Kinderarts Sanne Nijhof onderzoekt de gevolgen van chronische ziekte op het welbevinden, de participatie en ontwikkeling van kinderen. Haar doel is het ontwikkelen van behandelstrategieën, zodat kinderen beter kunnen omgaan met deze gevolgen.
De levensverwachting van kinderen met een chronische ziekte, zoals taaislijmziekte of jeugdreuma, is de laatste decennia flink verbeterd. Dat betekent dat er een groep jongvolwassenen oud wordt met de gevolgen van zo’n ziekte. “Ze hebben vaak te maken met klachten als pijn of moeheid die hen belemmeren in het dagelijks leven, nog los van de impact van de ziekte zelf”, zegt Sanne Nijhof. “Door die gevolgen kan een kind niet of minder meedoen met leeftijdsgenoten. Dat kan effect hebben op de normale ontwikkeling.”
Levensloopgeneeskunde
Hoe komen die effecten tot stand? “Er is bijna nooit één oorzaak”, zegt Sanne. Haar onderzoek speelt zich af in het veld van de levensloopgeneeskunde: de overtuiging dat er bij de behandeling niet alleen oog moet zijn voor het lichaam, maar ook voor de psychosociale context. “Zo’n kind brengt maar een klein deel van zijn leven door in het ziekenhuis. Vaker is het thuis, met vriendjes of familie. Dus zoeken we ook naar aangrijpingspunten in de sociale context waardoor die klachten een kleinere rol krijgen.”
Spelen
Een van die aangrijpingspunten is spelen: een belangrijk proces in de ontwikkeling van kinderen. Het leert ze lichamelijke, emotionele, cognitieve en sociale vaardigheden. Sanne doet hier onderzoek naar binnen het onderzoeksthema Healthy Play Better Coping, dat valt onder het speerpunt Dynamics of Youth van de Universiteit Utrecht. In dat project doen zij en andere UU-wetenschappers onderzoek naar het speelgedrag van kinderen met een chronische ziekte. “Kinderen met een chronische ziekte hebben significant meer stress, moeheid en pijn vergeleken met gezonde leeftijdsgenoten”, zegt Sanne. “Ze ervaren meer eenzaamheid, hebben minder contacten met vriendjes of vriendinnetjes. Dat heeft effect op spelgedrag.”
Dieren en videogames
Om spelgedrag te onderzoeken gebruiken Sanne en haar collega’s diermodellen. “Jonge dieren spelen ook”, zegt Sanne. “Zo kunnen we onderzoeken hoe chronische ziekten een effect hebben op sociaal spelgedrag, en of dit de sociale en neurocognitieve ontwikkeling verandert.” Aldus bekijkt ze de brede impact van chronische ziekte op kinderen, bijvoorbeeld op sociale ontwikkeling, maatschappelijke participatie en stressregulering. “Daarnaast proberen we behandeluitkomsten te beïnvloeden met gaming, en zo te onderzoeken of spel chronisch zieke kinderen en hun familie helpt om effectief om te gaan met hun ziekte.”
Normale ontwikkeling
Sanne hoopt dat de resultaten van haar onderzoek (preventieve) behandelstrategieën opleveren voor kinderen met een chronische ziekte. Maar als het aan haar ligt, stopt de toepassing daar niet. “We doen onderzoek naar het effect van spel op de normale ontwikkeling. Dat is ook belangrijk voor kinderen zonder chronische ziekte. Ieder kind speelt.”
Meer informatie over onderzoek naar levensloopgeneeskunde bij het WKZ