Netwerk Aangeboren Hartafwijkingen: “Samenwerking maakt het echt beter!”
Hoe kan de toegankelijkheid en kwaliteit van de academische hart- en kinderzorg behouden blijven en tegelijkertijd worden voldaan aan de wens tot zorgconcentratie? Die puzzel hield de gemoederen flink bezig de afgelopen jaren. De umc’s van Leiden, Utrecht, Amsterdam en Groningen sloegen de handen ineen voor een innovatief staaltje omdenken: als we teams van professionals naar de patiënten laten reizen in plaats van andersom, waar komen we dan op uit? Die gedachte leidde tot het Netwerk Aangeboren Hartafwijkingen (Netwerk AHA).
Samen kennis en expertise nog sterker laten groeien. Zorg zo dicht mogelijk bij de patiënten houden. Geavanceerde voorzieningen behouden voor patiënten met aangeboren hartafwijkingen. Dat is wat het nieuwe Netwerk Aangeboren Hartafwijkingen (Netwerk AHA), een samenwerkingsverband tussen vier umc’s, beoogt. Netwerk AHA is het antwoord van de umc’s op de wens om complexe zorg te concentreren. Die concentratie is nodig om te zorgen dat professionals voldoende patiënten zien met bepaalde zeldzame aandoeningen, zodat hun kennis en vaardigheden daarover toenemen.
Intensief samenwerken
Op 21 november presenteerde Hans van Goudoever (voorzitter raad van bestuur, Amsterdam UMC), de naam van het nieuwe netwerk op een symposium in Amsterdam UMC. “In oktober is de samenwerkingsovereenkomst getekend. Die samenwerking wordt intensief en niet vrijblijvend. Dit jaar nog leggen we afspraken vast over hoe we onze samenwerking verder intensiveren. We gaan invulling geven aan het landelijk multidisciplinair overleg en andere vormen van informatie-uitwisseling. De medisch specialisten, wetenschappelijke verenigingen en patiëntenorganisaties buigen zich over de manieren waarop we dat gaan doen. Met als doel: de beste zorg voor de patiënt.”
Het symposium is daar een voorbeeld van. Op videoschermen is te zien hoe teams van gespecialiseerde behandelaars uit de vier centra samen complexe ingrepen verrichten met geavanceerde apparatuur. Rob de Winter (hoogleraar Klinische cardiologie en interventie-cardioloog, Amsterdam UMC) is blij met “Vier umc’s die hier vierkant achter staan. We gaan steeds meer bij elkaar in de keuken kijken en bij elkaar over de vloer komen. Zo bouwen we ervaring op met bijzondere procedures én blijven onze patiënten hun eigen dokter zien.”
Samen verantwoordelijk
In korte tijd is er veel bereikt, concludeert De Winter, samen met collega's Eduard Verhagen (UMCG), Gregor Krings (UMC Utrecht) en Nico Blom (LUMC) eensgezind. Er is al gezamenlijk geopereerd, er zijn al zo’n 65 patiënten gezamenlijk besproken voor de optimale behandeling en er zijn al enkele tientallen multidisciplinair overleggen geweest (MDO). “Netwerk AHA-professionals voelen zich samen verantwoordelijk voor goede zorg binnen het netwerk”, vat Hans van Goudoever samen. “Het netwerk wordt intern en extern gedragen. We gaan ervoor zorgen dat patiënten op alle locaties dat gaan merken.”
De vaart erin
Eduard Verhagen (kinderarts en afdelingshoofd, UMCG): “De samenwerking is met een enorme vaart tot stand gekomen. Patiënten en ouders, de werkvloer, de raden van bestuur, iedereen zei: ‘we gáán ervoor’. Dit brengt ons synergie en geeft ons energie. Je komt samen veel verder! Over een jaar gaan we zien wat er zoal is geleverd; ik kijk er al naar uit.” Kindercardioloog Nico Blom (LUMC) sluit zich daarbij aan: “Er komt een bijna wekelijks multidisciplinair overleg binnen het netwerk en ook landelijk, om kennis te delen en expertise op te bouwen over afwijkingen die je zelden ziet. De komende tijd gaan we met elkaar verder uitwerken hoe we dat precies gaan doen. We gaan zorgpaden inrichten, richtlijnen vaststellen, data uitwisselen en uitkomsten monitoren. We gaan hier echt beter van worden!”
De samenwerking maakt het overbodig om gespecialiseerde centra te sluiten ten behoeve van concentratie van hoogcomplexe zorg op twee of drie locaties. Gregor Krings (hoofd Centrum voor Aangeboren hartafwijkingen WKZ, UMC Utrecht): “Om ervaring op te kunnen bouwen heb je schaal nodig en inderdaad, dan is Nederland al snel klein. Die schaal creëren we met dit netwerk. Wat mij betreft mag het nóg groter. Alle umc’s bij elkaar aan tafel en in de keuken, met de beste zorguitkomsten voor onze patiënten. Ik denk dat dit netwerk daarvoor een goed model is.”