Effectiviteit van 2G en 3G is afgenomen
Onderzoekers van de TU Delft, UMC Utrecht en Populytics onderzochten in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport in hoeverre verschillende varianten van het coronatoegangsbewijs (CTB) kunnen bijdragen aan het tegengaan van de verspreiding van het coronavirus in de samenleving. 3G en 2G zijn op dit moment een stuk minder effectief in het tegengaan van de verspreiding van het virus dan twee maanden geleden. Een 1G beleid (alleen recent negatief geteste mensen krijgen toegang) is een stuk effectiever. Maar ook met 1G kan het reproductiegetal op dit moment niet onder de 1,0 worden gebracht.
Het onderzoek
In Nederland werd in 2021 een 3G beleid toegepast: bezoekers van bepaalde locaties moesten middels het coronatoegangsbewijs (CTB) aantonen dat ze recent negatief getest, genezen of gevaccineerd waren. Andere Europese landen kozen voor een 2G beleid, waarbij alleen mensen die genezen of gevaccineerd zijn toegang kregen. Een 1G beleid (wat alleen recent negatief geteste mensen toegang geeft) is ook in het publieke debat genoemd als optie. Het doel van dit onderzoek is om te onderzoeken hoe effectief deze varianten van het CTB zijn in het tegengaan van de verspreiding van het virus in de samenleving. Het onderzoek bestaat uit twee modelstudies en een gedragsonderzoek. De modelstudies waren gericht op: (1) het individuele besmettingsrisico en ziekenhuisopnames van bezoekers van CTB-locaties, en (2) het effect van CTB beleid op de verspreiding van het virus in de samenleving (het reproductiegetal). Het gedragsonderzoek is uitgevoerd onder 3.079 Nederlanders, waarvan er 783 ongevaccineerd waren. Het onderzoek werd begeleid door een klankbordgroep met experts van Erasmus MC, Erasmus Universiteit Rotterdam, TU Delft, UMC Utrecht en de Radboud Universiteit.
Conclusies over de effectiviteit van CTB-beleid
Een CTB-beleid kan het aantal besmettingen en ziekenhuisopnames onder bezoekers van CTB-locaties verlagen. Het invoeren van een 1G-beleid heeft een grotere invloed op het verlagen van besmettingen en ziekenhuisopnames onder bezoekers dan het invoeren van een 2G- of 3G-beleid. 2G en 3G verlagen het aantal besmettingen en ziekenhuisopnames onder bezoekers van CTB-locaties, maar dit effect is een stuk lager geworden door de intrede van de Omikronvariant.
In november 2021 kon het CTB met 3G ervoor zorgen dat het reproductiegetal onder de 1,0 kon worden gebracht. De verspreiding van het virus kon worden afgeremd, omdat de minder besmettelijke Deltavariant op dat moment dominant was. In januari 2022 kan het CTB met 2G of 3G er niet voor zorgen dat het reproductiegetal onder de 1,0 wordt gebracht door de hogere besmettelijkheid van de Omikronvariant.
Het effect van 1G op de verspreiding van het virus in de samenleving is minder afhankelijk van de mate van immuniteit van de bevolking dan 2G of 3G. Het effect is vooral groot als 1G op veel locaties (en dus contacten) van toepassing is, en de kwaliteit van de toegangstesten hoog is.
Het effect van 2G en 3G op de verspreiding van het virus in de samenleving hangt sterk af van de mate van immuniteit van de bevolking. 2G en 3G zijn vooral effectief bij een groot verschil in bescherming tegen besmetting tussen aan de ene kant de groep ongevaccineerden die geen CTB heeft, en aan de andere kant de groep die een CTB heeft gekregen via een vaccin of een herstelbewijs. Uit het onderzoek blijkt dat de effectiviteit van 2G en 3G toeneemt als het beleid wordt toegepast op meer locaties. De effectiviteit van 2G en 3G is hoger als de groep ongevaccineerden die COVID-19 nog niet heeft doorgemaakt groter is. Eventuele fraude met toegangsbewijzen en kwaliteit van testen heeft veel minder invloed op de effectiviteit van 2G en 3G.
Het effect op het beperken van de verspreiding van het virus in de samenleving door middel van een CTB is een stuk kleiner geworden door de intrede van de Omikronvariant. Een belangrijke verklaring voor de beperkte effectiviteit van 2G en 3G is de afnemende bescherming van vaccinatie tegen besmetting met de Omikronvariant. In een optimale situatie kan het invoeren van 2G op alle andere locaties dan school en thuis (denk aan werk, horeca en supermarkten) in januari 2022 leiden tot een 16,0% reductie van het reproductiegetal, bij 3G is dit 15,3%. In de optimale situatie kan het invoeren van 2G op alle andere locaties dan school, thuis en werk in januari 2022 leiden tot een 9,8% reductie van het reproductiegetal en bij 3G is dit 5,4%. De bovenstaande cijfers gaan over de optimale situatie, waarbij we ervan uitgaan dat het coronatoegangsbewijs veel invloed heeft op het gedrag van ongevaccineerden die geen lange termijn CTB hebben. Het gedragsonderzoek laat echter zien dat een grote groep ongevaccineerden voor alternatieve activiteiten met andere mensen dan hun gezinsleden zal kiezen als zij geen toegang meer hebben tot bepaalde locaties. Daardoor vervangen zij contacten met een hoog besmettingsrisico voor andere contacten met een hoog besmettingsrisico waardoor de effectiviteit van 2G en 3G CTB lager zal zijn dan in de optimale situatie.
Het invoeren van 1G is een stuk effectiever. Het invoeren van dit beleid op alle andere locaties dan thuis, school en werk leidt maximaal tot een reductie van het reproductiegetal van 19,2%. In de meest optimale situatie leidt het invoeren van 1G op alle andere locaties dan school en thuis tot een 44,9% reductie van het reproductiegetal. Maar ook als 1G op zoveel plaatsen wordt ingevoerd, blijft het reproductiegetal hoger dan 1,0.
Conclusies gedragsonderzoek
Een substantiële groep Nederlanders die de eerste vaccins heeft genomen, twijfelt of zij zullen kiezen voor de boosterprik. De twijfel is met name groot onder jongeren en onder mensen die de eerste vaccins pas hebben genomen een paar maanden nadat zij een uitnodiging kregen. De groep ongevaccineerden die aangeeft dat ze een vaccin zullen nemen als het coronatoegangsbewijs wordt afgeschaft is groter dan de groep die zegt een vaccin te nemen als de overheid 2G invoert of op meerdere plekken 3G invoert (werk/onderwijs). We schatten in dat ongeveer 650.000 ongevaccineerde volwassen Nederlanders in november 2021 locaties bezochten waarvoor een coronatoegangsbewijs vereist was. Tussen de 300.000 en de 325.000 mensen deden dit nadat zij een negatieve test hadden gedaan. Als deze groep geen toegang meer krijgt tot deze locaties door invoering van 2G, dan kiest ongeveer 40% voor alternatieve activiteiten met andere mensen dan hun gezinsleden. Zij komen dan bijvoorbeeld thuis bij elkaar in plaats van dat zij afspreken in een café. De overige 60% kiest niet voor alternatieve activiteiten of alleen voor alternatieve activiteiten met gezinsleden.
Meer informatie
De volledige publicatie is hier te lezen.
Onderzoeker Niek Mouter, N.Mouter@tudelft.nl
Persvoorlichting: Dimmy van Ruiten, D.M.vanRuiten@tudelft.nl, 015 278 1588