Nazorg oncologische laparotomie met verwijderen lymfeklieren

In deze folder leest u meer over de nazorg oncologische laparotomie met verwijderen lymfeklieren.

Lichamelijke activiteiten na de operatie uitklapper, klik om te openen

Vermijd zware activiteiten zoals tillen met zware boodschappentassen of vuilniszakken buiten zetten, intensieve sporten zoals atletiek en tennis. Lichte activiteiten zoals koken of afwassen kunt u geleidelijk weer gaan doen. Dat geldt ook voor lichte sportieve activiteiten als fietsen en wandelen. U mag de eerste weken niet meer dan 6 kilo tillen. Als u moet bukken ga dan door uw knieën. Verricht geen werkzaamheden waarbij u rek en strekbewegingen moet maken. Hierbij kunt u denken aan: bedden opmaken, ramen zemen en stofzuigen. Het hervatten van uw werk kunt u in samenspraak met uw behandelend arts doen en met de bedrijfsarts van uw werkgever.

De eerste vier weken kunt u beter niet autorijden. Een plotselinge beweging zoals een noodstop kan belastend zijn voor de wond. Ook is uw concentratie en reactievermogen na een operatie wat minder.

De eerste zes weken wordt aangeraden om niet in bad te gaan of te zwemmen in verband met de kans op infectie. Douchen is wel toegestaan.

Lymfoedeem na een laparotomie met verwijderen lymfeklieren uitklapper, klik om te openen

Wanneer bij de operatie lymfeklieren uit de buik zijn verwijderd, kunt u last krijgen van vochtophoping in de buik, de schaamstreek of uw benen. We noemen dit lymfoedeem. Dit treedt in meer of mindere mate op bij circa 1 op de 5 vrouwen. U heeft al een folder over lymfoedeem gekregen. Als dit niet zo is, vraag er dan een aan de verpleegkundige. In de folder kunt u onder andere lezen hoe u lymfoedeem kunt herkennen. Bij klachten van lymfoedeem kunt u contact opnemen met de polikliniek gynaecologie voor verder advies.

Tel: 088 75 595 07

Meer informatie omtrent lymfoedeem kunt u verkrijgen via www.lymfoedeem.nl Nederlands Netwerk voor lymfoedeem en lipoedeem (NLNet)

Medicatie uitklapper, klik om te openen

U krijgt een recept voor medicijnen die u thuis moet gebruiken. Op het medicatie overzicht staat welke medicijnen u krijgt, de dosering en hoe vaak u ze moet innemen. Gebruikte u voor de operatie al medicijnen? Blijf die dan gebruiken, tenzij de arts zegt dat u daarmee moet stoppen. Voor paracetamol krijgt u geen recept. U kunt dit bij de drogist kopen. Stop met het innemen van paracetamol en andere pijnstillers als u geen pijn meer hebt.

Professionele hulp in de thuissituatie uitklapper, klik om te openen

Hulpverlening

Na een gynaecologische ingreep kunnen emotionele reacties ontstaan. Indien u behoefte heeft om te praten met hulpverleners zoals maatschappelijk werk, dan kunt u contact opnemen met uw huisarts.

Indien u behoefte heeft aan lotgenoten contact, dan kunt u contact opnemen met de ‘Stichting Olijf ’. www.olijf.nl

Telefoonnummer: 020 3039292 dinsdag en donderdag tussen 9 en 13 uur.

Ook kunt u gebruik maken van professionele ondersteuning op emotioneel en psychisch gebied bij het Helen Dowling Instituut, www.hdi.nl

In het UMC is een speciale poli, voor aanvullende ondersteuning van patiënten met kanker en hun naasten. Vraag de folder aan de verpleegkundige.

Huishoudelijke hulp

Realiseert u zich dat u een herstelperiode in acht moet nemen. Het is belangrijk dat u mensen in uw omgeving inschakelt om werkzaamheden over te nemen. Lukt dit niet, vraag dan vóór uw opname alvast huishoudelijke hulp aan. Dit kan bij het WMO loket van uw gemeente.

Thuiszorg

Indien de thuiszorg is ingeschakeld, krijgt u van de afdeling een brief mee met informatie over de opnameperiode en de zorgvraag. Het Bureau Zorgbemiddeling heeft de eerste contacten gelegd met de thuiszorg en zal u melden wanneer de thuiszorg de eerste keer thuis zal komen.

Rusten en slapen uitklapper, klik om te openen

De herstelperiode kan van vrouw tot vrouw variëren. In het algemeen wordt een periode van drie tot zes maanden aangehouden. U kunt sneller moe zijn na de operatie en soms kunt u minder aan dan u dacht. Het beste kunt u toegeven aan deze moeheid en extra rusten. Te hard van stapel lopen heeft vaak een averechts effect. Uw lichaam geeft aan wat u wel en niet kunt. Belangrijk is om de signalen van uw lichaam serieus te nemen.

Seksualiteit uitklapper, klik om te openen

Aangeraden wordt om geslachtsgemeenschap uit te stellen tot zes weken na de operatie. Zes weken na de operatie is de wond in die mate hersteld dat u zonder angst voor beschadigingen geslachtsgemeenschap kunt hebben. Overigens mag u in die periode wel op andere manieren vrijen en intiem zijn, belangrijk is dat de vagina wordt ontzien en tijd krijgt om te helen. Emotioneel kan het vele maanden duren voor u weer plezier beleeft aan het vrijen. Het gevoel in de vagina kan na de operatie anders zijn dan daarvoor en ook pijn kan ontstaan. Het is belangrijk dat u de tijd neemt voor de veranderende omstandigheden. Indien de baarmoeder is verwijderd zal u niet meer menstrueren. Indien de eierstokken niet verwijderd zijn, blijven zij nog wel hormonen produceren waardoor u nog wel last kunt krijgen van premenstruele klachten.

Bij het verwijderen van de eierstokken kunt u in de overgang komen. Samen met de behandelend arts wordt er dan gekeken wat voor u de juiste oplossing is. Eventuele aanvullende hormonale behandeling en maatregelen om botontkalking tegen te gaan zullen met u worden besproken. Indien van toepassing ontvangt u informatie omtrent seksualiteit en een stoma van de stomaverpleegkundige. Voor verdere informatie omtrent kanker en seksualiteit verwijzen wij u naar de folder ‘Kanker en seksualiteit’ van de Nederlandse kankerbestrijding.

Deze folder kunt u op de afdeling gynaecologie krijgen of bij de Nederlandse Kankerbestrijding (KWF www.kwf.nl). Informatielijn 0900 2020041

Stoma uitklapper, klik om te openen

Indien u een colonstoma of een ileostoma heeft gekregen ontvangt u van de stomaverpleegkundige diverse richtlijnen zoals het gebruik van materiaal en de verzorging. De stomaverpleegkundige regelt alle recepten rondom het stoma die nodig zijn in de thuissituatie.

Uitscheiding uitklapper, klik om te openen

Vloeien

De eerste weken na de operatie kunt u nog wat bloed of bruinige afscheiding hebben. U mag geen tampons gebruiken, dit om een ontsteking te voorkomen. Als dit meer is dan een normale menstruatie moet u contact opnemen met de huisarts of de afdeling gynaecologie.

Urineren

Indien u na de operatie een blaaskatheter heeft gehad, heeft u een verhoogde kans op een blaasontsteking. Bij klachten zoals pijn bij het plassen en/of vaak kleine beetjes plassen raden wij u aan om contact op te nemen met de huisarts.

Ontlasting

Na een buikoperatie kan het wat langer duren voor de darmen weer optimaal functioneren. Wij adviseren u om vezelrijke voeding te gebruiken zoals volkoren producten en fruit en voldoende vocht tot u te nemen (minimaal 1.5 tot 2 liter per dag).

Uitslag weefselonderzoek uitklapper, klik om te openen

Het weefsel dat tijdens de operatie is verwijderd wordt altijd onderzocht door de patholoog. Deze onderzoekt het weefsel onder de microscoop. De uitslag van dit onderzoek is na 7 tot 14 werkdagen bekend. Indien u dan niet meer op de afdeling verblijft, maken wij met u een afspraak voor het bespreken van de uitslag. De behandelend arts bespreekt deze uitslag met u. Wij begrijpen dat deze uitslag voor u van grote betekenis is. Vraag uw partner en/of de door uw gewenste personen bij dit gesprek aanwezig te zijn.

Voeding en vocht uitklapper, klik om te openen

Als u naar huis gaat mag u weer normaal eten. Het is raadzaam om na een buikoperatie vezelrijke voeding te gebruiken en voldoende te drinken. Deze maatregelen zijn nodig om obstipatie te voorkomen. Voor leefregels omtrent voeding en vocht bij een stoma verwijzen wij u door naar de informatie van de stomaverpleegkundige.

Wondverzorging uitklapper, klik om te openen

De wond kan op verschillende manieren gehecht zijn:

1. Met oplosbare hechtingen.
2. Met Agraves: dit zijn nietjes die circa 10-14 dagen na de operatie door de verpleegkundige of huisarts verwijderd worden.

Belangrijk is om de wond goed te observeren. Bij toenemende roodheid, zwelling of vochtverlies uit de wond raden wij u aan om contact op te nemen met de huisarts of de afdeling gynaecologie.

Wanneer contact opnemen uitklapper, klik om te openen

Wij adviseren u om bij de volgende klachten contact op te nemen met uw huisarts, de verpleegkundigen of afdelingsarts van gynaecologie:

• Temperatuur boven de 38.5 Celsius.
• Toenemende wondpijn en/of buikpijn.
• Toenemende roodheid, zwelling, vochtverlies bij de wond.
• Toenemend bloedverlies uit de schede.
• Blaasklachten/pijn bij het plassen.
• Toenemende misselijkheid of braken.
• Toename van lymfoedeem.
• Vies ruikende afscheiding.

Afdeling gynaecologie
Telefoonnummer 088 75 575 43 of 088 75 575 44

Contact uitklapper, klik om te openen

De afdeling is bereikbaar van 08.00 - 16.00 uur.