Bijwerkingen en complicaties bij een IVF/ICSI behandeling
Bij een IVF-, of ICSI-behandeling kunnen bijwerkingen en complicaties optreden.
Bijwerkingen van de medicatie uitklapper, klik om te openen
Tijdens uw IVF/ICSI behandeling moet u medicijnen injecteren. Deze medicijnen kunnen bijwerkingen hebben. Hieronder volgt een overzicht van de medicijnen die gebruikt kunnen worden tijdens een behandeling.
Lucrin® en Decapeptyl®
De meest gehoorde klacht bij deze hormonen is hoofdpijn. U kunt zo nodig paracetamol gebruiken. Deze klachten verminderen vaak zodra u start met Gonal-f® of Puregon®.
Gonal-f®
Bijwekingen kunnen zijn:
- Opgezette onderbuik (door vergrote eierstokken)
- Gevoelige onderbuik (door vergrote eierstokken)
- Stemmingswisselingen
Ovitrelle® en Cetrotide®
Bijwerkingen kunnen zijn:
- Hoofdpijn
- Vermoeidheid
- Plaatselijke reactie bij de injectieplaats, zoals pijn, roodheid of zwelling
Progestan®/Utrogestan®
Dit hormoon geeft zelden klachten of bijwerkingen.
Complicaties IVF/ICSI behandeling uitklapper, klik om te openen
De mogelijke complicaties van een IVF/ICSI behandeling zijn:
Meerlingzwangerschap uitklapper, klik om te openen
Als u zwanger wordt na het terugplaatsen van twee embryo’s heeft u 25% kans op een meerlingzwangerschap. Een meerlingzwangerschap is een risicovolle zwangerschap omdat u t.o.v. eenlingzwangerschappen o.a. meer kans heeft op onderstaande complicaties.
- Vroeggeboorte.
- Groeiachterstand van de baby’s.
- Zwangerschapsbraken.
- Hoge bloeddruk.
- Er wordt daarom vrijwel altijd maar een embryo in de baarmoeder geplaatst.
Infectie na de punctie uitklapper, klik om te openen
Na de punctie is er een kleine kans op een infectie. Bent u bekend met cysten of endometriose, dan is het risico op infectie groter. Indien u een verhoogde kans heeft op een infectie, dan schrijven we uit voorzorg antibiotica voor. Een infectie kan ook nog een aantal weken na de punctie optreden.
Klachten van infectie zijn:
- Stekende buikpijn die erger wordt.
- Algeheel ziek voelen.
- Hoge koorts.
- Vaginale afscheiding.
Bloeding t.g.v. de punctie uitklapper, klik om te openen
Een bloeding ontstaat doordat tijdens de punctie een bloedvat aangeprikt wordt. Een beetje bloedverlies tijdens en na de punctie is normaal. Soms kan het bloedverlies heviger zijn. Dit bloedverlies kan zichtbaar zijn doordat u meer vaginaal gaat vloeien. Soms is het bloedverlies niet zichtbaar. De bloeding is dan in de buik.
Bij een hevige bloeding kunt u de volgende klachten krijgen:
- Pijn in uw buik die erger wordt.
- Pijn in uw schouder.
- Aanhoudend gevoel dat u ontlasting moet krijgen.
- Helderrood vaginaal bloedverlies.
Hevig bloedverlies kan ontstaan tijdens of na de punctie. Een actieve bloeding stopt vaak vanzelf. Meestal kunt u na uitleg en pijnstilling naar huis. In uitzonderlijke situaties moet u worden opgenomen op de verpleegafdeling.
Overstimulatiesyndroom uitklapper, klik om te openen
Elke vrouw die behandeld wordt met hormonen om meerdere eiblaasjes te laten groeien, loopt het risico op een overstimulatie. Overstimulatie is de veelgebruikte term voor Ovarieel Hyper Stimulatie Syndroom (OHSS).
Vooral als er veel eiblaasjes groeien en de hormoonwaarde (oestradiol) in het bloed erg hoog wordt, neemt het risico toe. Door de overmatige groei van de eierstokken, kan de bloedvatwand doorlaatbaar worden. Het gevolg is dat er vocht lekt naar de buikholte. Hierdoor wordt het bloed stroperig en is er een verhoogde kans op een bloedstolsel in een bloedvat, bijvoorbeeld trombose.
In onderstaande folder is meer informatie te vinden en instructie over wat te doen bij een verhoogd risico op het overstimulatie syndroom
Als u klachten hebt uitklapper, klik om te openen
Als u klachten heeft: buiten kantooruren kunt u contact opnemen met de dienstdoende gynaecoloog.
Spoed
Bent u bij ons onder behandeling (IVF/ICSI of IUI) en heeft u met spoed hulp nodig? Neem dan contact op het UMC Utrecht.
Bel: 088 755 55 55
- Vraag naar sein 71608 (verpleegkundige).
- Na 17.00 uur: vraag naar de dienstdoende assistent Verloskunde.
- In het weekend: vraag naar sein 71608. Is de verpleegkundige niet aanwezig? Vraag dan naar de dienstdoende assistent Verloskunde.