Binnenkort hebt u een afspraak voor een stentplaatsing. Dit is een behandeling waarbij een vernauwing in de slokdarm wordt opgeheven, of om een fistel (een open verbinding tussen de slokdarm en de luchtwegen) af te sluiten. Hier leest u belangrijke informatie over deze behandeling en hoe u zich kunt voorbereiden.
Belangrijk
- Vanaf 22.00 uur op de avond voor de behandeling moet u nuchter zijn.
- Als u bloedverdunners gebruikt, is het belangrijk dat u met de arts overlegt of u deze mag doorgebruiken.
- Het is mogelijk om tijdens deze behandeling een zogeheten ‘roesje’ te krijgen. Uw arts bespreekt dit met u.
- Krijgt u een roesje? Dan mag u niet zonder begeleiding naar huis. U moet opgehaald worden bij de afdeling endoscopie. Ook als u met een taxi of met het openbaar vervoer naar huis gaat, is het nodig dat er een familielid of kennis bij u is.
- Uw begeleider kan niet mee de afdeling op of aanwezig zijn bij de behandeling.
- Hebt u een bril, een kunstgebit of een gehoorapparaat? Neem hiervoor dan uw eigen koker/bakje mee.
- Weet u uit eerdere ervaringen dat het plaatsen van een infuusnaaldje moeilijk is, geef dit dan tijdig aan ons door.
- Bent u ziek of verhinderd? Laat het ons zo spoedig mogelijk weten via telefoonnummer 088 75 573 66.
- Neem contact op met uw arts als u:
o allergisch bent voor bepaalde geneesmiddelen.
o (mogelijk) zwanger bent.
o aan een hart- en/of longaandoening lijdt.
Doel van de behandeling
Bij een stentplaatsing wordt een vernauwing in de slokdarm opgeheven of wordt een fistel (een open verbinding tussen de slokdarm en de luchtwegen) afgesloten.
Door de stent kan voedsel, drinken en speeksel weer makkelijker uw slokdarm passeren.
Duur van de behandeling
De behandeling duurt ongeveer 30 minuten.
Voorbereiding uitklapper, klik om te openen
Nuchter
Voor de behandeling moeten uw slokdarm en maag leeg zijn. Daarom moet u nuchter zijn. Dit betekent dat u vanaf 22.00 uur op de avond vóór de behandeling niet meer mag eten en roken. U mag tot de start van de scopie nog wel kleine slokjes water drinken. De behandeling kan niet doorgaan als u niet nuchter bent.
Medicijnen
Als u medicijnen slikt, mag u die tot 2 uur vóór de behandeling innemen met een slokje water. Inname van medicatie kunt u wellicht ook uitstellen tot na de behandeling. Overleg dit met de arts.
Bloedverdunners
Gebruikt u bloedverdunners? In sommige gevallen moet u tijdelijk stoppen met het gebruik van de bloedverdunners vóór de stentplaatsing. Overleg dit altijd met de arts die de stentplaatsing heeft aangevraagd.
Diabetesmedicatie
Instructies zijn afhankelijk van uw bloedsuikerverlagende medicijnen. Volg de instructies nauwkeurig op, om te voorkomen dat uw bloedsuiker ontregeld raakt.
- Bij het gebruik van tabletten mag u de dag vóór de behandeling de normale dosering innemen. Op de dag van de behandeling mag u geen bloedsuikerverlagende tabletten innemen.
- Bent u insuline afhankelijk? Pas dan de dosering van uw insuline aan in overleg met de arts.
Na de scopie krijgt u instructies wanneer uw de diabetesmedicatie weer kunt hervatten.
Roesje (sedatie)
Wij willen deze behandeling voor u zo aangenaam mogelijk laten verlopen. Wij raden u daarom aan tijdens de stentplaatsing gebruik te maken van een roesje.
Dit wordt ook wel sedatie of slaapmiddel genoemd. Het zorgt ervoor dat u tijdens de behandeling slaperig bent. Vaak geven we ook een pijnstillend middel. De combinatie van de pijnstiller en het slaapmiddel vermindert de pijn en eventuele spanning. Het slaapmiddel en de pijnstiller krijgt u via een infuus toegediend. Een roesje is geen narcose waarbij u volledig in slaap gebracht wordt door een anesthesist. Of u in slaap valt of niet is niet op voorhand te zeggen. Het doel van het roesje is dat u comfortabel bent.
Als er niemand beschikbaar is om u naar huis te begeleiden, kunt u geen roesje krijgen.
Voorafgaand aan de behandeling
U meldt zich bij receptie 4 en neemt plaats in de wachtkamer. Uw begeleider hoeft hierbij nog niet aanwezig te zijn. De verpleegkundige haalt u op uit de wachtkamer en brengt u naar de voorbereidingsruimte. Hier nemen wij uw gegevens met u door. U geeft aan de verpleegkundige het telefoonnummer van uw begeleider door. U neemt plaats op een bed. Uw persoonlijke spullen plaatsen wij in een kluisje. Als u een roesje krijgt, brengen wij in uw rechterarm een infuusnaald in.
Tijdens de behandeling uitklapper, klik om te openen
Het plaatsen van een stent
Een endoscopieverpleegkundige haalt u op en brengt u naar de behandelkamer. De endoscopist stelt u een aantal vragen, en u kunt zelf ook vragen stellen. Dit noemen wij ook wel een ‘time-out’.
Als u een roesje krijgt, meten wij uw bloeddruk, hartslag en zuurstofgehalte. Als u nagellak draagt graag één vinger vrij houden van nagellak om de saturatiemeter te plaatsen.
U krijgt een drankje te drinken tegen het schuim in de maag. En indien gewenst krijgt u de keelverdoving. We vragen u om eventueel losse gebitsdelen uit te doen en uw bril af te doen.
Tijdens de behandeling ligt u op uw linkerzijde op de behandeltafel. De verpleegkundige plaatst een bijtring tussen uw tanden om uw gebit en de gastroscoop (een dunne buigzame kijkslang) te beschermen. De verpleegkundige geeft u het slaapmiddel via het infuus. Na het inwerken van het slaapmiddel start de behandeling. Via de gastroscoop leggen we een geleide draad in de dunne darm. De gastroscoop wordt verwijderd, terwijl de geleide draad blijft liggen en door de mond naar buiten steekt. Daarna wordt de stent over de geleide draad naar binnen gebracht. De stent wordt (soms met behulp van röntgendoorlichting) op de juiste plaats ontplooid. Na plaatsing controleert de endoscopist de positie van de stent met de gastroscoop.
Bij het inbrengen van de gastroscoop en de verdere behandeling kunt u gewoon in- en uitademen door uw neus of mond. Er is voldoende ruimte in uw keelholte over om normaal te kunnen ademen.
C02
Tijdens de behandeling wordt koolzuurgas ingeblazen zodat we de slokdarm, maag en twaalfvingerige darm goed kunnen bekijken. Het kan zijn dat u van de ingeblazen lucht moet boeren.
Na de behandeling uitklapper, klik om te openen
Na de behandeling brengt de verpleegkundige u naar de uitslaapkamer. Als u een roesje hebt gekregen, moet u hier nog maximaal een uurtje uitslapen om uw bloeddruk, hartslag en zuurstofgehalte te monitoren. Als u goed wakker bent, krijgt u weer eten en drinken. Wij bellen uw begeleider na de behandeling over het tijdstip waarop u gehaald mag worden. Uw begeleider kan, zonder zich te melden, plaatsnemen in de wachtkamer bij de receptie nummer 4. De verpleegkundige brengt u naar uw begeleider. U mag niet zonder begeleiding de afdeling verlaten.
Als u een keelverdoving hebt gehad, moet u één uur wachten met eten en drinken.
Als u geen roesje hebt gehad, kunt u de afdeling zelfstandig weer verlaten zodra u alle papieren hebt ontvangen.
U krijgt een ontslagbrief. Hierin staat onder andere wat er tijdens de behandeling is gezien/gedaan en wat u moet doen in geval van complicaties.
Pijnklachten
De stent zal na de plaatsing verder ontplooien. Dit kan een drukkend of pijnlijk gevoel achter het borstbeen geven. Hiervoor hebt u waarschijnlijk enige tijd pijnstillers nodig. Als paracetamol niet afdoende is, neem dan contact op met uw behandelaar in het UMC. De pijn kan ook een andere oorzaak hebben.
U kunt tot enkele dagen na de stentplaatsing last houden van een gevoelige keel.
Dieet
Na de stentplaatsing mag u beginnen met drinken van water. Als dit goed gaat mag u ook beginnen met vloeibare voeding. Na 24 uur kunt u dit uitbreiden tot zo normaal mogelijk.
U krijgt na de stentplaatsing een folder mee waarin belangrijke adviezen staan over de voeding. Lees deze folder daarom goed door. De stent in de slokdarm is niet zo flexibel als de slokdarm zelf. Het is daarom belangrijk dat u een aantal leefregels in acht neemt. Zo voorkomt u dat eten vast blijft zitten in de stent of dat de stent verplaatst.
Verkeersdeelname en begeleiding na een roesje
U mag na het roesje de rest van de dag geen voertuig (auto, motor, brommer, fiets) besturen. Ook als u met een taxi of met het openbaar vervoer naar huis gaat, is het nodig dat er een familielid of kennis bij u is.
Mogelijke complicaties
- Verstopping stent:
Voedsel kan aan de stent blijven zitten waardoor deze verstopt kan raken. U merkt dit doordat voedsel en speeksel moeilijk of niet doorgeslikt kunnen worden. Het kan helpen om elk half uur kleine slokjes koolzuurhoudend water te drinken. Als dit niet helpt, neemt u contact op met de afdeling endoscopie. - Zuurbranden:
Onderaan de slokdarm zit een knijpmechanisme waardoor maagzuur niet de slokdarm in kan terugvloeien. Een stent kan dit knijpmechanisme beïnvloeden waardoor u last kunt krijgen van zuurbranden. Dit geeft een brandend gevoel achter het borstbeen. U krijgt hiervoor een maagzuur remmend medicijn voorgeschreven. Zelf kunt u het hoofdeinde van het bed wat hoger zetten. Het kan ook helpen om 2 uur voor het naar bed gaan niet meer te eten. - Infectie:
Door verslikken kan er maaginhoud in de longen terecht komen. Dit kan een infectie veroorzaken. - Ademhalingsproblemen of hartfunctiestoornissen kunnen soms voorkomen door de sedatie.
Neem onmiddellijk contact op met het ziekenhuis bij:
- Plots toenemende pijn.
- Bij koorts hoger dan 38,5°.
- Grote hoeveelheden bloedverlies of als het bloedverlies zich in korte tijd herhaalt.
- Bij het overgeven van bloed.
- Als u problemen ervaart met het passeren van voedsel in de slokdarm (het voedsel zakt niet).
Op werkdagen tussen 08.00 en 17.00 uur kunt u bellen met de endoscopieafdeling via 088 75 573 66. Buiten deze tijden belt u met de verpleegafdeling MDL via 088 75 562 22.
Locatie
Afdeling Endoscopie, UMC Utrecht
Route naar de poli: L
Verdieping: 2
Receptienummer: 4
Zorgkosten uitklapper, klik om te openen
Meer over zorgkostenContact uitklapper, klik om te openen
Hebt u vragen? Neem dan contact met ons op. Voor het maken van een afspraak hebt u verwijzing nodig van de huisarts of medisch specialist.
Polikliniek Afdeling Endoscopie
De afdeling is op werkdagen bereikbaar van 08.00 - 17.00 uur