Een leerling met een stollingsstoornis op het voortgezet onderwijs

Deze folder is ontwikkeld voor leerkrachten en docenten in het voortgezet onderwijs.

Wat is een stollingsstoornis? uitklapper, klik om te openen

Een stollingsstoornis is een verzamelnaam van bloedziekten. De meest voorkomende erfelijke stollingsstoornis bij vrouwen is Von Willebrand ziekte. Andere voorbeelden van stollingsstoornissen zijn draagsters van hemofilie A of B en de deficiënties in stollingsfactor I, II, VII, X, XI en XIII. Deze aandoeningen hebben gemeen dat een bepaald eiwit in het bloed is verminderd en daardoor het vormen van een korstje veel trager verloopt.

Daarnaast zijn er aandoeningen waarbij de bloedplaatjes verminderd zijn, niet goed functioneren of versneld worden afgebroken, zoals trombocytopenie, Immuun Trombocytopenie (ITP), Ziekte van Glanzmann of Bernard-Soulier Syndroom. Bloedplaatjes spelen een belangrijke rol bij het vormen van een korstje.

De duur, frequentie en het soort bloedingen hangt af van de ernst van de stollingsstoornis. Deze aandoeningen zijn te behandelen, maar niet te genezen. De leerling en/of de ouders van de leerling kunnen u vertellen om welke stollingsstoornis het gaat en welke behandeling zij daarvoor krijgt.

Veel voorkomende problemen uitklapper, klik om te openen

• Langdurige, zware en pijnlijke menstruaties
• Frequente en langdurige bloedneuzen zonder enige aanleiding
• Sneller blauwe plekken, die ook spontaan kunnen ontstaan
• Langer nabloeden uit kleine (snij)wondjes
• Periodes van bloed bij de ontlasting of urine
• Spier- of gewrichtsbloedingen
• Vermoeidheid door bloedarmoede
• Concentratiestoornissen door ijzertekort

Deze symptomen kunnen een behoorlijke impact hebben op het dagelijkse leven. De leerling kan zich afzonderen of geconfronteerd worden met pesterijen.

Aandachtspunten uitklapper, klik om te openen

• Tijdens de menstruatie kan het voorkomen dat er elk uur verschoond moet worden. Hierdoor kan de leerling verlaat bij de les komen. Geef ruimte en tijd om te verschonen.
• Tijdens de gymles kunnen zij behoefte hebben aan aangepaste kleding zoals een donkere legging en T-shirt met lange mouwen (o.a. om blauwe plekken te bedekken)
• Tijdens de menstruatie zullen zij niet altijd in staat zijn om de gymles te volgen, omdat zij te weinig energie hebben. Een rustige wandeling is dan meer gepast.
• Bloedneuzen, wondjes of ongelukjes worden op dezelfde manier behandeld als bij elke andere leerling. Alleen als bloedingen langer dan 20 minuten duren, is medische hulp nodig. Overleg met de leerling wat zij nodig heeft of neem in overleg met de leerling contact op met de ouders.
• Als er kans is op spier- en gewrichtsbloedingen, worden contactsporten afgeraden. Bespreek met de leerling of er sporten zijn die problemen kunnen geven. Met name bij de ernstige vorm van Von Willebrand ziekte is er kans op een spier- of gewrichtsbloeding. Vaak voelt de leerling zo’n bloeding ontstaan, omdat zij een prikkende sensatie ervaart op die plek. Al snel ontstaat er een pijnlijke zwelling en zal de leerling de betreffende arm of been ontzien. Laat de leerling rusten en koel de zwelling. Neem contact op met de ouders of het behandelcentrum, in overleg met de leerling.
• In het geval van een hoofdtrauma of een stompbuiktrauma moet er altijd overlegd te worden met het behandelcentrum.

Adviezen uitklapper, klik om te openen

Wij adviseren om met de leerling in gesprek te gaan. Overleg welke problemen zij tegenkomt en waar zij het beste mee geholpen is. Neem de klachten serieus en maak afspraken.

In geval van gemiste toetsen of proefwerken kunnen er afspraken worden gemaakt om deze in te halen. Geef de leerling hierin een actieve rol.

Deze leerlingen willen zich bovenal normaal voelen en erbij horen. Zo hebben zij geen behoefte aan zichtbare speciale aandacht. Vanuit het behandelcentrum zijn wij van mening dat mededocenten en invaldocenten op de hoogte moeten zijn. Overleg dit met de leerling.

Contact uitklapper, klik om te openen

De Van Creveldkliniek is geopend van maandag t/m vrijdag van 08:00 - 17:00 uur.  Buiten deze uren kunt u voor spoedgevallen contact opnemen met de centrale van het UMC Utrecht via 088 75 555 55. Vraagt u naar de dienstdoende arts van de Van Creveldkliniek.