In ons ziekenhuis doen we er alles aan om verspreiding van bacteriën en virussen te voorkomen. Om na te gaan of u misschien ongemerkt een bacterie of virus bij zich draagt, willen we graag dat u onderstaande vragen beantwoordt.
6 vragen:
Kunt u één of meer vragen met ‘ja’ beantwoorden? Neemt u dan vóór uw opname of bezoek contact op met de verpleegafdeling of polikliniek waar u wordt behandeld.
Zo nodig nemen wij voorzorgsmaatregelen. Het kan bijvoorbeeld zijn dat u in een aparte ruimte wordt behandeld.
- Bent u drager van een ziekenhuisbacterie (zoals MRSA, VRE, Acinetobacter, MRGNS of ESBL)?
- Woont u bij of bent u verzorger van iemand die drager is van de MRSA bacterie?
- Bent u de laatste twee maanden opgenomen geweest in een ander Nederlands ziekenhuis én was er op die afdeling een uitbraak met een ziekenhuisbacterie?
- Bent u de laatste twee maanden in een buitenlands ziekenhuis of buitenlandse zorginstelling geweest voor opname, onderzoek of behandeling?
- Woont u of werkt u op een bedrijf met varkens, vleeskalveren of vleespluimvee?
- Hebt u de afgelopen twee maanden gewoond in een opvang of instelling voor asielzoekers?
Wat is een ziekenhuisbacterie? uitklapper, klik om te openen
Een ziekenhuisbacterie is een bacterie die moeilijk met antibiotica is te bestrijden. Gezonde mensen kunnen een ziekenhuisbacterie bij zich dragen zonder er last van te hebben. Maar voor mensen met verminderde weerstand kan besmetting met zo’n bacterie gevaarlijk zijn.
De bekendste ziekenhuisbacterie wordt ‘MRSA’ genoemd. Dit is de afkorting voor: meticilline-resistente Staphylococcus aureus. Maar er zijn meer bacteriën die ongevoelig zijn voor antibiotica. Ook van deze bacteriën willen we niet dat ze zich verspreiden in het ziekenhuis.
Hoe komt u aan een ziekenhuisbacterie? uitklapper, klik om te openen
Iedereen kan drager zijn van een ziekenhuisbacterie. Besmetting kan overal ontstaan, maar er zijn plekken waar meer risico op besmetting aanwezig is. Veel buitenlandse ziekenhuizen hebben last van een ziekenhuisbacterie.
Ziekenhuisbacteriën komen ook bij verschillende soorten dieren voor en kunnen van dier op mens worden overgedragen. Vooral bij varkens, kalveren en vleespluimvee (zoals vleeskuikens) kan dit voorkomen.
Besmetting met een ziekenhuisbacterie gebeurt meestal door direct huidcontact, vaak via de handen. Soms kan het via huidschilfers of niezen in de lucht komen en zo voor verspreiding zorgen.
Onderzoek naar ziekenhuisbacteriën uitklapper, klik om te openen
Als uit de vragenlijst blijkt dat u een verhoogd risico heeft op een ziekenhuisbacterie, onderzoeken we bepaalde lichaamsmaterialen van u. Met een soort wattenstaafje maken we een uitstrijkje langs het slijmvlies, bijvoorbeeld van de neus, de keel of de anus (rectaal). De uitstrijkjes onderzoeken we in het laboratorium op mogelijke ziekenhuisbacteriën. Na drie tot vijf dagen is de uitslag bekend.
Maatregelen bij ziekenhuisbacteriën uitklapper, klik om te openen
Als er een ziekenhuisbacterie bij u is aangetoond of er bestaat daarop een verdenking, dan nemen wij extra hygiënische maatregelen. Dit zijn isolatiemaatregelen. Dat doen wij om verspreiding van de ziekenhuisbacterie zo veel mogelijk te voorkomen.
Vragen?
Hebt u vragen? Bespreek ze dan met uw verpleegkundige of behandelend arts.