U bent onlangs geopereerd aan uw blaas. U heeft van uw uroloog gehoord dat de in uw de blaas geconstateerde afwijking een oppervlakkige vorm van een blaastumor is, ook wel blaaspoliepen genoemd.
BCG
Al deze poliepen zijn verwijderd uit de blaas maar sommige poliepen hebben echter de neiging om terug te komen (recidiveren). Als poliepen terugkomen is er ook een kans op een meer kwaadaardige vorm een blaastumor, die niet alleen het slijmvlies (aan de binnenkant) van de blaas aantast maar ook de spierwand (buitenkant) van de blaas. Met behulp van blaasspoelingen is het mogelijk het terugkomen van de poliepen te verminderen. Een medicijn dat hiervoor bij u wordt gebruikt is BCG. Deze BCG-blaasspoeling bevat een oplossing van levende, maar verzwakte tuberculosebacteriën. In eerste instantie werd dit vaccin gebruikt om mensen te beschermen tegen tuberculose. Later bleek bij toeval dat dit middel ook werkzaam was bij sommige tumoren, met name bij blaastumoren. BCG bleek het meest effectief te zijn bij de oppervlakkige vorm van een blaastumor en wel wanneer het rechtstreeks via een katheter in de blaas wordt ingebracht. Waarschijnlijk zet het BCG het lichaam aan tot afweer tegen de kwaadaardige cellen.
De blaasspoeling
De blaasspoelingen vinden plaats op de Polikliniek Urologie. De eerste blaasspoeling vindt ongeveer twee weken na de operatie plaats. U begint met zes wekelijkse blaasspoelingen. Drie maanden na de eerste spoeling zal de blaas opnieuw van binnen bekeken worden (cystoscopie). Bij klachten die lijken op klachten van een blaasontsteking, kan het zijn dat er voor de spoeling urine wordt afgenomen. De urine wordt dan eerst gecontroleerd. Mocht uit het urineonderzoek blijken dat u blaasontsteking heeft dan wordt de blaasspoeling uitgesteld. Om de ontsteking te behandelen wordt een recept voor een antibioticum naar de apotheek gefaxt.