19 jan: Verbetering van de risicobeoordeling van het allergene potentieel van nieuwe voedingsmiddelen
Onderzoekers van het UMC Utrecht hebben ontdekt dat het vermogen van een eiwit om antilichamen in ons lichaam uit te lokken een interessante parameter is om het allergene potentieel van nieuwe voedseleiwitten uit te drukken. Daarnaast creëerden ze een raamwerk dat gevolgd kan worden zodat regelgevers acceptatie- of afwijzingscriteria kunnen opstellen voor nieuwe voedseleiwitten. Dit waren de belangrijkste conclusies van de studies die Mark Smits presenteerde in zijn proefschrift waarom hij recent promoveerde.
Zowel de eiwitconsumptie als de wereldbevolking nemen toe, wat leidt tot een urgente vraag naar nieuwe, duurzame voedseleiwitbronnen. De introductie van nieuwe eiwitbronnen (bijv. insecten of algen) is echter niet zonder risico. Nieuwe eiwitbronnen kunnen nieuwe voedselovergevoeligheden en -allergieën veroorzaken en/of kruisreactieve allergieën uitlokken bij reeds allergische personen. Het is daarom erg belangrijk dat we het allergene potentieel van nieuwe eiwitten accuraat kunnen beoordelen en voorspellen. Voorspellende methodes die dit allergene potentieel accuraat kunnen beoordelen, kunnen doeltreffender ontwikkeld worden wanneer men het eens is over welke maatstaf gebruikt moet worden om dit potentieel te karakteriseren. Er zijn in het verleden al diverse methodes voorgesteld die gebruikt kunnen worden om het allergene potentieel te beoordelen en uit te drukken en er regelgeving voor op te stellen.
Nieuwe voedseleiwitten
In zijn proefschrift evalueerden Mark Smits (Afdeling Dermatologie en Allergologie, UMC Utrecht en TNO, Utrecht) en collega's de sensibiliserende potentie van een eiwit, dat volgens hen het hoogste potentieel heeft om het allergene potentieel van nieuwe voedseleiwitten nauwkeurig te karakteriseren. Het criterium van het sensibiliserend vermogen wordt reeds toegepast bij de classificatie en etikettering op andere gebieden van risicobeheer (zoals bij chemische stoffen) en er zijn methoden ontwikkeld om het sensibiliserend vermogen te beoordelen. Bovendien hebben zij een kader aangereikt dat meerdere stappen omvat die kunnen worden gevolgd om regelgevers in staat te stellen aanvaardings- of afwijzingscriteria voor nieuwe voedseleiwitten vast te stellen. Mark Smits onderzocht ook of bepaalde methoden het potentieel hebben om het allergene potentieel van eiwitten te voorspellen en hoe deze kunnen worden verbeterd. Hij ontdekte dat de genexpressie van bloedcellen die aan eiwitten zijn blootgesteld, kan hiervoor mogelijk worden gebruikt. Ook vond hij dat vertering en opname van eiwitten van invloed kunnen zijn op het allergene potentieel van eiwitten en dat hier dus rekening mee gehouden moet worden bij het ontwikkelen van methoden die het allergene potentieel kunnen beoordelen.
Mark Smits concludeert: "Het belangrijkste resultaat van mijn onderzoek is dat we hebben ontdekt dat een specifieke eigenschap, namelijk het vermogen van een eiwit om antilichamen in ons lichaam uit te lokken, een interessante parameter is om de allergeniciteit van nieuwe voedseleiwitten mee uit te drukken. Bovendien hebben we een kader gecreëerd dat kan worden gevolgd, zodat regelgevende instanties acceptatie- of afwijzingscriteria kunnen vaststellen voor nieuwe voedseleiwitten."
Allergie of intolerantie?
Voedselallergie wordt veroorzaakt door een overgevoeligheidsreactie van het immuunsysteem op verder onschadelijke eiwitten in voedsel. De voedseleiwitten die een dergelijke immuun-gemedieerde overgevoeligheidsreactie veroorzaken, worden allergenen genoemd. Zelfs een minieme hoeveelheid van het allergeen kan al leiden tot tekenen en symptomen zoals spijsverteringsproblemen, netelroos of gezwollen luchtwegen. Bij sommige mensen kan een voedselallergie leiden tot ernstige symptomen of zelfs een levensbedreigende reactie die bekend staat als anafylaxie. Voedselallergie treft naar schatting 8 procent van de kinderen onder de 5 jaar en tot 4 procent van de volwassenen. Terwijl er geen behandeling is, ontgroeien sommige kinderen hun voedselallergieën als zij ouder worden. Het is gemakkelijk om een voedselallergie te verwarren met een veel vaker voorkomende reactie die bekend staat als voedselintolerantie. Hoewel het vervelend is, is voedselintolerantie minder ernstig en is het immuunsysteem niet betrokken.
Promotie
Mark Smits (1992, Geldrop) verdedigde op 19 januari 2022 zijn proefschrift aan de Universiteit Utrecht. De titel van zijn proefschrift is "Improving allergenicity risk assessment of novel foods". Promotoren waren prof. dr. Geert Houben (Center for Translational Immunology, UMC Utrecht en TNO, Utrecht) en prof. dr. André Knulst (Afdeling Dermatologie en Allergologie, UMC Utrecht). Copromotoren waren dr. Thuy-me Le en dr. Kitty Verhoeckx (beiden afdeling Dermatologie en Allergologie, UMC Utrecht). De studies in dit proefschrift maken deel uit van het internationale ScenoProt project. In augustus 2021 is Mark Smits gestart als Life Sciences Consultant bij Quality by Design en werkt hij tevens als Senior Associate Quality Assurance bij Amgen, beiden in Breda.