De verpleegkundige begeleidt u naar een bed op de dagbehandeling. Tijdens het onderzoek moet u op bed blijven liggen. U mag wel gewoon naar het toilet.
De verpleegkundige prikt een infuusnaald in uw arm. Dit infuus gebruikt de verpleegkundige om bloed af te nemen en CRH toe te dienen. Na het prikken van het infuus, neemt de verpleegkundige bloed af. Na een half uur neemt de verpleegkundige nogmaals een buisje bloed af. Daarna dient de verpleegkundi-ge via het infuus CRH toe. U kunt hiervan een voorbijgaand warmtegevoel in de hoofd, nek en bovenlichaam ervaren. Soms ontstaat er ook een lichte reuk en smaakverandering. Deze bijwerkingen zijn onschuldig en verdwijnen snel. Na toediening van CRH neemt de verpleegkundige op verschillende tijden bloed af.
De test is beëindigd na de laatste bloedafname, dat is twee uur na toediening van CRH. De verpleegkundige verwijdert het infuus en dekt het wondje af met een gaasje. Uw bloed wordt in het laboratorium onderzocht.