Tijdens de terugplaatsing heeft u een aantal dingen te horen gekregen. U kreeg te horen hoeveel eicellen er bevrucht waren, hoe deze zich hadden ontwikkeld tot embryo’s en hoeveel er “geschikt” waren voor terugplaatsing. Een embryo is geschikt voor terugplaatsing wanneer het embryo 3 dagen na de punctie uit minimaal 4 cellen bestaat. Verder is er misschien iets verteld over de kwaliteit, zoals het aantal cellen en of deze fragmentatie hadden.

4cel₁.                                                  6cel₁. 

Na de terugplaatsing van één embryo (soms twee) zijn er misschien bij u nog embryo’s over, die tot de volgende dag zullen worden door gekweekt om te zien of ze kunnen worden ingevroren. 

Worden overgebleven embryo’s altijd ingevroren? Nee, de meeste niet. Alleen embryo’s die zich de volgende dag verder hebben ontwikkeld, en van voldoende kwaliteit zijn, kunnen worden ingevroren. Minder goede embryo’s zijn niet bestand tegen de invriesprocedure. Dus: Als embryo’s op de derde dag na punctie als “geschikt voor terugplaatsing” worden beoordeeld, betekent dit niet automatisch dat ze op de vierde dag ook “geschikt voor invriezen” zijn. Uw embryo’s worden altijd zorgvuldig beoordeeld door minstens twee ervaren medewerkers. En het kan dus zijn dat uw embryo’s niet geschikt zijn om te worden ingevroren. Op zulk tegenvallend nieuws moet u een beetje voorbereid zijn. Of er, en zo ja hoeveel, embryo's daadwerkelijk zijn ingevroren, kunt u binnen 10 dagen na de terugplaatsing vinden in uw Patiënten portaal van het UMC Utrecht. U vindt deze informatie onder het kopje "correspondentie".

Misschien is er gesproken van “fragmentatie” en hebt u zich afgevraagd wat dit is. Fragmenten zijn kleine uitstulpingen aan de buitenkant van de cellen, zodat het lijkt of er stukjes afbrokkelen (Zie foto 7cel2).

8cel₁.                                                  7cel₂.

Dit is een natuurlijk proces, wat geen schadelijke gevolgen heeft. Meestal versmelten de fragmenten later weer met de cellen. Alleen als er veel blijvende fragmentatie (meer dan 20 %) optreedt, is dit een teken van verminderde kwaliteit. Deze embryo’s zijn dan ook meestal niet geschikt om ingevroren te worden.

Welke factoren bepalen de kwaliteit van het embryo? De belangrijkste factor is datgene wat de eicel en de zaadcel meekrijgen van het lichaam. De eicel en de zaadcel bevatten het erfelijk materiaal (DNA, chromosomen). Daarnaast bevat de eicel een groot aantal actieve biomoleculen, die nodig zijn voor de ontwikkeling van het embryo. Het totaal van factoren dat bij de bevruchting samenkomt in de eicel, bepaalt of het embryo levensvatbaar zal zijn of niet. De kwaliteit ligt vast bij de bevruchting, en in het laboratorium kan hier niets aan worden toegevoegd. Het laboratorium zorgt er alleen voor dat de condities, waaronder de embryo’s zich ontwikkelen, zo goed mogelijk zijn. 

Na de terugplaatsing wilt u graag weten: “Hoe groot is de kans op een zwangerschap?”. Deze vraag is niet zonder meer te beantwoorden. De zwangerschapskans wordt, behalve door de kwaliteit van de embryo’s, ook bepaald door de condities in de baarmoeder. Lichaam en embryo moeten elkaar accepteren. Hoogstens kan worden gezegd dat u tot een groep van (echt)paren hoort, waarvoor een gemiddelde kans geldt. Daarbij spelen embryokwaliteit, maar ook uw medische voorgeschiedenis en leeftijd een rol. “Goede” embryo’s zullen gemiddeld een hogere kans geven dan minder goede. Maar bij alle embryo’s, mits ze zich blijven ontwikkelen, is zwangerschap mogelijk!

Het maken van afspraken kan op werkdagen van 08.00 - 16.00 uur.