De toekomst van bloedverdunners na dotterbehandeling in de benen
De toekomst van bloedverdunners na dotterbehandeling in de benen
Pijn bij elke stap, nachtelijke onrust door pijnlijke benen, en zelfs het ontwikkelen van wonden aan de voeten - dit zijn de dagelijkse realiteiten voor patiënten met perifeer vaatlijden. Dit wordt vaak omschreven als ‘slagaderverkalking’ en uit zich in zogenaamde etalagebenen. Voor Anneke, een 77-jarige wandelliefhebster, betekende deze diagnose een flinke verandering in haar levensstijl.
“Het is ontzettend vervelend. Ik wandelde graag, maar juist dat is nu zo ontzettend pijnlijk geworden. Ik kan die afstanden gewoon echt niet meer lopen.” Uiteindelijk bracht een dotterbehandeling tijdelijke verlichting, waarbij de verstopping in het bloedvat wordt opgeheven en lokaal weer wijder wordt gemaakt door een ballon. Hierdoor kan er weer meer bloed naar de benen stromen. Een dergelijke ingreep is altijd gekoppeld aan het voorschrijven van bloedverdunnende medicatie, alleen weten we nog niet welk middel het beste werkt. Dit is waar het CLEAR-PATH onderzoek, die de effectiviteit van bloedverdunners na dotterbehandelingen onderzoekt, hoop biedt op een betere behandeling voor deze patiënten.
Perifeer vaatlijden is een chronische ziekte die leidt tot verstoppingen in de bloedvaten van de benen, waardoor te weinig zuurstof de benen bereikt. Deze aandoening komt voor bij maar liefst 56 procent van de Nederlanders boven de 85 jaar. Niet alleen bij patiënten die roken, maar het is ook een echte ouderdomsziekte. Naast het enorme ongemak dat deze aandoening meebrengt, zitten er nog ernstigere gevolgen aan vast. Mensen met verkalkte beenvaten hebben namelijk 20 procent kans om binnen vijf jaar ook een hart- of herseninfarct te krijgen. Daarnaast is verkalkte beenvaten een ziektebeeld waarbij de kans groot is dat het terugkomt, zoals bij Anneke. Inmiddels is Anneke ook voor haar andere been al twee keer gedotterd, en moet ze binnenkort weer terug naar het ziekenhuis. Om complicaties na een dotterbehandeling te verkleinen en de resultaten te verbeteren, worden er bloedverdunners gegeven. Welke (combinatie van) bloedverdunners het beste werkt, is wereldwijd echter nog onduidelijk.
CLEAR-PATH: Eén of twee bloedverdunners na dotteren?
In het CLEAR-PATH onderzoek wordt gekeken naar de werking van verschillende bloedverdunners na een dotterbehandeling. Vaak worden de bloedverdunners clopidogrel met of zonder aspirine (ook wel acetylsalicylzuur) voorgeschreven na een dotterbehandeling. “Dat beide mogelijkheden werken weten we zeker, maar het is vooralsnog onduidelijk wat het beste werkt: één of twee bloedverdunners na een dotterbehandeling,” vertelt arts-onderzoeker Emilien Wegerif. In het CLEAR-PATH onderzoek beoogt zij voor haar promotieonderzoek op de afdeling vaatchirurgie van het UMC Utrecht met prof. Gert Jan de Borst, en dr. Çagdas Ünlü (Noordwest ziekenhuis), hier meer duidelijkheid in te krijgen.
“De vergelijking die we nu maken is nog nooit eerder uitgevoerd, en dat is eigenlijk raar”, merkt Gert Jan de Borst op. “Er is onderzoek gedaan naar té voorzichtige en té agressieve bloedverdunners, maar niet naar welke balans hiertussen moet zijn.” In het CLEAR-PATH onderzoek worden geen nieuwe bloedverdunners getest, het gaat slechts om het vergelijken van de werking van al bestaande bloedverdunners of een combinatie ervan. Emilien Wegerif legt het verschil uit: “Bij twee bloedverdunners is de kans op een nieuwe opstopping klein, maar ontstaan er eerder bloedingen. Aan de andere kant ontstaan er met één bloedverdunner minder bloedingen maar is de kans op opnieuw een verstopping groter. We willen heel graag weten wat beter werkt. Uiteindelijk is ons doel om de internationale richtlijnen te veranderen naar wat het beste is voor de patiënt. We hebben te maken met een kwetsbare patiëntengroep, die veel problemen ervaart. Met het CLEAR-PATH onderzoek gaan wij daarom proberen om dit net wat beter te maken.”
Deelnemen aan CLEAR-PATH
Aan het CLEAR-PATH onderzoek doen veel verschillende ziekenhuizen mee door het land om zoveel mogelijk patiënten te verzamelen. In dit onderzoek worden de patiënten willekeurig in twee groepen gedeeld. Eén groep krijgt clopidogrel in combinatie met een zogenaamde placebo (een pil zonder werkende stof), en de andere groep krijgt clopidogrel met aspirine. De patiënten worden gevraagd om een jaar lang deze bloedverdunners te slikken, waarna de onderzoekers aan de hand van herhaaldelijke vragenlijsten kunnen meten of er een verschil is in de uitkomsten van de twee groepen.
Om in 2027 de eerste resultaten te kunnen uitbrengen, streven de onderzoekers ernaar om in totaal 1700 patiënten in het onderzoek op te nemen. Anneke werd door haar arts benaderd om mee te doen met het CLEAR-PATH onderzoek. “Tuurlijk wilde ik meedoen,” zegt Anneke hoopvol. “Ik zou toch al medicijnen moeten slikken na mijn dotterbehandeling, en nu heb ik de kans er mensen in de toekomst mee te helpen.” Anneke hoopt dat meer mensen zich willen inzetten om antwoorden te vinden voor toekomstige patiënten met vaatlijden. “Voor mij is het een kleine moeite en baadt het niet, dan schaadt het niet. Ik hoop dat met mijn deelname de artsen in de toekomst patiënten beter kunnen helpen.”
Deelnemende ziekenhuizen
De initiatiefnemers van dit onderzoek zijn prof. dr. G. J. de Borst (hoogleraar vaatchirurgie, Universitair Medisch Centrum Utrecht) en dr. Ç. Ünlü (vaatchirurg, NoordWest Ziekenhuisgroep). De dagelijkse uitvoering van de trial is in handen van drs. E.C.J. Wegerif, MSc, Drs. L.J. Vijn en M.I. Generaal, MSc. Aan dit onderzoek zijn 15 ziekenhuizen aangesloten.
Meedoen aan dit onderzoek?
Patiënten kunnen benaderd worden door hun arts om mee te doen, maar ze kunnen ook zelf informeren of zij in aanmerking komen voor deelname. Kijk hiervoor op www.clearpathtrial.nl.