Een longpunctie is een prik door de borstwand, tussen de ribben door. Met de prik wordt een stukje longweefsel weggehaald zodat het weefsel onderzocht kan worden. Patiënten vinden een longpunctie over het algemeen weinig belastend.
In deze folder bevindt zich extra informatie door middel van een Indiveo animatie. Scan de bovenste QR-code met uw telefoon om deze animatie te bekijken.
Plaats en duur
Het onderzoek vindt plaats op de radiologie afdeling, receptie 19.
Het duurt ongeveer een half uur tot één uur. U blijft vervolgens nog twee uur ter controle op de verpleegafdeling Longziekten. U kunt na de punctie een klaplong (pneumothorax) of een longbloeding krijgen. Als de klaplong klachten geeft of uitbreidt, moet u opgenomen blijven in het ziekenhuis voor verdere behandeling hiervan. Een longbloeding stopt vaak vanzelf.
Voorbereiding uitklapper, klik om te openen
U hoeft niet nuchter te zijn. Gebruikt u bloedverdunnende middelen (zoals sintrom, marcoumar, ascal, aspirine), meldt dit dan vooraf aan uw longarts.
Tijdens het onderzoek uitklapper, klik om te openen
Voor dit onderzoek gaat u op het bed liggen onder de CT-scan. De houding is afhankelijk van de plaats van de punctie. U trekt dan de bovenkleding uit.
- Uw huid wordt gedesinfecteerd met jodium.
- De radioloog geeft u een injectie op de plaats van de longpunctie, die de huid en het borstvlies verdooft. Dit voelt aan als een ‘gewone bloedprik’. Sommige mensen vinden dit pijnlijk (zie figuur 1).
- De radioloog brengt daarna een naald in. Deze gaat door de borstwand, tussen de ribben door, tot in de afwijking in de long. Dit gebeurt onder direct zicht middels de CT-scan. Zodoende kan de radioloog precies zien waar de afwijking zit en daarin prikken.
- Op de plaats waar de afwijking te zien is maakt de arts één of meerdere stukjes weefsel los.
- Er kan een hoestprikkel ontstaan die soms als vervelend wordt ervaren.
- Hierna verwijdert hij de naald weer.
- U krijgt een pleister op de plaats van de punctie.
- Daarna wordt u teruggebracht naar de longafdeling.
Na het onderzoek uitklapper, klik om te openen
Op de afdeling moet u twee uur plat in bed blijven liggen. Dit is om het gaatje de tijd te geven om te herstellen. U mag wel eten en drinken.
Uw bloeddruk en polsslag worden regelmatig gecontroleerd. Mocht u na het onderzoek bloed ophoesten of benauwd worden, waarschuw dan direct de verpleegkundige. Ter controle wordt er na 2 uur een röntgen- foto van de longen gemaakt. Na het maken van deze foto beoordeelt de longarts of u weer naar huis mag.
Er kan een kleine luchtlekkage via het gaatje naar de long optreden. Hierdoor kan een klaplong (pneumothorax) ontstaan. Als deze complicatie optreedt, zijn extra controles noodzakelijk. Soms is het noodzakelijk om een dun slangetje (drain) tussen de longvliezen in te brengen om de ingeklapte long weer te laten ontplooien. Dit gebeurt onder plaatselijke verdoving. U blijft in het ziekenhuis totdat de drain er weer uit kan. Dit duurt enkele dagen.
De uitslag
Na het onderzoek krijgt u een afspraak mee voor de polikliniek. Daar hoort u de uitslag van het onderzoek van uw eigen longarts.
De patholoog onderzoekt het weggenomen weefsel. Dit onderzoek duurt minimaal één week. De longarts bespreekt met u òf met u en uw familie de uitslag. Mede op basis van de uitslag van het weefsel- onderzoek kan de longarts samen met u een verdere behandeling van uw longziekte bepalen. Soms levert de longpunctie niet voldoende materiaal op of kan er geen duidelijke diagnose gesteld worden. De longarts zal dan met u andere opties bespreken qua onderzoek.
Contact uitklapper, klik om te openen