Deze folder geeft u informatie over de terugstroom van maaginhoud naar de slokdarm (ook wel de de
gastro-oesophageale refluxziekte genoemd) waarvoor een antireflux operatie nodig is.
Er zijn twee soorten operaties mogelijk:
- De antireflux operatie via de buik volgens Nissen.
- De antireflux operatie via de linker borstkas volgens Belsey.
De operatie volgens Nissen wordt het meest uitgevoerd. Het is goed u te realiseren dat voor u persoonlijk de situatie anders kan zijn dan beschreven.
Uitleg ziekte uitklapper, klik om te openen
Bij gastro-oesophageale refluxziekte is er terugstroom (‘reflux’) van maagzuur en gal van de maag terug de slokdarm in als gevolg van een ‘lekkende terugslagklep’ tussen slokdarm en maag. Door de etsende werking van de maag- en galsappen raakt de slokdarm ontstoken. Bij patiënten met gastrooesophageale refluxziekte, waarbij het niet lukt met medicijnen de reflux en daarmee de klachten te verminderen, kan een operatie overwogen worden.
Diagnose en onderzoek uitklapper, klik om te openen
Voordat besloten wordt om een antireflux operatie uit te voeren moet duidelijk zijn hoe ernstig de klachten zijn en in welke mate de slokdarm beschadigd is.
Daarvoor kunnen verschillende onderzoeken nodig zijn:
- Het meten van de zuurgraad van de slokdarm gedurende 24 uur met een slangetje in de slokdarm
(pH-metrie). - Het meten van de druk in de slokdarm (manometrie).
- Een contrast slikfoto van slokdarm en maag.
- Een kijkonderzoek (endoscopie) van slokdarm en maag. Bij de endoscopi worden meestal stukjes weefsel van de slokdarm afgenomen (biopten) voor microscopisch onderzoek naar de mate en de aard van de beschadiging.
Wanneer deze onderzoeken hebben plaatsgevonden kan aan de hand van de uitslagen bekeken worden of bij falen van de behandeling met medicijnen een operatie een betere kans van slagen heeft op het tegengaan van de reflux.
Voorbereiding voor de operatie uitklapper, klik om te openen
Wanneer u helemaal gezond bent, zijn er in principe geen speciale voorbereidingen voor een antireflux operatie nodig. Zijn er longproblemen bekend, zoals astma of emfyseem dan zal er wellicht eerst een behandeling nodig zijn om de longen in optimale conditie voor de operatie te krijgen.
De operatie uitklapper, klik om te openen
Voor de antireflux operatie moet u worden opgenomen. De operatie wordt verricht onder algehele anesthesie. Na het openen van de buikholte, wordt de overgang van de slokdarm naar de maag vrijgemaakt. En wordt een plooi van een deel van de maag gecreëerd, die als een manchet om de overgang van de slokdarm naar de maag wordt vast-gehecht. Bij de operatie wordt de reflux voorkomen door met een soort plooiing van de maag ter plaatse van de maag-slokdarmovergang een zogenaamde manchet ‘afsluiting’ te maken. Deze manchet laat wel toe dat het voedsel van de slokdarm in de maag komt, maar voorkomt dat maag- en galsappen terugstromen de slokdarm in. De keuze voor de behandeling via de buik of via de linker borstkashelft is afhankelijk van factoren als eerdere operaties, ernst van klachten en de lengte van de slokdarm. De operatie via de buik volgens Nissen kan met behulp van gewone operatietechnieken (‘open’) of door middel van een kijkoperatie (‘laparoscopisch’) worden uitgevoerd.
Bij de kijkoperatie worden via een aantal gaatjes in de buikwand instrumenten en een camera, die verbonden is met een TV-monitor, naar binnen gebracht. De arts kan via de camera zijn handelingen zien op het TV-scherm.
Mogelijke complicaties uitklapper, klik om te openen
Geen enkele operatie is zonder risico’s. Zo zijn ook bij deze operaties de normale risico’s op complicaties aanwezig, zoals nabloeding, wondinfectie, trombose of longontsteking. Daarnaast zijn nog enkele specifieke complicaties mogelijk, zoals nabloeding uit de milt, waarvoor soms de milt moet worden verwijderd. Daarnaast kunnen de maag-darmzenuwtakken, die langs de slokdarmmaagovergang lopen (de nervus vagus takken) beschadigd worden, waardoor (meestal tijdelijk) diarree op kan treden en maag-darmpassage stoornissen. Voorts kan door de operatie in de linker borstkas ook een pneumothorax optreden waarbij lucht uit de linker long in de borstkashelft blijft lekken. De luchtdrain in de borstkas moet dan langer in blijven.
Na de operatie uitklapper, klik om te openen
Het kan zijn, dat u direct na de operatie door een aantal slangen verbonden bent met apparaten.
Dat kunnen zijn:
- Eén of twee infusen voor vochttoediening.
- Een dun slangetje in de rug voor pijnbestrijding.
- Een slangetje door uw neus in de maag.
- Een blaaskatheter voor afloop van urine.
- En bij een operatie via de linker borstkas: een luchtdrain in de linkerborstkashelft, die vocht en lucht af kan voeren.
Afhankelijk van uw herstel na de operatie worden al deze slangen zo snel mogelijk verwijderd. In de loop van de dagen na de operatie gaat het drinken beter en gaat u via vloeibare voeding weer op vaste voeding over.
Het ontslag uitklapper, klik om te openen
Als alles goed gaat kunt u in het algemeen binnen enkele dagen na de operatie met ontslag. Bij ontslag krijgt u een afspraak mee voor poliklinische controle.
Voedingsadviezen na de operatie uitklapper, klik om te openen
De eerste twee dagen na de operatie
Na de operatie mag u eerst alleen gebruik maken van dranken, zoals water, thee, koffie, vruchtensap, melk en karnemelk. Op advies van de arts mag u daarna uw voeding uitbreiden met vloeibare gerechten, zoals pap, yoghurt, vla en soep.
De eerste week na de operatie
Indien een vloeibare voeding geen problemen geeft, mag u uw voeding verder uitbreiden naar vaste voeding. U mag weer alles eten en drinken. Het is wel belangrijk om rustig te eten en goed te kauwen.
Adviezen voor thuis uitklapper, klik om te openen
Als gevolg van de manchet kunt u, vooral de eerste vier á zes weken na de operatie, last hebben van slikproblemen en problemen met het passeren van voedsel door de slokdarm. Opboeren van lucht en braken zijn kort na deze operatie niet of nauwelijks meer mogelijk.
De volgende voedingsadviezen zijn daarom belangrijk:
- Eet rustig en kauw goed.
- Gebruik meerdere kleine maaltijden en verdeel deze goed over de dag.
- Gebruik de eerste vier á zes weken geen koolzuurhoudende dranken.
- Wees voorzichtig met rauw, taai en draderig vlees. Snij het vlees goed fijn en kauw goed.
- Gebruik rauwkost alleen fijngesneden, evenals hard fruit (bijvoorbeeld appel, onrijp fruit, gedroogde vruchten). Kauw goed!
Neem bij problemen met uw voeding, aanhoudende slik- of passageklachten of ongewenst gewichtsverlies contact op met uw behandelend arts of diëtist.
In verband met pijnklachten kan het zijn dat u gedurende zes weken pijnstillers nodig hebt. Er zijn geen verdere leefregels. Het algehele herstel kan drie tot zes maanden duren. Wanneer de milt als gevolg van een bloeding verwijderd moet worden, zult u speciaal worden ingeënt tegen bepaalde bacteriën, waar u na de miltverwijdering gevoeliger voor bent geworden (pneumococcen vaccinatie).