Gecompliceerde hypertensie

U heeft een verhoogde bloeddruk (dit noemen we hypertensie) en mogelijk is er sprake van gecompliceerde hypertensie. Hiermee wordt bedoeld dat de bloeddruk moeilijk te behandelen is en/of dat de hypertensie al heeft geleid tot complicaties, zoals beschadiging van hersenen, hart, nieren of bloedvaten of zwangerschapsvergiftiging. Omdat bij patiënten met gecompliceerde hypertensie het risico op hart- en vaatziekten verhoogd is, is het belangrijk de bloeddruk onder controle te krijgen. Dit kan in de praktijk soms lastig zijn als niet goed duidelijk is wat precies de oorzaak van de hypertensie is. Het is daarom belangrijk een eventuele oorzaak van de hypertensie te ontdekken en deze dan ook doelgericht te behandelen.

Analyse gecompliceerde hypertensie uitklapper, klik om te openen

Het doel van uw verwijzing naar de polikliniek gecompliceerde hypertensie van het UMC Utrecht is tweeledig. Ten eerste gaan wij, naast het goed meten van uw bloeddruk, de risicofactoren op hart- en vaatziekten goed in kaart brengen om zo een schatting te kunnen doen van uw totale risico op hart- en vaatziekten.

Ten tweede gaan wij onderzoek doen naar de mogelijke oorzaak van uw hypertensie. Na al deze onderzoeken komen wij tot een conclusie en een behandeladvies voor uw verwijzer. Het onderzoeken of uw hypertensie een duidelijk aanwijsbare oorzaak heeft, kan het beste gebeuren als u bepaalde medicatie niet gebruikt. U zult daarom gedurende een aantal weken bepaalde medicatie moeten staken. In die periode zal uw bloeddruk (extra) verhoogd zijn. Wij denken dat voor u het risico van het staken van de medicatie gedurende deze korte periode zeer beperkt is. Daarbij denken wij dat de voordelen van een goede analyse opwegen tegen het zeer beperkte risico van het kortdurend staken van de medicatie.

In het afsprakenoverzicht vindt u de onderzoeken die voor u ingepland zijn. In deze brochure kunt u lezen wat de onderzoeken inhouden en welke voorbereiding hier eventueel voor nodig is.

De onderzoeken uitklapper, klik om te openen

Medicatieafbouw

Minstens twee weken voor uw afspraak op de dagbehandeling moet u bepaalde medicatie stoppen of afbouwen ter voorbereiding op een onderzoek op de dagbehandeling. Met uw arts en/of verpleegkundig specialist spreekt u af vanaf wanneer en hoe u de bloeddrukverlagende medicijnen gaat stoppen of afbouwen. In totaal zult u 2 weken geen bloeddrukverlagers gebruiken. De meeste patiënten hebben nauwelijks tot geen klachten tijdens deze 2 weken, behoudens een soms zeurende hoofdpijn. Mocht u echter specifieke klachten krijgen zoals:

• aanhoudende hevige hoofdpijn;
• problemen met zien;
• krachtsvermindering van armen of benen;
• bewustzijnsstoornissen;
• doof gevoel van de huid;
• epileptische aanvallen/trekkingen;
• benauwdheid;
• vocht vasthouden;
• pijn op de borst.

Dan vragen wij u onmiddellijk contact op te nemen met het UMC Utrecht. Als u onder behandeling bent bij de afdeling Vasculaire Geneeskunde belt u 088 75 531 77 (spoedlijn overdag) of 088 75 555 55 (vragen naar de dienstdoende vasculair geneeskundige ’s avonds en ’s nachts). Als u onder behandeling bent bij de afdeling nefrologie belt u 088 75 562 82 (spoedlijn overdag) of 088 75 555 55 (vragen naar de dienstdoende nefroloog ’s avonds en ‘s nachts). Ook als u andere klachten heeft die u niet vertrouwt of wanneer u vragen heeft, kunt u altijd contact met ons opnemen. Hoe u de medicatie moet afbouwen en/of stoppen krijgt u uitgebreid op papier mee.

Thuisbloeddrukmeting (SBPM)

U krijgt een bloeddrukmeter te leen om thuis de bloeddruk te meten. Het is de bedoeling dat u in de
medicatie-stopweken gedurende 2 keer 7 dagen de bloeddruk zowel ‘s ochtends (6.00 – 9.00 uur) als ‘s avonds (18.00 – 21.00 uur) tweemaal na elkaar meet. De waarden worden automatisch opgeslagen en zullen na 7 dagen worden uitgelezen op de polikliniek.

Stappenteller

U krijgt tijdens het traject een stappenteller mee naar huis welke u 7 dagen lang moet dragen. De belasting van de stappenteller is gering. Deze teller geeft ons informatie over uw lichamelijke activiteit per dag.

Vasculaire screening

Deze onderzoeken betreffen bloed- en urineonderzoek, een aantal echo’s en een ECG. De onderzoeken worden in de ochtend gedaan en het is belangrijk dat u zich nuchter meldt.

Voorafgaand aan de vasculaire screening (SMART-screening) wordt u gevraagd om een vragenlijst in te vullen.

Laboratoriumcontrole

Aan het einde van de 1e medicatie-stopweek moet u bloed laten prikken ter controle van het kaliumgehalte. U wordt over deze uitslag gebeld. Soms is het noodzakelijk dat u naar aanleiding van deze uitslag tijdelijk wat kaliumdrank gaat gebruiken, anders zijn de uitslagen van de bloedafnames op de dagbehandeling onbetrouwbaar. De verpleegkundig specialist zal dit met u bespreken.

24-uurs urineverzameling

Aan het einde van de tweede medicatie-stopweek moet u gedurende een gehele dag al uw urine verzamelen. Op de dag dat u de urine opvangt doet u de eerste plas van de ochtend in het toilet. Daarna vangt u alle urine van die dag plus de ochtendurine van de volgende dag op in een bokaal die u van het laboratorium meekrijgt. U begint met het sparen van de urine de dag voordat u op de dagbehandeling moet komen, en gaat dus door met opvangen tot en met de eerste plas op de dag dat u op de dagbehandeling komt.

24-uurs bloeddrukmeting (ABPM)

Op de dag van de 24-uurs urineverzameling moet u ook een 24-uursbloeddrukmeter gaan dragen. Deze moet u ‘s ochtends op de polikliniek komen afhalen. Dit apparaat meet gedurende 24 uur op gezette tijden uw bloeddruk. De waarden worden automatisch opgeslagen en zullen met de computer worden uitgelezen. Het is de bedoeling dat u dit apparaat gedurende 24 uur omhoudt en weer inlevert op de polikliniek op de dag van de onderzoeken op de dagbehandeling. Het is de bedoeling dat u zich dan EERST op de dagbehandeling van afdeling C2West/D2Oost meldt. Daarna gaat u naar de polikliniek om het apparaat in te leveren. Wat u precies tijdens de metingen moet doen krijgt u uitgelegd en staat nog eens precies beschreven in een aparte folder die u meekrijgt.

Dagbehandeling

Aan het einde van de 2 medicatie-stopweken wordt op onze dagbehandeling op afdeling C2West een zoutbelastingstest bij u verricht. De 3-4 dagen hieraan voorafgaand is het heel belangrijk dat uw dagelijkse zoutinname constant is. In de praktijk betekent dit dat u vooral (extra) zoute gerechten (kant-en-klaar maaltijd, pizza, soep, etc.) vermijdt. U moet nuchter zijn vanaf 24.00 uur de voorafgaande avond. Op de dagbehandeling wordt een infuusnaald bij u geplaatst. Via dit infuus wordt bloed afgenomen nadat u enige tijd heeft gestaan en rondgelopen. Daarna moet u 4 uur plat liggen. U krijgt 2 liter zout water via het infuus toegediend. Hierna wordt opnieuw bloed afgenomen via het infuus. Tevens wordt op verschillende momenten de bloeddruk gemeten. Pas na alle onderzoeken mag u weer eten.

Uitslagen uitklapper, klik om te openen

Ongeveer 4 weken na uw onderzoeken op de dagbehandeling krijgt u een nieuwe polikliniekcontrole. De uitslagen van alle onderzoeken zullen met u besproken worden. Dan wordt ook afgesproken hoe de behandeling van de bloeddruk en eventuele andere risicofactoren voor hart- en vaatziekten er uit zal gaan zien.

Vragen uitklapper, klik om te openen

Wij realiseren ons heel goed dat wij met alle onderzoeken veel van u vragen. Mocht ondanks onze uitleg of deze informatiebrief zaken toch nog onduidelijk zijn kunt u ons altijd bellen. Zie de eerder genoemde telefoonnummers onder medicatieafbouw.

Contact uitklapper, klik om te openen

De polikliniek is op werkdagen bereikbaar van 08.00 tot 17.00 uur

De polikliniek is op werkdagen bereikbaar van 08.00 - 17.00 uur