Deze folder geeft u algemene informatie over een operatie aan de bijschildklier(en). Voor specifieke vragen over uw persoonlijke situatie kunt u bij uw behandelend arts of de verpleegkundige terecht. Houdt u er rekening mee dat de beschreven informatie van uw persoonlijke situatie kan afwijken.
De bijschildklieren
De schildklier is een vlindervormig orgaan dat tegen de luchtpijp aan in de hals gelegen is. Aan de achterzijde van de schildklier bevinden zich 4 bijschildklieren, 2 aan de rechterkant en 2 aan de linkerkant. Dit zijn kleine orgaantjes. De bijschildklieren liggen bij of in de buurt van de schildklier, maar kunnen in enkele gevallen wel eens verder van de schildklier verwijderd liggen. De bijschildklieren maken het Parathormoon (PTH). Dit hormoon is verantwoordelijk voor de calciumhuishouding in het lichaam. In de directe omgeving liggen de stembandzenuwen. Deze zorgen voor de beweeglijkheid van de stembanden. Ook liggen er belangrijke bloedvaten in dit gebied.

Waarom een operatie
Een operatie aan de bijschildklieren wordt gedaan, omdat één of meerdere bijschildklier(en) te hard werken, omdat deze vergroot zijn of omdat er sprake is van een tumor. Het verschijnsel van de te hard werkende bijschildklier(en) wordt hyperparathyreoidie genoemd. Dit kan er voor zorgen dat het calciumgehalte in het bloed toeneemt. Wanneer dit gehalte te hoog wordt kan dit klachten veroorzaken zoals moeheid, zwakte, pijn in de spieren, botten of gewrichten, verminderde eetlust, misselijkheid, braken, moeilijke stoelgang, hoge bloeddruk, depressiviteit en veel plassen.
Wanneer het bijschildklierhormoongehalte in het bloed lang hoog blijft, kan ontkalking van de botten optreden. Als gevolg van het hoge calciumgehalte in het bloed en in de urine kan kalk in de nieren neerslaan. Niersteentjes kunnen het gevolg zijn. Wanneer deze loslaten, kunnen de urinewegen verstopt raken. Dat geeft veel pijn en kan de nieren beschadigen.
Onderzoeken voor de operatie
Om te kijken of u voor een operatie in aanmerking komt en om een operatie goed uit te voeren, zijn bepaalde onderzoeken nodig, zoals een echo of een nucleaire scan. De meeste onderzoeken zullen reeds verricht zijn bij de interne geneeskunde om een goede diagnose te kunnen stellen. Over het algemeen is het, behoudens aanvullend bloedonderzoek voor het bepalen van uw bloedgroep, niet nodig om nog verdere onderzoeken te doen.
Informatie over de operatie
De operatie vindt plaats op de dagbehandeling of op de operatiekamer van de kliniek, afhankelijk van het operatieschema van die dag. Indien u op de dagbehandeling geopereerd wordt, meldt u zich daar op de afgesproken tijd bij receptie 10. Na de operatie wordt u aansluitend opgenomen op de afdeling. Indien u op de operatiekamer van de kliniek wordt geopereerd, meldt u zich op het afgesproken tijdstip op de afdeling, na de operatie gaat u daar ook weer naar terug.
Een bijschildklieroperatie wordt verricht onder volledige narcose en duurt ongeveer 1 tot 1 ½ uur. U moet er wel rekening mee houden dat de voorbereiding en het bijkomen van de narcose extra tijd met zich meebrengen.
U ligt tijdens de operatie met het hoofd zover mogelijk achterover. Er wordt een horizontale snede laag in de hals gemaakt. Door goede beeldvorming vooraf, kan er minimaal invasief geopereerd worden. Dat betekent met een zo klein mogelijke snede de hals openen. De schildklier is zo over het algemeen makkelijk te bereiken. Deze wordt dan opzij geklapt om de betreffende bijschildklier(en) te kunnen verwijderen. Het is hierbij van belang de zenuwen van de stembanden niet te beschadigen.
Op de uitslaapkamer komt u bij van de narcose. Ondertussen worden uw bloeddruk, hartslag, temperatuur en zuurstofgehalte in uw bloed gemeten. Wanneer u goed wakker bent wordt u opgehaald door de verpleegkundigen van de afdeling.
Het weefsel van de bijschildklier die verwijderd is, wordt in het laboratorium onderzocht. De uitslag laat ongeveer 7 tot 10 werkdagen op zich wachten. De uitslag hiervan krijgt u op de polikliniek.
Terug op de afdeling
Op de afdeling worden uw bloeddruk, hartslag en temperatuur regelmatig gemeten. Ook wordt er bloed afgenomen om het calciumgehalte te controleren. Na de operatie kan het calciumgehalte juist gedaald zijn, omdat de te hard werkende bijschildklier verwijderd is. Dit kan klachten geven van tintelingen in de handen en rondom de mond. Hiervoor kunt u dan tijdelijk kalk- en Vitamine D tabletten krijgen. Als u goed wakker bent en niet misselijk kunt u weer starten met eten en drinken. Dan kan ook het infuus verwijderd worden. U kunt uit bed zodra u zich daar toe in staat voelt. De pijn na de operatie valt over het algemeen mee en is te vergelijken met een keelontsteking. De pijn verdwijnt normaal gesproken na een paar dagen. De wond geneest over het algemeen snel. De hechtingen worden op de polikliniek verwijderd. De pleisters kunnen op de wond blijven zitten. U kunt gewoon douchen. De pleisters zullen er dan vanzelf af gaan. Hebt u geen complicaties en is het calciumgehalte in het bloed goed, dan kunt u de volgende dag naar huis. Is dit niet het geval dan blijft u nog een dag of langer voor verdere controle.
Complicaties
Het ondergaan van een operatie onder narcose is nooit zonder risico's. Hierover zal de anesthesist u ook inlichten.
Andere complicaties die tijdens de operatie kunnen optreden zijn:
- Misselijkheid na de narcose. Dit kan met medicatie verholpen worden
- Er kan een nabloeding optreden, waardoor een plotselinge zwelling optreedt. Soms is een operatie nodig om de bloeding te stelpen.
- Beschadiging van de stembandzenuw tijdens de operatie. Hierdoor kan heesheid van de stem ontstaan. Deze heesheid is meestal van voorbijgaande aard, maar kan ook blijvend zijn als de schade aan de stembandzenuw zich niet herstelt. Hebt u lang last van heesheid dan kan na 3 maanden onderzocht worden wat hiervan de oorzaak is.
- Er kan na de operatie een calciumgebrek optreden. De bijschildklier die te veel hormoon produceerde kan de gezonde bijschildklieren hebben stilgelegd. Deze moeten na de operatie weer op gang komen. In de tussentijd kan een calciumgebrek optreden. Als er meerdere bijschildklieren verwijderd zijn kan er ook een calciumgebrek optreden. Een calciumtekort kan tintelingen van de handen, voeten en rond de mond veroorzaken. Dit kan verholpen worden door calciumtabletten.
Geef bovenstaande klachten altijd door aan de verpleegkundige en/of de arts van uw afdeling.
Weer thuis
Uw werk en of dagelijkse bezigheden kunt u al snel weer hervatten. Er gelden geen beperkingen voor u.
U moet de huisarts waarschuwen bij:
- Aanhoudende pijn
- Koorts
- Toenemende roodheid en zwelling van de wond
- Plotselinge lekkage uit de wond
- Tintelingen van de handen, voeten of rond de mond
Bij onduidelijkheden kan de huisarts contact opnemen met de dienstdoende arts van de heelkunde via telefoonnummer 088 75 555 55.
Onderzoeken en afspraken na de operatie.
U komt op controle op de polikliniek 7 tot 10 dagen na de operatie. Er vindt wondcontrole plaats, eventueel wordt er nog bloed geprikt en u krijgt de uitslag van het weefselonderzoek.
Voor verdere controle verwijzen we u terug naar uw behandelend internist-endocrinoloog.
Vragen
Wanneer u na het lezen van deze brochure nog vragen heeft dan kunt u contact opnemen met de polikliniek Heelkunde, telefoonnummer 088 75 569 01.
Meer informatie
Schildklierstichting Nederland
Stationsstraat 79G
3811 MH Amersfoort
Telefoonnummer 0900-899 8866
Website: www.schildklier.nl
Tot slot
Bent u van mening dat bepaalde informatie ontbreekt of onduidelijk is, dan vernemen wij dat graag.
Contact uitklapper, klik om te openen
Hebt u vragen? Neem dan contact met ons op. Voor een afspraak hebt u een verwijzing nodig van de huisarts of specialist.
Polikliniek Heelkunde
De polikliniek is op werkdagen bereikbaar van 08.30 tot 16.45 uur