De funiculus is de zaadstreng naar de testikel . Bij een patiënt met pijn in de testikel kan een diagnostische funiculusblokkade worden gedaan om te beoordelen of de zenuwen van de bal of bijbal betrokken zijn bij de pijn. De bal of de bijbal wordt tijdelijk verdoofd met een lokaal verdovend middel (lokaal anestheticum).
Waarom wordt er een diagnostische funiculusblokkade gedaan?
Deze blokkade wordt verricht op verzoek van de uroloog om te beoordelen of een microscopische operatie van de zenuwen rondom de zaadstreng zinvol is.
Bij een diagnostische funiculusblokkade wordt op drie verschillende momenten een injectie gegeven met in willekeurige volgorde:
- een kortwerkend verdovend middel; verdoving duurt ongeveer 2-4 uren;
- een langwerkend verdovend middel; verdoving duurt ongeveer 4-6 uren;
- een zoutoplossing; dit werkt niet verdovend.
De volgorde van deze injecties weet alleen uw behandeld arts. Tussen deze injecties zit minstens een week. Afhankelijk van het resultaat na deze drie injecties kan de uroloog beoordelen of een eventuele operatie zinvol kan zijn om de pijn te behandelen.
Voorbereiding uitklapper, klik om te openen
- Als u antistolling (bloedverdunners)* gebruikt dan moet u hier vóór de behandeling mee stoppen. Uw behandelend arts bespreekt met u wanneer u moet stoppen en wanneer u weer mag beginnen met de bloedverdunners.
*Voorbeelden van bloedverdunners zijn: Sintrom®, Marcoumar®, Acenocoumarol, Fenprocoumon, Clopidogrel, Plavix, Dabigatran, Apixaban, Rivaroxaban)
- Vertel het uw arts als u overgevoelig bent voor lokale verdoving.
- U kunt op de ochtend van behandeling gewoon eten en drinken en uw medicijnen innemen, tenzij uw behandelend arts anders voorschrijft.
- De behandeling duurt ongeveer een kwartier.
- Als u op de dag van behandeling koorts hebt, kan de behandeling op dat moment niet doorgaan. Neem dan zo spoedig mogelijk contact op met de secretaresse van de polikliniek voor pijnbehandeling (088 75 561 63).
Tijdens de behandeling uitklapper, klik om te openen
U ligt tijdens de behandeling op uw rug. De lies wordt gedesinfecteerd aan de zijde van de pijnlijke bal. Met behulp van echografie (geluidsgolven) wordt de zaadstreng gelokaliseerd. Met een dunne naald wordt het verdovingsmiddel rond de zaadstreng gespoten.
Het effect van de behandeling en de duur van de eventuele verdoving hangt af van het soort middel dat is gegeven. Na elke injectie moet u de dag van de behandeling bijhouden hoe het met de pijn is gegaan: had u minder of geen pijn meer na de prik? Zo ja, hoeveel minder pijn? En na hoeveel tijd kwam de pijn terug?
Om de ernst van de pijn te benoemen geeft u de pijn een cijfer tussen 0 en 10: hierbij is 0 geen pijn en 10 de ergst denkbare pijn. Zowel voor als na de behandeling geeft u de pijn een cijfer. Bij elk contact met de arts worden deze pijncijfers besproken. Na de laatste injectie volgt er nog een telefonische afspraak bij de polikliniek Pijnbehandeling om de reeks van drie injecties te evalueren. Daarna gaat u terug naar de uroloog om het resultaat van de funiculusblokkades te bespreken.
Na de behandeling uitklapper, klik om te openen
- Na de behandeling wordt u naar een aparte wachtruimte gebracht. U kunt daar rustig herstellen. Voordat u met ontslag gaat komt de anesthesioloog-pijnspecialist bij u langs om het effect te bespreken.
- Na de behandeling mag u dezelfde dag niet actief aan het verkeer deelnemen. U moet er zelf voor zorgen dat iemand u naar huis brengt.
Bijwerkingen en complicaties
De behandeling wordt zorgvuldig uitgevoerd en leidt zelden tot ongewenste, blijvende schade. De anesthesioloog-pijnspecialist overlegt met u als de behandeling voor u bijzondere risico’s met zich meebrengt.
Bijwerkingen die op kunnen treden zijn:
• Een bloeduitstorting of napijn op de plaats waar geprikt is of in de (bij)bal. Dit kan enkele dagen tot weken aanhouden. U kunt hiervoor zo nodig Paracetamol gebruiken.
Zorgkosten uitklapper, klik om te openen
Meer over zorgkostenContact uitklapper, klik om te openen
Bent u een nieuwe patiënt en wilt u een afspraak maken op de polikliniek Pijnbehandeling, dan hebt u een verwijzing nodig van uw huisarts of specialist.
Wij vragen nieuwe patiënten om digitaal een aantal uitgebreide vragenlijsten in te vullen. Deze helpen ons in uw behandeling. Wanneer deze vragenlijsten zijn ingevuld krijgt u een oproep voor een intakegesprek.