U hebt in het Universitair Medisch Centrum Utrecht een operatie gehad. Deze folder informeert u over de periode van genezing na de ingreep.
U hebt één van de volgende operaties gehad:
- Vulvectomie locaal/radicaal
- Vulvectomie mapping
- Vulvectomie skinning
Deze folder informeert u over de periode van genezing na de ingreep. U vindt hierin richtlijnen die u kunnen helpen om het genezingsproces zo goed mogelijk te laten verlopen. Realiseert u zich hierbij dat elke operatie verschillend is en elk persoon anders.
U krijgt 1 dag voor het ontslag een gesprek over deze richtlijnen met de verpleegkundige en/of arts van de afdeling. Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen dan kunt u die tijdens dit gesprek aan de orde stellen.Leefregels
Lichamelijke activiteiten na de operatie
Tillen
Afhankelijk van de grootte van de operatie mag u lichte activiteiten weer gaan hervatten. Activiteiten zoals het tillen van een zware boodschappentas of vuilniszak kunt u beter vermijden.U mag de eerste 6 weken niet meer dan 6 kg tillen. Ook actief sporten wordt de eerste 6 weken afgeraden. Fietsen mag u pas weer als de wond genezen is, wandelen mag wel (geen lange wandelingen).
Werken
Over het algemeen adviseren wij om met uw arts te bespreken wanneer u weer kan gaan werken. Dit is natuurlijk afhankelijk van het soort werk en de zwaarte van het werk.
Autorijden
U mag de eerste week na de operatie niet autorijden. Een plotselinge beweging zoals een noodstop kan belastend zijn voor de wond. Ook is uw concentratie na een operatie wat minder.
Baden of zwemmen
Baden en zwemmen wordt afgeraden totdat de wond hersteld is, dit in verband met de kans op infectie. Douchen is wel toegestaan.
Lymfoedeem
Wanneer bij de operatie lymfeklieren uit de liezen zijn verwijderd kan er vochtophoping in de benen ontstaan. Wij noemen dit lymfoedeem. U heeft al een folder over lymfoedeem gehad. Als dit niet zo is, vraag er dan een aan de verpleegkundige. In de folder kunt u onder andere lezen hoe u lymfoedeem kunt herkennen. Bij klachten van lymfoedeem kunt u contact opnemen met de Polikliniek Gynaecologie voor verder advies (088 75 595 07). Meer informatie over lymfoedeem kunt u vinden op de website www.lymfoedeem.nl (Nederlands Lymfoedeem Netwerk).
Medicatie
U krijgt een recept voor medicijnen die u thuis moet gebruiken. Op het medicatie overzicht staat welke medicijnen u krijgt, de dosering en hoe vaak u ze moet innemen. Gebruikte u voor de operatie al medicijnen? Blijf die dan gebruiken, tenzij de arts zegt dat u daarmee moet stoppen.
Voor paracetamol krijgt u geen recept. U kunt dit bij de drogist kopen. Stop met het innemen van paracetamol en andere pijnstillers als u geen pijn meer heeft.
Professionele hulpverlening in de thuissituatie
Hulpverlening
Na een gynaecologische ingreep kunnen emotionele reacties ontstaan. Indien u behoefte heeft om te praten met hulpverleners zoals maatschappelijk werk dan kunt u contact opnemen met uw huisarts.
Heeft u meer behoefte aan contact met lotgenoten dan kunt u contact opnemen met ‘Stichting Olijf ’. Voor informatie kijk op de website van Stichting Olijf.
Als u behoefte heeft aan emotionele/psychische ondersteuning, kan het Helen Dowling Instituut u behulpzaam zijn, zie www.hdi.nl
Ook kunt u in het UMC Utrecht terecht voor aanvullende ondersteuning voor u en uw naasten. Vraag evt. de folder aan de verpleegkundige.
Huishoudelijke hulp
Realiseert u zich dat u een herstelperiode in acht moet nemen. Het is belangrijk dat u mensen in uw omgeving inschakelt om werkzaamheden over te nemen. Lukt dat niet, vraag dan vóór uw opname alvast huishoudelijke hulp aan. Dit kan bij het WMO loket van uw gemeente. Het Bureau Zorgbemiddeling van de afdeling kan u zo nodig verder informeren over de mogelijkheden voor huishoudelijke hulp.
Thuiszorg
Indien de thuiszorg is ingeschakeld, krijgt u van de afdeling een brief mee met informatie over de opnameperiode en de zorgvraag. Bureau Zorgbemiddeling heeft de eerste contacten gelegd met de thuiszorg en zal u vermelden wanneer de thuiszorg de eerste keer thuis zal komen.
Rusten en slapen
De herstelperiode kan van vrouw tot vrouw variëren. In het algemeen wordt een periode van zes weken aangehouden. U kunt sneller moe zijn na de operatie en soms kunt u minder aan dan u dacht. Het beste kunt u toegeven aan deze moeheid en extra rusten. Te hard van stapel lopen heeft vaak een averechts effect. Uw lichaam geeft aan wat u wel en niet kunt. Belangrijk is om de signalen van uw lichaam serieus te nemen.
Seksualiteit
Deze operatie kan gevolgen hebben voor de seksualiteit. De verandering van seksualiteit na deze operatie is voor iedere vrouw verschillend. U mag pas weer geslachtsgemeenschap hebben als de wond helemaal genezen is. Problemen op seksueel gebied kunt u altijd met de behandelend arts bespreken. Als extra informatie kunnen wij u de folder ‘seksualiteit en kanker’ aanbieden.
Uitscheiding
Vloeien
De eerste weken na de operatie kunt u nog wat bloed of bruinige afscheiding hebben.
Urineren
U heeft na de operatie een blaascatheter gehad, hierdoor heeft u een verhoogde kans op een blaasontsteking. Bij klachten zoals pijn bij het plassen en/of vaak kleine beetjes plassen raden wij u aan contact op te nemen met de huisarts. De afvoerbuis van de blaas ligt in het operatiegebied. Daarom kan de richting van de straal en de wijze van plassen na de operatie zijn veranderd. In het begin kan het zijn dat u hier erg aan moet wennen. Wij adviseren u na of tijdens het plassen de vulvawond te spoelen met kraanwater totdat de wond genezen is.
Ontlasting
Wij adviseren u om vezelrijke voeding te gebruiken zoals volkorenproducten en fruit en om voldoende te drinken (minimaal 1.5 - 2 liter per dag) om obstipatieklachten te voorkomen. Indien nodig zal de arts u een laxeermiddel voorschrijven.
Vaginale schimmelinfectie
Door het antibioticum dat tijdens de operatie is gebruikt, ontstaat soms een vaginale schimmelinfectie. U merkt dit door jeuk en afwijkend ruikende afscheiding. Ook plassen is dan vaak pijnlijk. Vraag de huisarts in dit geval om een advies.
Uitslag weefselonderzoek
Het weefsel dat tijdens de operatie is verwijderd wordt altijd onderzocht door de patholoog. Deze onderzoekt het weefsel onder de microscoop. De behandelend arts bespreekt de uitslag van dit onderzoek met u na ongeveer 7 - 14 werkdagen. Indien u dan niet meer op de afdeling verblijft, maken wij met u een afspraak voor het bespreken van de uitslag. Wij begrijpen dat deze uitslag voor u van grote betekenis is.
Vraag uw partner en/of de door u gewenste personen bij dit gesprek aanwezig te zijn.
Wondverzorging
De wond is gehecht met oplosbare hechtingen.
Belangrijk is om de wond goed te observeren. Bij toenemende roodheid, zwelling of vochtverlies uit de wond raden wij u aan om contact op te nemen met de huisarts of de afdeling gynaecologie.
Indien u in de thuissituatie nog hulp nodig heeft bij het verzorgen van de wond/wonden schakelen wij hier de thuiszorg voor in.
Wanneer contact opnemen uitklapper, klik om te openen
Wij adviseren u om bij de volgende klachten contact op te nemen met uw huisarts of met de verpleegkundigen of afdelingsarts van gynaecologie:
- Temperatuur boven de 38.5 Celsius.
- Toenemende wondpijn.
- Toenemende roodheid, zwelling, vochtverlies bij de wond.
- Blaasklachten/pijn bij het plassen.
- Toename van lymfoedeem.
- Vies ruikende afscheiding.
Telefoonnummers afdeling gynaecologie:
- 088 75 575 43.
- 088 75 575 44.
Contact uitklapper, klik om te openen
Verpleegafdeling Gynaecologie (C5 west)
Hebt u vragen? Neem dan contact op met:
- Opname: 088 755 6446
- Verpleegkundige afdeling: 088 755 7543
Afspraak maken:
- Gynaecologie en voortplanting: 088 755 88 80
- Gynaecologische oncologie: 088 7569442
Bereikbaar op werkdagen van 8:00 - 16:00 uur