Binnenkort wordt bij u een nefrostomie katheter ingebracht. Hier informeren wij u over het inbrengen van deze katheter en de dagelijkse verzorging van de insteekplaats en het urine opvangsysteem.
Een nefrostomie katheter is een dun slangetje dat via een kleine snede in uw zij, in uw nier wordt ingebracht. Aan de katheter zit een opvangsysteem waar de urine in wordt opgevangen.
Het inbrengen van een nefrostomie katheter is noodzakelijk als de doorgang van urine tussen uw nier en uw blaas belemmerd wordt. De meest voorkomende reden om over te gaan tot het plaatsen van een dergelijke katheter is afvloedbelemmering van de urine uit de nier. Hierdoor kan stuwing in de nier ontstaan. Door de nefrostomie katheter kan de urine uit de nier aflopen. Wanneer de andere nier ook urine produceert, plast u meestal ook op de normale manier.
De folder betreft een algemene voorlichting en is bedoeld als extra informatie naast het gesprek met uw behandelend arts. Bijzondere omstandigheden kunnen aanleiding geven tot wijzigingen. Dit zal dan door uw behandelend arts kenbaar gemaakt worden.
Mocht u na het lezen van deze informatie nog vragen hebben, dan kunt u contact opnemen met de verpleegkundige van de polikliniek urologie Zij zijn te bereiken maandag t/m vrijdag van 8.30 - 9.00 uur en van 13.30 - 14.00 uur via telefoonnummer 088 75 551 47.
Bij klachten buiten kantooruren belt u naar het algemene nummer van het ziekenhuis, 088 75 555 55, en vraag naar de dienstdoende uroloog.
Voorbereiding uitklapper, klik om te openen
Het inbrengen van een nefrostomie katheter kan gepland worden, maar de katheter kan ook met spoed geplaatst worden. Het plaatsen van de nefrostomie katheter vindt plaats op de afdeling Radiologie. U kunt zich hiervoor melden bij receptie 19. De nefrostomie katheter wordt bijna altijd onder plaatselijke verdoving ingebracht. In een enkel geval is narcose noodzakelijk , dan dient u nuchter te komen. Wij vragen u 2 uur voor het inbrengen niet te eten (drinken mag wel). Dit om indien nodig extra pijnstilling toe te kunnen dienen. U krijgt van tevoren antibiotica. Indien de ingreep niet met spoed wordt verricht zullen bloed verdunnende medicijnen in overleg met uw arts eventueel tevoren gestopt moeten worden.
Tijdens de behandeling uitklapper, klik om te openen
De ingreep geschiedt bijna altijd onder plaatselijke verdoving. Het kan zijn dat u een rustgevend middel krijgt van de Radioloog. U ligt tijdens de ingreep op uw buik, eventueel ondersteund door een kussen. Na desinfectie van de rughuid (meestal jodium) worden de huid en diepere lagen verdoofd met een injectie.
Met behulp van een echografie apparaat wordt de nier in beeld gebracht. Met een dunne naald wordt de nier aangeprikt tot in het urine verzamelsysteem. Het aanprikken van de nier kan een pijnlijke sensatie geven. De naald wordt vervangen door een katheter van buigzaam materiaal.
Deze katheter blijft goed in de nier liggen omdat er aan het uiteinde een krul zit. De katheter wordt niet vastgehecht. Om te voorkomen dat u de katheter verliest of de katheter knikt is deze met een nefrostomie pleister gefixeerd. Aan de katheter zit een opvangsysteem gekoppeld waar de urine in wordt opgevangen.
Na de behandeling uitklapper, klik om te openen
Wanneer de nefrostomie katheter voor de eerste keer is ingebracht verblijft u ter observatie vier uur op de verpleegafdeling.
Bij een wissel van de nefrostomie katheter wordt de oude katheter verwijderd en de nieuwe geplaatst. U hoeft daarna niet ter observatie op de verpleegafdeling te blijven. Het is noodzakelijk om de katheter elke drie maanden te wisselen.
Leven met uitklapper, klik om te openen
De dagelijkse verzorging
Verzorging van een nefrostomie katheter:
- Een goede hygiëne is belangrijk. Was de handen voor en na elke handeling aan de katheter.
- Controleer of het gaasje rond het kraantje (indien aanwezig) goed zit.
- Controleer of het gaasje rond het aansluitstukje van de katheter en urineopvangzak goed zit. Dit ter voorkoming van drukplekken van de huid.
- Controleer of het kraantje van de nefrostomie katheter open staat; dat wil zeggen in de lengterichting van de katheter.
- Het is belangrijk dat de katheter goed vast zit door middel van een speciale nefrostomiepleister en met nog een tweede, extra fixatie pleister. Dit dient om afknikken en uitvallen van de katheter te voorkomen.
Wisselen van de nefrostomie pleister
- Het wisselen van de nefrostomie pleister bij een rustige insteekopening gebeurt in principe eenmaal per week.
- Controleer de huid rond de insteekopening op roodheid, zwelling, drukplekken en de insteekopening zelf op pus en/of sereus vocht.
- Bij ontsteking de insteekopening dagelijks controleren.
- Reinig de insteekopening van de katheter met water. Gebruik alcohol 70% (op een gaasje) indien voorgeschreven door de arts.
- Bij lekkage langs de katheter of huidproblemen door de pleister en/of loslaten pleister; de fixatiepleister vaker wisselen of een andere fixatie pleister gebruiken (overleg met poli urologie/stomaverpleegkundigen).
- Zorg dat bij het verwijderen van de fixatie pleister de katheter niet verschuift. Houd de katheter daarom met één hand tegen zodat deze er ook niet per ongeluk uitgetrokken kan worden.
- Wanneer de randjes van de pleister loslaten moet de pleister eerder vervangen worden. De pleister is namelijk het enige middel waarmee de katheter gefixeerd is.
- Het is noodzakelijk om een goede houding aan te nemen zodat u zich zoveel mogelijk kunt ontspannen, bijvoorbeeld op de zij liggen met de knieën iets opgetrokken of op een kruk zitten.
De wijkverpleegkundige of iemand in uw omgeving die instructie heeft gehad kan de nefrostomiepleister wisselen.
- Maak de papieren beschermlaag achterzijde pleister iets los maar verwijder nog niet.
- Trek pleister iets open aan de ingeknipte kant.
- Breng het gaatje van de pleister rond de katheter
- De papieren beschermlaag achterzijde in twee delen verwijderen en pleister plakken.
- Houd katheter vast tijdens de handeling.
- Verwijder het witte stripje van de pleister (1).
- Leg katheter in het gleufje wat nu zichtbaar is.
- Trek beschermfolie (1-2) eraf en plak de pleister over de katheter.
- Breng 15 - 20 cm van de pleister nog een stukje extra (stretch) pleister aan.
- Bij veel transpireren en snel opkrullen pleister buitenrand extra fixeren met fixomull pleister of alternatief.
Het urineopvangsysteem
- Op de nefrostomie katheter wordt een urineopvangzak aangesloten.
- Overdag gebruikt u een beenzak met een inhoud van 500 ml.
- Voor de nacht gebruikt u een nachtzak met een inhoud van twee liter.
De beenzak wordt meestal op het boven of onderbeen gedragen. Hiervoor zijn twee mogelijkheden, namelijk met beenbandjes of met een beenzakhouder.
De beenzak dient zo gedragen te worden, dat er geen grote lus ontstaat waardoor de urineafvloed belemmerd kan worden (bij sommige merken kan de slang van de opvangzak ingekort worden). De opvangzak moet altijd lager hangen of liggen dan de nieren. Hang de nachtzak met een rekje aan het bed indien dit mogelijk is. Anders kunt u de opvangzak in een teiltje/emmer. op de grond leggen.
De nachtzak kan aan de dagzak gekoppeld worden. Het kraantje van de dagzak openen zodat de urine direct in de nachtzak loopt. U kunt de nachtzak ook direct op de nefrostomie katheter aansluiten.
Zowel de dag- als de nachtzakken kunnen ongeveer 5 dagen achter elkaar gebuikt worden. Spoel de zakken wel dagelijks met kraanwater door. Door het kraantje te openen kunt u de urinezak legen in het toilet.
Verwisselen van urineopvangzak:
- U pakt een nieuwe opvangzak en sluit het kraantje aan de onderkant van de opvangzak.
- U sluit het kraantje, indien aanwezig, van de nefrostomie katheter.
- Verwijder de oude opvangzak.
- U verwijdert het afsluitdopje van de nieuwe opvangzak.
- U kunt nu de nieuwe opvangzak aan de katheter aansluiten door het aansluitstuk van de nieuwe opvangzak stevig in het uiteinde van de katheter te drukken.
- Na het aansluiten van de opvangzak het kraantje, indien aanwezig, van de nefrostomie katheter weer openen.
Aandachtpunten bij een nefrostomie katheter
- Er mag niet teveel spanning op de afvoerslang komen.
- Er mag geen knik in de afvoerslang komen.
- Er mag geen grote lus in de afvoerslang komen.
Adviezen
- Douchen is toegestaan, maar probeer te voorkomen dat de pleister te nat wordt en los kan laten. Voor het douchen kunt u een stukje plastic over de nefropleister plakken zodat het water daar over heen loopt. Baden en zwemmen wordt daarom afgeraden.
- Om te voorkomen dat de pleister gaat opkrullen kan er een stretch pleister over de randen van de nefrostomie pleister geplakt worden.
- Het is belangrijk dat u voldoende drinkt. U moet per dag een urineproductie van 1,5 liter hebben. Daarom adviseren we u om 1,5 tot 2 liter per dag te drinken. Tenzij u een vochtbeperking heeft.
Wanneer moet u contact opnemen
Indien één of meerdere van de volgende problemen zich voordoen, dient u contact op te nemen met onderstaande telefoonnummers.
Direct na de ingreep:
- Bij alle ingrepen aan de nier kan het tot een bloeding komen. Over het algemeen stopt deze vanzelf.
- Ondanks dat de nefrostomiekatheter onder steriele omstandigheden wordt ingebracht, kan er een infectie optreden. Deze kan meestal goed worden behandeld met een antibioticakuur.
- Ook is het mogelijk dat bij het inbrengen van de katheter een darmlis, met name van de dikke darm, geraakt kan worden.
Bovenstaande complicaties zijn zeer zeldzaam.
Problemen die kunnen ontstaan op langere termijn.
- Ondanks goede bevestiging kan de nefrostomie katheter er uitvallen. Het is van belang dat na uitvallen van de nefrostomie katheter deze zo spoedig mogelijk weer ingebracht wordt.
- Koorts 38,5°C of koude rillingen.
- Er geen urine meer afloopt. Controleer dan of de opvangzak laag hangt, of er geen knik in de slang zit en of het eventuele kraantje van de nefro- stomiekatheter openstaat.
- U pijn krijgt op de plaats waar de katheter is ingebracht.
- Indien er bloed en/of stolsels in de urine zitten.
- Wanneer er urine langs de katheter lekt of als er een lek ontstaat bij het tussenstukje.
- De huid rond de insteekopening pijnlijk of rood is.
- Er irritatie/jeuk van de nefrostomiepleister is ontstaan.
Zorgkosten uitklapper, klik om te openen
Meer over zorgkostenContact uitklapper, klik om te openen
Als u een afspraak wilt maken of bent u verhinderd? Neem contact op. Voor een afspraak is een verwijzing nodig.
Polikliniek Radiologie
Wilt u contact met ons opnemen na 17.00 uur of in het weekend? Belt u dan met het centrale nummer van het UMC Utrecht, 088-755 5555.
Hebt u vragen over uw behandeling of over uw afspraken? Neem dan contact op via Mijn UMC Utrecht (uw patiëntenportaal) of via de polikliniek Urologie
Polikliniek Urologie
Bereikbaar van maandag t/m vrijdag 08.30 - 12 uur en van 13.30 - 16 uur