Sporten met hemofilie
Net zoals bij mensen die geen hemofilie hebben neemt het risico op hart- en vaatziekten, overgewicht en botontkalking af door te sporten. Daarnaast is veel bewegen belangrijk voor mensen met hemofilie omdat goed ontwikkelde spieren en een goede balans kunnen helpen om gewrichtsproblemen te voorkomen.
Helaas betekent sporten ook risico’s op blessures. Maar we wisten eigenlijk niet goed of mensen met hemofilie meer risico zouden hebben op blessures dan mensen die geen hemofilie hebben. Daarom zijn we vorig jaar gestart met een onderzoek naar sportblessures bij patiënten met hemofilie. Dit onderzoek loopt nog, maar we kunnen wel al een eerste tipje van de sluier oplichten.
Sporten
Meer dan 70% van de kinderen en jongeren die onder behandeling zijn bij de Van Creveldkliniek doet ten minste één keer per week aan sport. Dat is net zoveel als kinderen zonder hemofilie. Van de sportende kinderen met hemofilie doet 80% een risicosport. Risicosporten zijn sporten waarbij er een hoger risico bestaat op botsingen en blessures dan bij andere sporten. Voetbal en hockey de bekendste voorbeelden hiervan.
Blessures
Van de 102 sportende kinderen en jongeren die meedoen aan het onderzoek hebben we onderzocht hoeveel blessures zij hebben gehad de afgelopen 3 jaar. In die hele groep waren maar 56 blessures. 65% van deze jongens had zelfs helemaal geen blessures in deze periode. Ook dit lijkt heel erg op kinderen zonder hemofilie. Oftewel, jongens met hemofilie hebben niet meer risico om blessures op te lopen dan andere jongens!
Meedoen?
We willen hier natuurlijk nog veel meer over weten. Daarom dus we nog steeds op zoek naar mensen die aan dit onderzoek mee willen doen. Ben je tussen geboren tussen 1 januari 1970 en 31 december 2011, sport je minstens één keer per week, en vind je het leuk om mee te doen aan ons sportonderzoek? Neem dan contact op met onderzoeker Olav Versloot via o.versloot@umcutrecht.nl of je dokter bij de Van Creveldkliniek.