorbeeld van huisarts Bart Meijman ging het tweede debat: wat is optimale medische zorg? “Optimale zorg is de meest gunstige zorg voor de patiënt, gericht op wat die nodig heeft. Als huisarts moeten wij tijd krijgen om een goede inschatting te kunnen maken. Zorg is schaars, dus die moeten we goed gebruiken.” Ook

Floor Scheepers

, psychiater en hoogleraar innovatie in de GGZ van het UMC Utrecht, weet hoe complex mensen, leven en ziekte zijn. “We hebben nu geen tijd voor luisteren naar de vraag achter de vraag. Maar een patiënt komt niet voor niets. Als we geen antwoord vinden, blijft hij komen. Dat vraagt om een dialoog. Optimale zorg bepaal je samen.”

Dat optimale zorg maatwerk moet zijn, is de eensluidende conclusie van dit tweede debat. Bestuursvoorzitter Ab Klink van zorgverzekeraar VGZ: “Sinds de jaren negentig werken we productgericht door invoering van diagnose-behandelcombinaties (DBC). Voor elke DBC die je opstelt, krijg je geld. Dat is niet goed meer, we moeten toe naar minder productgericht werken.” Niet overbehandelen, maar samen kijken naar wat nodig is; een compromis tussen marktwerking en centrale aansturing. “Laten we kwaliteit van zorg en netwerken belonen in plaats van de budgetten.”

Wie neemt de regie in de zorg?

De richting van het debat is duidelijk als het gaat over optimale zorg en besteding van de zorg-euro. Maar wie neemt de regie in de zorg? Over deze derde vraag is meer discussie. Huisarts Hans van Santen vindt dat centrale regie in de zorg absoluut nodig is. In zijn praktijk met maar liefst 333 65-plussers, met vaak complexe problematiek, werd een nieuw systeem van verwijzing binnen de eerste lijn ontwikkeld. Dit succesvolle voorbeeld van ouderengeneeskunde leidde tot minder opnames in verpleeghuizen en minder opnames in de tweede lijn. Ondanks erkenning door VWS, liep het toch vast op de financiering. “Na 8 jaar is er nog steeds geen structurele vergoeding voor deze vorm van zorg. Wij lopen als veld vast in de regelgeving, goede wil komt niet door. Het is slecht voor professionals én patiënten als VWS beweert dat het wel kan.”

In ons zorgstelsel is het de rol van de zorgverzekeraar om te komen tot goede zorg via onderhandelingen. Maar hoe kan de verzekeraar zijn regierol pakken als hij moet concurreren in het afsluiten van zorgcontracten? Hans van der schoot, voorzitter Stichting Topklinische Ziekenhuizen: “Ons stelsel hoeft niet te veranderen, maar zorgverzekeraars moet gaan samenwerken. Dat kan alleen door een verbod op concurrentie.” Zo ligt ook in dit derde debat de oplossing in het compromis: minder centraal bestuur en meer regionale samenwerking.

Kerstboodschap voor VWS

In de nabeschouwing concludeert Jet Bussemaker, voorzitter van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving, dat we anders moeten gaan denken over de publieke sector: van zorg als kostenpost naar zorg als investering in gezondheid. Dit vraagt ook om een andere manier van organiseren. Niet met een nieuw stelsel, maar door meer samenwerking. Dat begint met leren van de goede voorbeelden die er al zijn in de regio. Bussemakers roept huisartsen, ziekenhuizen en andere zorginstellingen op om te laten zien waar ze last van hebben en wat ze nodig hebben. “Druk van onderop is nodig voor elke politieke partij. Een maatschappelijke beweging kan die druk geven.”

Zo werd het doel van de debatmiddag gehaald. Over het nieuwe perspectief voor de zorg in 2020 waren alle partijen het eens: zorg-euro’s voor de professional, maatwerk als optimale zorg en samenwerken onder regie van de politiek. Nog voor het einde van het jaar worden de uitkomsten van het debat als praktische handvatten aangeboden aan het ministerie van VWS. In de vorm van een kerstboodschap, want de afspraak staat al in de agenda. Donderdag 19 december. Om 9.00 uur stipt.

Werken bij het UMC Utrecht

Contact

Afspraken

Praktisch

umcutrecht.nl maakt gebruik van cookies

Deze website maakt gebruik van cookies Deze website toont video’s van o.a. YouTube. Dergelijke partijen plaatsen cookies (third party cookies). Als u deze cookies niet wilt kunt u dat hier aangeven. Wij plaatsen zelf ook cookies om onze site te verbeteren.

Lees meer over het cookiebeleid

Akkoord Nee, liever niet