1 apr: RSV-infectie komt vaak voor bij ouderen, maar veroorzaakt zelden ernstige klachten
1 apr: RSV-infectie komt vaak voor bij ouderen, maar veroorzaakt zelden ernstige klachten
Studies onder leiding van de RSV Research Group van het UMC Utrecht laten zien dat infectie met het respiratoir syncytieel virus (RSV) ook vaak voorkomt bij ouderen, met een incidentie van 5,7 procent in Europa. In tegenstelling tot zuigelingen veroorzaakt de infectie zelden ernstige klachten bij zelfstandig wonende volwassenen ouder dan 60 jaar. Desalniettemin moeten zorgverleners waakzaam blijven bij patiënten die een verhoogd risico lopen op een ernstig verloop van de infectie wanneer RSV de vermoedelijke ziekteverwekker is.
RSV is vooral bekend vanwege de - soms ernstige - acute luchtweginfecties die dit virus bij zuigelingen kan veroorzaken. Af en toe is een ziekenhuisopname of zelfs opname op de intensive care noodzakelijk. Sterfte in landen met een hoog inkomen is zeldzaam, maar RSV vormt een groot probleem in lage-inkomenslanden met naar schatting 60.000 sterfgevallen in het ziekenhuis bij kinderen jonger dan 5 jaar. Bij ouderen verlopen RSV-infecties gewoonlijk milder dan bij kinderen, maar door een verhoogde kwetsbaarheid vanwege veroudering van het immuunsysteem en onderliggende aandoeningen kan RSV nog steeds leiden tot ernstige acute luchtweginfecties en sterfte bij risicopatiënten (bijvoorbeeld bij patiënten met COPD).
Hoewel RSV-infectie bij ouderen wordt erkend als een belangrijk gezondheidsprobleem, is de ziektelast ervan buiten het ziekenhuis en verpleeghuizen grotendeels onbekend. Daarom heeft promovendus Koos Korsten (Afdeling Kinderinfectieziekten en Immunologie, Wilhelmina Kinderziekenhuis/UMC Utrecht) de ziektelast van RSV-infecties bij zelfstandig wonende ouderen onderzocht met behulp van gegevens van het REspiratory Syncytial virus Consortium in EUrope (RESCEU) onderzoek.
Ziektelast van RSV bij ouderen
In een studie uitgevoerd in Antwerpen (België), Utrecht (Nederland) en Oxford (Verenigd Koninkrijk), onlangs gepubliceerd in het European Respiratory Journal, werden 1.040 deelnemers ≥60 jaar gerekruteerd uit huisartsenpraktijken gedurende twee RSV-seizoenen (527 in seizoen 2017-2018, 513 in seizoen 2018-2019). De mediane leeftijd was 75 jaar en de deelnemers woonden bijna allemaal nog zelfstandig. De gemiddelde incidentie van RSV-infectie in deze relatief gezonde populatie gedurende de twee seizoenen was 5,7 procent. De meeste RSV-infecties waren mild en er werden geen patiënten opgenomen in het ziekenhuis en ook overleed er niemand aan de infectie. Bij de 36 patiënten met PCR-bevestigde acute luchtweginfectie door RSV was de gemiddelde duur van de symptomen 19 dagen, terwijl in 31 procent van de gevallen een doktersbezoek plaatsvond. Bovendien kon een acute luchtweginfectie door RSV niet klinisch worden onderscheiden van andere luchtweginfecties (zoals influenza) op basis van klinische symptomen.
Koos Korsten concludeert: “Ons onderzoek onder oudere zelfstandig wonende volwassenen laat zien dat infectie met het RS-virus veel voorkomt, maar dat deze zelden ernstige verloopt. Dit suggereert dat de huisarts ouderen goed moet blijven volgen om diegenen te identificeren die meer intensieve zorg nodig hebben indien er een vermoeden is van een RSV-infectie."
Rol van kinderen
Een andere interessante bevinding in de RESCEU-studie was dat blootstelling van oudere volwassenen aan kinderen <5 jaar gepaard ging met een verhoogd risico (Odds ratio 1,58, 95% CI 1,28-2,08, p=0,001) op een acute luchtweginfectie (inclusief influenza, RSV en andere pathogenen). Hoewel dit verhoogde risico ook van toepassing kan zijn op RSV, was de studie niet groot genoeg om de relatie tussen blootstelling aan jonge kinderen en RSV-infectie bij ouderen te kunnen vaststellen. Het risico op een acute luchtweginfectie was het hoogst bij degenen met vaakst contact met een jong kind (bijvoorbeeld grootouders die op hun kleinkinderen passen). Geschat werd dat ongeveer 10 procent van alle acute luchtweginfecties bij ouderen kan worden toegeschreven aan blootstelling aan jonge kinderen.
“Hoewel beperking van contacten tussen jonge kinderen en ouderen zinvol kan zijn tijdens een epidemie of bij zeer kwetsbare patiënten, zijn er duidelijke sociale en economische redenen die het handhaven van dergelijke maatregelen bemoeilijken. Daarom kan vaccinatie van kinderen tegen luchtweginfecties een interessante optie zijn om het aantal acute luchtweginfecties bij ouderen indirect te verminderen”, besluit Koos Korsten.
Het RESCEU-project
De RSV Research Group van het UMC Utrecht leidt de prospectieve klinische cohortstudies binnen RESCEU. RESCEU streeft ernaar om robuust bewijs te ontwikkelen over de ziektelast van RSV en de economische impact ervan; het tot stand brengen van een duurzame multidisciplinaire community van belanghebbenden in heel Europa uit de academische wereld, de volksgezondheid, wetenschappelijke verenigingen, patiëntenorganisaties, regelgevende instanties en de industrie; en een infrastructuur bieden om toekomstige studies met RSV-vaccins en therapieën uit te voeren. RESCEU heeft financiering ontvangen van de Innovative Medicines Initiative 2 Joint Undertaking onder subsidieovereenkomst nr. 116019. IMI ontvangt steun van het Horizon 2020 onderzoeks- en innovatieprogramma van de Europese Unie en de European Federation of Pharmaceutical Industries and Associations (EFPIA). Bezoek voor meer info www.resc-eu.org.
Promotie
Koos Korsten (1989, Utrecht) promoveert op 1 april 2021 aan de Universiteit Utrecht. De titel van zijn proefschrift is “Respiratory syncytial virus infections on both ends of the age spectrum”. Promotor is prof. dr. Louis Bont en copromotor is dr. Joanne Wildenbeest (beiden Afdeling Kinderinfectieziekten en Immunologie, Wilhelmina Kinderziekenhuis/UMC Utrecht). In 2020 is Koos Korsten gestart als ANIOS kindergeneeskunde bij Ziekenhuis Gelderse Vallei in Ede.