U wordt binnenkort opgenomen voor een leveroperatie. Rondom deze operatie wordt het ERAS programma toegepast. Het programma bestaat uit een aantal zorgelementen, die ervoor zorgen dat u na de operatie beter en daardoor sneller herstelt.
De behandelend arts heeft met u gesproken over het ERAS programma. Het “waarom” is hierbij zeker aan de orde gekomen. Wij kunnen ons voorstellen dat u niet alle informatie hierover heeft onthouden of dat er zaken zijn die nog niet helemaal duidelijk zijn.
In deze folder is alle belangrijke informatie op een rijtje gezet zodat u het thuis nog eens rustig kunt nalezen.
Heeft u na het lezen van deze folder en/of het gesprek met de arts en verpleegkundige nog vragen over het ERAS programma, dan kunt u van maandag tot en met vrijdag altijd telefonisch overleggen met de verpleegkundige van de screening, telefoonnummer: 088 75 55555 vragen naar zoemer 1223.
ERAS programma uitklapper, klik om te openen
ERAS is een afkorting van de engelse woorden: Enhanced Recovery After Surgery, hetgeen letterlijk vertaalt betekent: verbeterd herstel na operatie. Wij spreken liever van beter en sneller herstel.
Een ERAS programma is een kwaliteitsprogramma rondom een operatie, waarin alle factoren die een positieve invloed kunnen hebben op uw herstel zijn samengebracht.
De laatste jaren is er veel onderzoek gedaan naar de factoren die van invloed zijn op het herstel na een operatie. Daaruit blijkt het herstel na de operatie verbeterd te kunnen worden door:
- Een zo klein mogelijke operatiewond: hoe minder schade aan weefsel, des te sneller het herstel.
- Een optimale pijnbestrijding. Niet alleen de pijn wordt effectief bestreden, maar ook de nadelige effecten van pijnbestrijding op maag- en darmwerking worden zo klein mogelijk.
- Een zo kort mogelijke periode van bedrust, zodat verlies van spierkracht wordt beperkt en de ademhaling gestimuleerd.
- Een zo kort mogelijke periode van voedselonthouding, zodat gewichtsverlies en daarmee verlies van spiermassa en spierkracht wordt tegengegaan.
Naast uw algehele conditie vóór de operatie, bepaalt vooral de uitgebreidheid van de operatie of uw herstel voorspoedig zal verlopen. Meestal is het de eerste twee dagen na de operatie al duidelijk hoe uw herstel zal verlopen en of vroeg ontslag mogelijk is.
Wanneer alles voorspoedig verloopt en afhankelijk van de uitgebreidheid van de operatie, zult u 3 tot 10 dagen na de operatie naar huis mogen.In deze folder komen alle facetten van het ERAS programma bij een leveroperatie aan bod.
Optimale zorg voor de operatie uitklapper, klik om te openen
Informatie
Het traject wat u tot nu toe doorlopen heeft: U heeft informatie gekregen van de arts over de komende operatie en het ERAS programma.
Daarna heeft u een gesprek gehad met de verpleegkundige, die de gang van zaken heeft uitgelegd rondom de operatie.
U heeft een folder mee naar huis gekregen waarin u de informatie nogmaals na kunt lezen.
Pre operatieve screening
U heeft een afspraak op de polikliniek anesthesie voor een gesprek met de anesthesioloog.
De anesthesioloog beoordeelt het risico van de anesthesie (narcose) en zal, als dat nodig is, aanvullend onderzoek aanvragen om uw gezondheidstoestand in kaart te brengen.
De anesthesioloog informeert u verder over de verschillende vormen van narcose en pijnstilling na de operatie.
U bent bij de verpleegkundige screening geweest, waar u uitleg heeft gekregen over het ERAS programma.
U bent bij de apothekersassistente geweest die uw medicatiegebruik gecontroleerd heeft.
Ongewenst gewichtsverlies
Uit onderzoek is gebleken dat het genezingsproces beter verloopt als uw voedingstoestand op het moment van de operatie zo optimaal mogelijk is. Op de polikliniek meet de verpleegkundige uw lengte en gewicht en beoordeelt hij/zij aan de hand van een screeningslijst uw risico op ondervoeding. Wanneer u in de periode vóór de operatie ongewenst bent afgevallen, wordt u soms doorverwezen naar de diëtist. De diëtist zal met u overleggen op welke manier u de voeding voor de operatie zo optimaal mogelijk kunt gebruiken. Vaak is daarvoor speciale voeding nodig.
Optimale zorg de dag voor de operatie uitklapper, klik om te openen
U wordt op de operatiedag opgenomen op de verpleegafdeling C4 Oost. Een week voor de opname krijgt u dit via bureau opname te horen.
Darmvoorbereiding
U krijgt geen darm voorbereiding.
Voeding
U start met onderstaand schema op de dag voordat u geopereerd wordt.
1 | Dag voor de operatie |
|
---|---|---|
2 | Tot 6 uur voor de operatie |
|
3 | Tot 2 uur voor de operatie |
|
4 | 3-2 uur voor de operatie |
|
5 | Tot aan de operatie | medicatie met 30 ml water |
Koolhydraatrijke drank
Uit onderzoek is gebleken dat het drinken van een koolhydraatrijke drank 3-2 uur voor de operatie een positief effect heeft op het herstel na de operatie. De meeste patiënten worden nuchter opgenomen (2 uur voor aanvang van de operatie). U zult de koolhydraatrijke drank dus thuis of bij lange reistijd onderweg moeten drinken. Wanneer u 2 uur voor de operatie al in het ziekenhuis bent, krijgt u deze drank op de afdeling. Na inname van de koolhydraatrijke drank mag u tot aan de operatie niets meer drinken.
Slaap- en kalmeringstabletten
U krijgt geen slaap- of kalmeringstabletten, tenzij door de arts is voorgeschreven. Dan kunt u deze voor de operatie ook innemen.
Optimale zorg de dag van de operatie uitklapper, klik om te openen
Pijnbestrijding
Tijdens de pre-operatieve screening bespreekt de anesthesist met u welke vorm van pijnbestrijding er bij u van toepassing is na de operatie. De verschillende vormen zijn, pijnbestrijding via een infuuspomp of via een epiduraalcatheter, beide gecombineerd met zetpillen of tabletten.
Epiduraal catheter:
Voor de operatie wordt tussen de wervels, middels een ruggenprik, een slangetje (epidurale katheter) ingebracht, die het mogelijk maakt om op de plaats van de operatie de pijn te bestrijden. Door deze plaatselijke verdoving is er veel minder morfine nodig. Bijwerkingen van morfine zoals sufheid en het stil laten vallen van de darmwerking komen daarom veel minder voor. Vooral het niet stilvallen van de darmwerking is belangrijk voor een snel herstel; daardoor kunt u meteen na de operatie weer eten en drinken. Naast de epidurale pijnbestrijding krijgt u ook Paracetamol of een andere pijnstilling in tabletvorm. Het is belangrijk deze in te nemen, ook als u geen pijn heeft. Een goede pijnbestrijding is van groot belang voor het bevorderen van het herstel.
Anesthesie
De epidurale katheter zorgt voor een verdoving van het onderste deel van het lichaam. Daarnaast krijgt u ook algehele anesthesie.
De algehele anesthesie (narcose) is zo afgestemd dat u niets merkt van de operatie en binnen een half uur na het einde van de operatie weer bij bewustzijn bent. Meestal verblijft u 24 uur na de operatie op een bewaakte afdeling, afhankelijk van uw situatie kan dit korter of langer zijn. Indien nodig krijgt u nog extra pijnstilling via de epidurale katheter.
Sondes, katheters en drains
Sondes, drains en katheters worden zo min mogelijk gebruikt. Er wordt normaal gesproken geen maagslang (sonde) ingebracht, tenzij de arts dit wel nodig vindt. Meestal heeft u wel een 1 of 2 wonddrains. Tijdens de operatie wordt ook een slangetje in de blaas (blaaskatheter) ingebracht, omdat de blaas door de epidurale katheter mogelijk tijdelijk niet optimaal functioneert. De epidurale katheter en de blaaskatheter worden ongeveer op de 3e -5e dag na de operatie verwijderd.
Voorkomen (preventie) van trombose
Om trombose te voorkomen, krijgt u dagelijks een injectie met een bloedverdunnend middel. Als u bloedverdunnende medicijnen gebruikt (marcoumar, sintrommitis, ascal, plavix, persantin) spreekt de anesthesist met u af wanneer u daar mee moet stoppen.
Voor de duur van de operatie krijgt u lange elastische kousen en sleeves aangemeten. Dit zijn drukhoezen, die wisselend opgepompt worden en daardoor de bloedsomloop stimuleren. De sleeves gaan na de operatie direct weer af, de elastische kousen na 24 uur tenzij de benen erg gezwollen zijn door vocht.
Eten en drinken
Na de operatie kunt u snel weer starten met drinken. Misselijkheid is de enige reden om niet te drinken. Het ERAS programma bevat een aantal elementen die erop gericht zijn misselijkheid na de operatie te voorkomen. Zo krijgt u aan het einde van de operatie uit voorzorg een middel tegen misselijkheid. Toch kan misselijkheid niet altijd voorkomen worden. Vooral de grootte van de operatie en de reactie van het lichaam op de operatie bepalen of u misselijk wordt.
Als u niet misselijk bent, probeer dan minstens 800 ml te drinken. Als u zin hebt mag u ook eten (soep/pap/beschuit of brood). U voelt zelf of u in staat bent te eten.
Aangezien we uit ervaring weten dat u de eerste dagen na de operatie geen normale hoeveelheden kunt eten, krijgt u speciale eiwitrijke drinkvoeding. Probeer de dagen na de operatie naast de gewone maaltijden 2 flesjes drinkvoeding te drinken.
Het infuus stopt ongeveer op de 3e -5e dag na de operatie, wanneer u in staat bent meer dan één liter per dag te drinken.
Beweging
Bewegen is niet alleen belangrijk om trombose te voorkomen, maar ook om verlies van spierkracht tegen te gaan. Bovendien is uit onderzoek gebleken dat wanneer u rechtop zit, de ademhaling beter is. Luchtweg infecties, zoals een longontsteking, komen daardoor kort na de operatie minder vaak voor en de zuurstofvoorziening naar de wond is beter, wat gunstig is voor de genezing. Na de operatie wordt zo snel mogelijk gestart met de mobilisatie.
De dag na de operatie moet u proberen 2 tot 3 keer even op de rand van het bed of in een stoel te zitten.
De plaatselijke verdoving via de epidurale katheter kan lage bloeddruk veroorzaken waardoor het mobiliseren soms niet lukt. Daarom mag u de eerste keer alleen onder begeleiding van een verpleegkundige uit bed.
Optimale zorg de dagen na de operatie uitklapper, klik om te openen
Pijnbestrijding
De anesthesist komt na de operatie dagelijks bij u langs om de pijnbestrijding te evalueren.
Indien mogelijk wordt de pijnstilling afgebouwd op geleide van de pijnbeleving. Uiteraard verschilt de mate van pijn van persoon tot persoon en zal de dosering aangepast worden bij meer pijn.
Eten en drinken
De eerste dag na de operatie krijgt u vloeibaar eten met beschuit en brood. De maaltijden worden aangevuld met eiwitrijke bijvoeding in de vorm van drinkvoeding; tijdens de gehele opname twee flesjes per dag.De tweede dag na de operatie, eet u weer normaal.
Kauwgom kauwen
Uit onderzoek is gebleken dat het kauwen van kauwgom kan helpen om de darmen op gang te brengen. U krijgt 3 keer per dag kauwgom aangeboden tot u ontlasting krijgt. Het is de bedoeling dat u daar per keer tussen de 5 en 45 minuten op kauwt.
Bewegen
De dagen na de operatie wordt het mobiliseren al snel uitgebreid. U moet proberen minstens 2-3 uur uit bed te zijn en twee maal per dag een wandeling te maken over de afdeling. Uiteraard is een goede pijnbestrijding van groot belang voor de mobilisatie. Geef duidelijk aan wanneer de pijn u belemmert om uit bed te komen.
Bent u niet in staat om uit bed te komen, probeer dan zoveel mogelijk rechtop in bed te zitten.
Ademhaling
Na de operatie is het belangrijk dat uw longen zich goed kunnen ontplooien. Om een longontsteking te voorkomen adviseren wij u om elke 1à 2 uur ademhalingsoefeningen te doen. U krijgt hiervoor op de afdeling een oefenapparaatje. Belangrijk hierbij is dat u genoeg pijnstilling krijgt om goed diep in te kunnen ademen.
Laxeermiddelen
Ter bevordering van de werking van de dikke darm en om verstopping te voorkomen, krijgt u gedurende de opname twee maal per dag een laxeermiddel , dat er meestal voor zorgt dat u binnen drie dagen ontlasting heeft. De darmen zijn immers niet leeg voor de operatie. Wanneer u met ontslag gaat en de ontlasting op gang is, stopt u met dit laxeermiddel.
Optimale zorg na ontslag uitklapper, klik om te openen
Ontslag
U mag naar huis wanneer:
- Uw darm weer normaal functioneert;
- U voldoende normale voeding verdraagt;
- U goede pijnbestrijding heeft, dat wil zeggen dat de pijn goed onder controle is;
- U grotendeels weer mobiel bent zoals voor de operatie;
- Wanneer de leverfuncties goed zijn, dit wordt regelmatig in het bloed gecontroleerd.
Uiteraard wordt de definitieve beslissing of u naar huis mag, in overleg met u, genomen door de chirurg.
In principe heeft u thuis, als u voor de operatie zelfstandig functioneerde, geen extra zorg nodig. Wel is het prettig als u de eerste twee weken wat hulp kunt krijgen van partner, familie of andere naasten. Zware huishoudelijke klussen zullen wellicht nog moeilijk zijn.
Complicaties uitklapper, klik om te openen
Na iedere operatie kunnen complicaties optreden zoals een longontsteking of blaasontsteking. De belangrijkste complicaties na een leveroperatie zijn:
- gallekkage uit het wondgebied van de lever
- bloeding uit het wondgebied van de lever
- leverfunctiestoornissen: ten gevolge van het verwijderen van een stuk van de lever, kan de functie van de lever tijdelijk minder zijn. Deze verbetert over het algemeen in de eerste weken na de operatie
- wondinfectie: een ontsteking van de huid op de plaats van de hechtingen. De symptomen zijn roodheid van de huid of lekken van wondvocht. Bij een wondinfectie worden de hechtingen verwijderd, zodat de pus uitgespoeld kan worden. U hoeft voor een wondinfectie niet in het ziekenhuis te blijven
Wanneer uw toestand thuis na enkele dagen achteruitgaat, bijvoorbeeld door buikpijn, braken of hevige pijn of temperatuur boven de 38,5 graden, dan is het belangrijk dat u contact opneemt met de huisarts. Hij kan u, indien nodig, doorverwijzen naar de spoedeisende hulp van het UMC.
Tips bij de hervatting van diverse activiteiten uitklapper, klik om te openen
Bij ontslag krijgt u adviezen en leefregels mee die specifiek voor uw situatie gelden. Omdat veel patiënten hier toch op voorhand al vragen over hebben kunnen we er in algemene zin wel iets over zeggen.
Een leveroperatie is een grote operatie. Het duurt minimaal 6 weken voordat de lever weer hersteld is, het kan drie tot zes maanden duren totdat u zich volledig hersteld voelt.
U mag alles doen. Let wel goed op signalen van het lichaam. Bij pijn of buitensporige vermoeidheid heeft u teveel gedaan.
Gouden regel is dat u geleidelijk aan weer van alles mag gaan doen en uitproberen, zolang dit geen aanhoudende toename van klachten geeft. Wissel de eerste weken rust en activiteit steeds af, waarbij u geleidelijk aan steeds actiever wordt en minder hoeft te rusten.
In het algemeen kunt u – tenzij er nog vervolgbehandeling nodig is – 3 maanden na de operatie alle activiteiten weer doen die u voor de operatie ook kon.
Wandelen
Lopen is goed om uw conditie weer wat te verbeteren en u mag dit doen naar kunnen.Wissel de eerste dagen lopen en rusten goed af. En onthoud: (spier)pijn mag, mits dit na een nachtrust weer verminderd is.
Tillen
Beperk de eerste weken zowel vaak als zwaar tillen. Bouw dit langzaam op. Na vier tot zes weken kunt u normale huishoudelijke activiteiten meestal weer gewoon doen.
Fietsen
Zodra u zich probleemloos kunt bewegen, mag u het fietsen weer gaan uitproberen, mits u dat tevoren ook deed. Begin rustig, begeef u niet meteen in het drukke verkeer.
Autorijden
Als u zich probleemloos kunt bewegen, kunt u ook weer gaan autorijden. Begin met kleine stukjes in een rustige omgeving.Vraag bij uw verzekeraar na of u de eerste tijd na de operatie verzekerd bent.
Sporten
Als u gewend was om te sporten, kunt u dat meestal na 3 maanden weer langzaam oppakken. Wanneer de dagelijkse dingen en wandelen weer probleemloos gaan, kunt u weer rustig beginnen met joggen, als u dat al gewend was. Start op een vlakke, zachte ondergrond en draag goede schokabsorberende sportschoenen. Voer de afstand en het tempo geleidelijk op naar kunnen, waarbij u goed let op de reacties van uw lijf. Zorg steeds dat u volledig hersteld bent voordat u wéér gaat joggen. Als u gewend was om te zwemmen of fitnessen en u hebt het gevoel dit weer te kunnen, probeer het dan rustig uit. Begin de weken na de operatie met ontspannen bewegen en bouw dit uit naar het niveau van voor de operatie.
Seks
Vrijen hoeft geen probleem te zijn mits u hierbij de gouden regel in acht neemt. Dus dat u geleidelijk aan weer van alles mag gaan doen en uit- proberen, zolang dit geen aanhoudende toename van klachten geeft.
Werkhervatting
Naast uw algehele conditie vóór de operatie bepaalt ook de grootte en het verloop van de operatie de duur van uw herstel. Vraagt u zich af in hoeverre uw aandoening of behandeling consequenties heeft voor het uitoefenen van uw werk? Overleg dan met uw specialist of bedrijfsarts.
De bedrijfsarts begeleidt de terugkeer naar uw werk. Afspraken over uw werk zullen vaak soepeler verlopen als u de bedrijfsarts al vóór de ingreep informeert of zo spoedig mogelijk na de ingreep op de hoogte brengt. U kunt een gesprek voeren met uw bedrijfsarts op het arbeidsomstandighedenspreekuur van de arbodienst van het bedrijf of de organisatie waar u werkt.
Eigen bijdrage aan herstel uitklapper, klik om te openen
Zoals u ziet, bieden we u zoveel mogelijk maatregelen aan om uw welbevinden na de operatie zo snel mogelijk te herstellen. Uw eigen actieve bijdrage is zeer belangrijk voor een goed herstel. Als bijlage vindt u op de laatste pagina een richtlijn. Hierin kunt u lezen, hoe de dagen rond de operatie eruit zullen zien. Het is daarom handig, deze informatiefolder mee naar het ziekenhuis te nemen. We benadrukken dat dit een richtlijn is en dat er om goede redenen aanpassingen gedaan kunnen worden.
Dag voor de operatie:
Normale voeding
Minimaal 1½ l drinken = 10 glazen / 12 kopjes
Dag van de operatie:
Normale voeding tot 6 uur voor de operatie
Helder vloeibaar tot 2 uur voor de operatie
3-2 uur voor de operatie 400 ml koolhydrraatrijke drank
Elastische kousen en sleeves aan tijdens/na de operatie
U verblijft 24 uur op een bewaakte afdeling
Epidurale katheter voor pijnbestrijding
Paracetamol tabletten 4 x per dag of pijnbestrijding via het infuus
Blaaskatheter, wonddrains
3 glazen drinken
Pap of vla eten
Dag na de operatie:
4 tot 8 glazen drinken
Vloeibaar / broodmaaltijd eten
Starten met 3 x per dag kauwgom kauwen tot de ontlasting op gang is
2 flesjes drinkvoeding drinken
3 x per dag op de rand van het bed of (bij voorkeur) in de stoel zitten
4 x per dag 1 gr Paracetamol tablet of andere pijnstiller
2 x per dag laxantia tot de ontlasting op gang is
2de dag na de operatie
Wassen op de rand van het bed
3 x 1 uur uit bed zijn
Normale maaltijd eten
2 flesjes drinkvoeding drinken
3de – 5de dag na de operatie
Wassen bij de wastafel
3 x per dag 1-2 uur op de stoel en 2 keer een stukje wandelen
Epiduraal katheter en blaaskatheter wordt verwijderd
Infuus wordt verwijderd
4 x per dag 1 gr Paracetamol tablet of andere pijnstiller
5de dag en daarna ontslagcriteria:
Normaal dieet gebruiken
Pijn onder controle met tabletten
Ontlasting gehad of winden
Mobiliseert op het niveau van voor de operatie
Leverfuncties in het bloed zijn goed
Contact uitklapper, klik om te openen
Hebt u vragen? Neem dan contact met ons op. Voor een afspraak hebt u een verwijzing nodig van de huisarts of specialist.
Polikliniek Heelkunde
De polikliniek is op werkdagen bereikbaar van 08.30 tot 16.45 uur