SMART-ORACLE
ORACLE staat voor “Optimising Risk Assessment with CT-angiography or Calcium score in patients at high risk for a cardiovascular event?” Is het risico op hart- en vaatziekten beter in te schatten door een CT-scan van hart en vaten te maken bij patiënten die een grote kans hebben op het krijgen van deze aandoeningen?
Wat is het doel van het onderzoek?
Wij willen met deze studie onderzoeken of het in beeld brengen van het hart en een gedeelte van het vaatstelsel door middel van een CT-scan beter het risico op (verdere) problemen met het hart en de slagaders kan voorspellen dan de methodes die we nu gebruiken om dit risico in te schatten.
Op dit moment worden voornamelijk gegevens uit het vraaggesprek tussen u en de arts, het lichamelijk onderzoek, echo’s van slagaderen in de buik en hals, de bloeddruk en waarden uit bloedonderzoek gebruikt om te ‘berekenen’ hoe groot de kans is dat u in de toekomst (opnieuw) hart- en/of vaatziekten zult krijgen. Met de CT-scan die tijdens het onderzoek gemaakt wordt kunnen we de ‘conditie’ en de mate van ‘verkalking’ en ‘verdikking’ van de slagaders van het hart, de halsslagaderen en de grote lichaamsslagader (aorta) bekijken.
Aan het eind van het onderzoek (verwacht wordt na ongeveer 3 jaar) willen we kijken of er verschil is tussen de onderzoeken van de mensen die wel en de mensen die geen (nieuwe) hart- en vaatziekten hebben gekregen. Als blijkt dat mensen die (opnieuw) hart- en vaatziekten hebben gekregen al meer schade aan de slagaders hadden op de gemaakte beelden dan mensen die geen problemen hebben gekregen, weten we dat het maken van een CT-scan ons kan helpen om de mensen op te sporen die het meeste risico lopen.
Deze mensen kunnen we dan vaker controleren en intensiever behandelen. Mogelijk kan het onderzoek op deze manier bijdragen aan het terugdringen van het aantal mensen dat in de toekomst overlijdt aan hart- en vaatziekten. Als er geen verschil blijkt te zijn, weten we dat het maken van een CT-scan niet effectief is om de mensen met het grootste risico op te sporen.
Hoe wordt het onderzoek uitgevoerd?
De CT-scan wordt uitgevoerd op de afdeling radiologie. Bij het maken van de CT-scan wordt gebruik gemaakt van röntgenstraling en u zult contrastvloeistof toegediend krijgen via een infuus, dat door de laborante wordt geprikt. De contrastvloeistof zorgt ervoor dat uw hart en de bloedvaten zo goed mogelijk in beeld gebracht worden.
Uitslagen
De uitslag van uw CT-scan wordt niet bekend gemaakt aan uw behandelend polikliniek-arts en aan u persoonlijk, omdat het een aanvullend wetenschappelijk onderzoek is. Zo voorkomen we beïnvloeding van de onderzoeksresultaten. Een uitzondering is natuurlijk als er duidelijk iets aan de hand is wat uw gezondheid kan schaden en waarvoor een behandeling nodig is, dan wordt contact opgenomen met uw behandelend polikliniek-arts. Alle scans worden binnen 2 weken beoordeeld door een onafhankelijke radioloog.
Als het onderzoek na een aantal jaren is afgerond, is er voor u en uw huisarts de mogelijkheid om de uitslag van uw CT-scan te krijgen (dus informatie over de hoeveelheid kalk en verdikkingen in uw vaten), u kunt aangeven of u dit wilt op het toestemmingsformulier. Tevens kunt u hier aangeven of u de resultaten van het onderzoek als geheel wilt ontvangen in een nieuwsbrief.
Resultaten
Zodra de resultaten van het onderzoek bekend zijn, zullen deze hier worden gedeeld.
Publicaties
- Verband tussen risicofactoren voor hart- en vaatziekten en vetdichtheid rondom het hart
Deze studie keek naar de relatie tussen risicofactoren voor hart- en vaatziekten en de dichtheid van epicardiaal vetweefsel (vet rond het hart) bij patiënten met een hoog risico op hartziekten. 140 patiënten uit de SMART-studie ondergingen een CT-scan van het hart, waarbij dichtheid en volume van het vetweefsel rondom het hart werd gemeten. De analyse liet zien dat geslacht, body mass index (BMI) en hoeveelheid buikvet het sterkst verband hielden met de vetdichtheid. Vrouwen hadden een lagere vetdichtheid, net als mensen met een BMI boven de 25 of veel buikvet. De resultaten laten zien dat een lagere vetdichtheid rondom het hart wijst op een slechter risicoprofiel voor hartziekten. Dit suggereert dat de vetdichtheid een nuttiger meetinstrument kan zijn dan alleen het volume van het vetweefsel als het proces van hartziekten wordt onderzocht.
Bas T Franssens, Hendrik M Nathoe, Frank L J Visseren, Yolanda van der Graaf, Tim Leiner
Lees het volledige artikel > - Verband tussen vetdichtheid rondom het hart en kalk in de vaten van het hart bij risicopatiënten.
Deze studie onderzoekt het verband tussen de dichtheid van epicardiaal vetweefsel (vet rond het hart) en de hoeveelheid kalk in de vaten van het hart bij patiënten met een hoog risico op hart- en vaatziekten. 140 patiënten uit de SMART-studie ondergingen een CT-scan van het hart. De resultaten laten zien dat een lagere vetdichtheid vaker voorkomt bij mannen met een hogere hoeveelheid kalk in de vaten van het hart, ongeacht hun leeftijd, hartoperaties, hoeveelheid vet rond het hart of BMI. Een lagere vetdichtheid was niet gekoppeld aan een bredere verspreiding van de kalk in de vaten, maar wel aan een hogere dichtheid van de kalk per plaque. De studie suggereert dat de vetdichtheid een nuttige indicator kan zijn voor het type vetweefsel rondom het hart en kan helpen bij het begrijpen van de rol van dit vet in de ontwikkeling van hartziekten.
B.T. Franssens, H.M. Nathoe, F.L.J. Visseren, Y. van der Graaf, T. Leiner
Lees het volledige artikel > - Cardiovasculaire calcificatie op meerdere locaties: risicofactoren en relatie met terugkerende hart- en vaatziekten.
Deze studie onderzoekt de verkalking in hart- en bloedvaten bij patiënten met hart- en vaatziekten, met focus op de prevalentie, risicofactoren en het verband met terugkerende hartproblemen of vaatoperaties. Alle patiënten ondergingen een CT-scan. Bij 76% van de patiënten was de verkalking op meerdere plekken aanwezig. Ouderdom, diabetes en hoge bloeddruk waren vaak gerelateerd aan verkalking. Mannen hadden vaker verkalking in de coronaire vaten. Zowel verkalking in de aorta als in de coronaire vaten waren verbonden met terugkerende hartproblemen of vaatoperaties. In een model bleek alleen verkalking in de coronaire vaten sterk verbonden met deze terugkerende problemen, ongeacht andere risicofactoren. De studie laat zien dat verkalking vaak op meerdere plekken voorkomt en dat verkalking in de coronaire vaten het meest gerelateerd is aan terugkerende hartproblemen of operaties.
C.C. van 't Klooster, H.M. Nathoe, J Hjortnaes, M.L. Bots, I Isgum, N. Lessmann, Y van der Graaf, T Leiner, F.L.J. Visseren
Lees het volledige artikel > - De rol van kalkafzettingen in het voorspellen van terugkerende hartproblemen bij patiënten.
Dit artikel onderzoekt of het meten van kalkafzettingen in bloedvaten en hartkleppen kan helpen bij het voorspellen van toekomstige hart- en vaatproblemen bij mensen die al hart- en vaatziekten hebben. In het onderzoek werden 567 patiënten bekeken. Het bleek dat het meten van kalk in de kransslagaders (CAC) de beste manier was om te voorspellen of iemand opnieuw hart- en vaatproblemen zou krijgen. Het meten van kalk in de aorta of hartkleppen bleek minder nuttig. Door de CAC-score toe te voegen aan bestaande risicofactoren (zoals leeftijd en bloeddruk), werd de voorspelling van toekomstige hartproblemen nauwkeuriger. Dit onderzoek laat zien dat het meten van kalk in de kransslagaders een goede manier is om het risico op hartproblemen bij patiënten met hartziekten te beoordelen.
Cilie C van ’t Klooster, Yolanda van der Graaf, Hendrik M Nathoe, Michiel L Bots, Gert J de Borst, Frank L J Visseren, Tim Leiner
Lees het volledige artikel > - Screenen op hersenaneurysma's bij mensen van 35 jaar of ouder met hoge bloeddruk, aderverkalking en rookgeschiedenis.
Dit artikel onderzoekt de effectiviteit van het screenen op intracraniële aneurysma’s bij mensen van 35 jaar of ouder met hoge bloeddruk, aderverkalking en die roken. De studie vond dat 5% van de 500 onderzochte patiënten intracraniële aneurysma’s had. Het risico op het scheuren van een aneurysma was laag, en geen van de patiënten kreeg tijdens de follow-upperiode een subarachnoïdale bloeding. Aneurysma's groeiden bij één patiënt, die preventieve behandeling kreeg. De onderzoekers concludeerden dat screening bij deze groep mensen met hoge bloeddruk en die roken niet noodzakelijk is, aangezien het aantal gevallen waarbij behandeling nodig was, erg klein was. Er wordt wel gesuggereerd dat verder onderzoek nodig is, bijvoorbeeld naar subgroepen zoals vrouwen boven de 50 jaar.
Liselore A Mensing, Rick J van Tuijl, Gerard A de Kort, Irene C van der Schaaf, Frank L Visseren, Gabriel JE Rinkel, Birgitta K Velthuis, Ynte M Ruigrok
Lees het volledige artikel >