Onderzoeken in het hoofdhals gebied

Er is voor u een afspraak bij de Hospital Dental Service, ook wel de ziekenhuis tandarts. De afspraak is gemaakt omdat de behandeling mogelijk radiotherapie (bestraling) wordt.

Hospital Dental Service (= HDS) uitklapper, klik om te openen

Mocht dit het geval zijn, dan is het belangrijk dat uw gebit gezond is. Om te voorkomen dat eventuele ontstekingen in uw gebit of kaak problemen opleveren tijdens de bestraling, controleert de tandarts u hier zorgvuldig op. Als u geen eigen gebit meer heeft, gaat de tandarts na of er mogelijk wortelresten zijn achtergebleven waarvan u last kunt krijgen. Tijdens het bezoek aan de tandarts vindt geen behandeling plaats. De afspraak bij de Hospital Dental Service duurt ongeveer 40 minuten.

Om uw gebit goed te kunnen beoordelen, wordt een röntgenfoto van boven- en onderkaak gemaakt. Als behandeling van uw gebit noodzakelijk is, krijgt u een nieuwe afspraak in het UMC Utrecht of bij uw eigen tandarts.

Mondhygiëniste

Als u nog eigen tanden of kiezen heeft, krijgt u een afspraak bij de mondhygiëniste. Zij maakt uw gebit schoon en adviseert en begeleidt u tijdens de periode van bestralen. Tijdens de bestralingsbehandeling brengt u regelmatig een bezoek aan de mondhygiënist om ontstekingen of irritaties in de mond zoveel mogelijk te voorkomen.

U vindt de afdeling Tandheelkunde op laag 2, receptie 29B. 

Longfoto uitklapper, klik om te openen

Er wordt bij u een longfoto. De behandelend KNO-arts heeft de foto voor u afgesproken om te kijken of er afwijkingen zijn aan uw longen. 

Het onderzoek

Een van de medewerkers haalt u op uit de wachtruimte en vraagt u om het bovenlichaam te ontbloten en om eventuele kettingen af te doen. Er worden twee foto’s gemaakt, een met uw borst en een met uw zij tegen het apparaat. De medewerker vraagt u om de adem even vast te houden.

Melden bij receptie 19

Voor het onderzoek meldt u zich op de röntgenafdeling (receptie 19). Daar verwijst men u naar de juiste wachtruimte. Het onderzoek duurt 5 á 10 minuten.

CT-scan uitklapper, klik om te openen

Er is voor u een CT scan afgesproken. Voor het onderzoek meldt u zich op de röntgenafdeling (receptie 19). In verband met de planning verzoeken wij u om ± een kwartier voor de afspraaktijd aanwezig te zijn. De afdeling Radiologie werkt met een patiëntvolgsysteem. Daarom is het noodzakelijk dat u bij de rode automaat een volgnummer pakt. Daarna kunt u plaatsnemen op de bank. Als u aan de beurt bent, verschijnt uw volgnummer boven één van de balies.

De afkorting CT betekent: “Computer Tomografie”. De naam is afgeleid van de techniek die wordt gebruikt. 

De CT scan werkt met röntgenstraling net als bij een gewone röntgenfoto. De bundel röntgenstralen die wordt gebruikt, is heel smal. Daarom is het mogelijk om dunne “plakjes” van het lichaam af te beelden. Alle dunne “plakjes” bij elkaar geven een volledig beeld van het onderzochte lichaamsdeel. De “plakjes” kunnen met een computer worden bewerkt. Zo kan de arts het onderzochte lichaamsdeel ook vanuit andere richtingen bekijken. Met gewone röntgenfoto’s is dit niet mogelijk.  

Voorbereiding op het onderzoek

In verband met het eventueel toedienen van contrastmiddel mag u twee uur vóór het onderzoek niet meer eten en niet roken. U mag nog wel drie glazen thee of water drinken. Medicijnen kunt u gewoon innemen met een beetje water.

De laborant brengt vooraf aan het onderzoek een infuus in. Tijdens het onderzoek krijgt u door dit infuus een contrastvloeistof toegediend. Hierdoor zijn organen en bloedvaten beter zichtbaar. Kledingstukken waarin metaal is verwerkt (bijvoorbeeld de “spijkertjes” in een spijkerbroek en gespen) dient u voor het onderzoek uit te trekken. Overige kledingstukken kunt u in principe aanhouden. Ook metalen voorwerpen zoals sieraden dient u vóór het onderzoek af te doen. Deze verstoren de opname. 

Verloop van het onderzoek

De laborant haalt u op uit de wachtruimte en vertelt hoe het CT onderzoek verloopt. Vervolgens neemt u plaats op de smalle onderzoekstafel. Deze tafel schuift tijdens het onderzoek langzaam door de opening van de CT-scan. In deze opening zit een ringvormig röntgenapparaat. De laborant maakt meerdere scans. Eerst maakt de laborant een scan zonder contrastvloeistof. Daarna volgt een scan met contrastvloeistof. De contrastvloeistof wordt door het infuus ingespoten. Bij het inspuiten kunt u een warm gevoel krijgen door uw hele lichaam. Dat gevoel verdwijnt na een paar minuten.

Tijdens het maken van een scan draait het röntgenapparaat rond. Hierdoor hoort u een zoemend geluid. Het is belangrijk dat u dan stil blijft liggen. Als u beweegt, bestaat de kans dat de scan mislukt.

Gedurende het onderzoek ligt u alleen in de onderzoeksruimte. Reden hiervoor zijn de röntgenstralen. Röntgenstraling is niet schadelijk wanneer er af en toe röntgenbeelden worden gemaakt. Het kan wel schadelijk zijn wanneer je er elke dag mee werkt. Daarom gaan artsen en laboranten tijdens het onderzoek naar een kamer naast de onderzoeksruimte.

Vanuit deze kamer bedient de laborant de CT-scan. Door een raam kunnen artsen en laboranten u in de gaten houden. Er is ook een intercom, zodat u met elkaar kunt praten. Door deze intercom geeft de laborant u tijdens het onderzoek aanwijzingen.

Het infuus blijft na het onderzoek nog 15 minuten zitten. Dit is om er zeker van te zijn dat u niet allergisch reageert op de contrastvloeistof.

Duur van het onderzoek

In de meeste gevallen duurt het onderzoek 20 tot 30 minuten.

Nazorg

Omdat u tijdens het onderzoek een injectie met contrastvloeistof heeft gehad, is het belangrijk dat u na het onderzoek veel drinkt. Hierdoor verdwijnt de contrastvloeistof via de urine snel weer uit het lichaam.

Tot slot

Als u nog vragen heeft, neem dan contact op met de afdeling Radiologie, telefoonnummer 088 75 588 55

Echografie van de hals (eventueel met punctie) uitklapper, klik om te openen

Er wordt bij u een echografie gemaakt. Voor het onderzoek meldt u zich op de röntgenafdeling (receptie 19). In verband met de planning verzoeken wij u om ± een kwartier voor de afspraaktijd aanwezig te zijn. De afdeling Radiologie werkt met een patiëntvolgsysteem. Daarom is het noodzakelijk dat u bij de rode automaat een volgnummer pakt. Daarna kunt u plaatsnemen op de bank. Als u aan de beurt bent, verschijnt uw volgnummer boven één van de balies. 

Bij een halspunctie onder echogeleide haalt de radioloog kleine stukjes weefsel uit uw lymfklier of schildklier in de hals.

Deze stukjes weefsel worden in het laboratorium onderzocht. Voor het bepalen van de juiste punctieplaats gebruikt de radioloog een echoapparaat. Echografie is een onderzoekstechniek die gebruik maakt van geluidsgolven. Deze geluidsgolven hebben een hele hoge frequentie waardoor u ze niet kunt horen.

De echokop (transducer) zendt via de huid de geluidsgolven het lichaam in. De organen en weefsels in het lichaam kaatsen de uitgezonden geluidsgolven terug als een echo. De echokop vangt de teruggekaatste geluidsgolven (echo’s) weer op en zet ze om in een beeld. Het onderzoek is pijnloos en onschadelijk. 

Voorbereiding op het onderzoek

Het onderzoek vereist geen speciale voorbereiding. U mag alles eten en drinken. Voorgeschreven medicijnen kunt u op de normale wijze innemen. Gebruikt u bloedverdunners, neem dan contact op met uw behandelend arts. 

Verloop van het onderzoek

Het is mogelijk dat uw begeleider(ster) bij de punctie aanwezig is. Stelt u hier prijs op, overleg dit dan van tevoren met de onderzoeker die u uit de wachtruimte ophaalt. 

Nadat de onderzoeker u uit de wachtruimte heeft opgehaald, wordt u naar de onderzoeksruimte gebracht. In de onderzoeksruimte maakt u uw hals vrij van kleding. Daarna neem u plaats op een onderzoekstafel.

Als u op de tafel ligt, brengt de onderzoeker gel aan op de huid. Dit is nodig om de geluidsgolven goed te geleiden. Met de echokop scant de onderzoeker uw hals.

Op het beeldscherm ontstaan bewegende beelden. Tussendoor maakt de onderzoeker opnamen van deze beelden. Het is belangrijk dat de opnamen scherp zijn. Daarom vraagt de onderzoeker u soms de adem in te houden. De onderzoeker bespreekt de beelden met een radioloog. Is de kwaliteit van de beelden voldoende, dan komt de radioloog voor de punctie. Voorafgaand aan de punctie wordt de hals schoongemaakt met alcohol. Vervolgens haalt de radioloog, met een kleine dunne naald, cellen uit het betreffende gebied. De punctieplaats wordt niet verdoofd. De prik voor de verdoving is namelijk even pijnlijk als de prik voor de punctie. 

Duur van het onderzoek

De totale duur ban het onderzoek hangt samen met de vraagstelling van uw arts en de aard van het onderzoek. In de meeste gevallen duurt het onderzoek een half uur tot een uur. 

Nazorg

De punctie veroorzaakt wat napijn. Mocht u na afloop van de punctie een gevoelige hals krijgen, dan kunt u een paracetamol innemen. Het is belangrijk dat u na afloop van de punctie, de eerste 24 uur rustig aan doet; niet zwaar tillen en niet sporten. U kunt na de procedure gewoon autorijden.

Tot slot

Als u na het lezen van deze informatie nog vragen heeft, kunt u bellen naar de medewerkers van de röntgenafdeling telefoonnummer 088 75 588 55.

MRI-onderzoek uitklapper, klik om te openen

Er wordt bij u een MRI-onderzoek verricht. Voor het onderzoek meldt u zich op de röntgenafdeling (receptie 19). In verband met de planning verzoeken wij u om ± een kwartier voor de afspraaktijd aanwezig te zijn. De afdeling Radiologie werkt met een patiëntvolgsysteem. Daarom is het noodzakelijk dat u bij de rode automaat een volgnummer pakt. Daarna kunt u plaatsnemen op de bank. Als u aan de beurt bent, verschijnt uw volgnummer boven één van de balies.

Uw afspraak is na 17.00 of in het weekeinde. Na binnenkomst via de hoofdingang van het UMC Utrecht meldt u zich bij de centrale informatiebalie. Daar wordt u doorverwezen naar de juiste wachtruimte.

Neemt u contact op als u één van de vragen in de vragenlijst met “ja” heeft beantwoord. Telefoonnummer 088 75 588 77.

MRI (Magnetic Resonance Imaging) is een onderzoeksmethode die gebruik maakt van een zeer sterk magneetveld en radiogolven. Hiermee worden signalen in het te onderzoeken lichaamsdeel opgewekt. Een antenne ontvangt de signalen en een computer zet deze om in een beeld. Er worden geen röntgenstralen gebruikt.

Het MRI-apparaat maakt doorsnedenfoto’s van uw lichaam. Deze doorsnedenfoto’s geven vooral informatie over de weke delen in het lichaam zoals spieren, pezen, gewrichten, wervelkolom, hersenen en organen in de buik. Het onderzoek is niet schadelijk. 

Belangrijke informatie voor het onderzoek

De magneet van de MRI staat altijd aan. Daarom mogen metalen of magnetische voorwerpen niet in de onderzoeksruimte.

Voorwerpen die niet zijn toegestaan in de onderzoeksruimte

• Muntgeld, aanstekers, sleutels, mobiele telefoon
• Sieraden, horloge, haarspelden
• Gehoorapparaat
• Betaalpas, andere pasjes, CD’s, MP3-speler (de magneet wist de gegevens)
• Kleding met metalen knopen en ritssluitingen.

Het is verstandig bovenstaande voorwerpen, zo mogelijk, thuis te laten. Hebt u toch dergelijke voorwerpen bij u, dan kunt u die in de kleedkamer achterlaten. Deze wordt afgesloten. 

Bij een MRI-onderzoek van het hoofd, vragen wij u geen make-up op te doen. Hierin kunnen metaaldeeltjes zitten.

Pacemaker

Doordat bij het onderzoek gebruikt wordt gemaakt van een zeer sterk magneetveld, kunnen mensen met een pacemaker niet worden onderzocht. Het magneetveld kan de pacemaker ontregelen.

Claustrofobie

Tijdens MRI-onderzoek ligt u in een kleine tunnel die aan hoofd- en voeteneinde open is. Als u niet in kleine ruimtes durft (bijvoorbeeld een lift), kan dit soms moeilijk zijn. Is dit bij u het geval, dan kunt u bij de huisarts een rustgevend middel halen. Als u het prettig vindt, kunt u een begeleider meenemen in de onderzoeksruimte. 

Kleding

Neem voor het onderzoek makkelijk zittende kleding mee zonder metalen delen (bijvoorbeeld een joggingbroek en T-shirt). U kunt zich in de kleedkamer bij de MRI omkleden.

Verloop van het onderzoek

De laborant haalt u op uit de wachtruimte en vertelt hoe het MRI-onderzoek verloopt. Hebt u na deze uitleg nog vragen, dan kunt u die aan de laborant stellen. Daarna controleert de laborant u op de aanwezigheid van metalen voorwerpen.

In de onderzoeksruimte gaat u op de MRI-tafel liggen. Deze tafel schuift in een kleine tunnel tot dat het te onderzoeken lichaamsdeel er in ligt. De laborant bedient het MRI-apparaat vanuit een kamer naast de onderzoeksruimte. Vanuit deze ruimte kan de laborant u door een raam zien. Tijdens het onderzoek heeft u contact met de laborant via een microfoon en een bel. Het MRI-onderzoek bestaat uit een aantal opnamen. De kortste opname duurt een halve minuut, de langste kan meer dan 10 minuten duren. Het is belangrijk dat u zo ontspannen mogelijk blijft liggen. Als u beweegt, mislukt de opname. Soms helpt het als u uw ogen sluit.

Voor sommige onderzoeken krijgt u een injectie met een contrastmiddel toegediend. Dit is nodig om bepaalde afwijkingen zichtbaar te maken.

Het maken van opnamen gaat samen met een hard tikkend geluid. U krijgt van de laborant (als het onderzoek dit toelaat) een koptelefoon om het geluid van de MRI te dempen. Door deze koptelefoon kunt u ook naar de radio luisteren. Tevens is het mogelijk een eigen CD mee te nemen en te luisteren. Deze kunt u voor aanvang van het onderzoek aan de laborant geven. 

Duur van het onderzoek

In de meeste gevallen duurt het onderzoek een half uur tot een uur.

Tot slot

Als u na het lezen van deze informatie nog vragen heeft, kunt u bellen naar de medewerkers van de röntgenafdeling telefoonnummer 088 75 588 77.

De scopie (kijkoperatie) uitklapper, klik om te openen

Er is bij u een gezwel gevonden in het hoofd-halsgebied (keelholte, mond, oor, neus). Om goed te kunnen beoordelen hoe groot het gezwel is en waar dit precies zit, krijgt u een zogenaamde scopie (kijkoperatie). Omdat dit onderzoek onder algehele anesthesie (narcose) gebeurt, is het nodig dat u twee dagen wordt opgenomen op de afdeling D5. Tijdens de kijkoperatie wordt er alleen gekeken naar het aangetaste gebied. Soms wordt een klein stukje weefsel weggenomen voor onderzoek. De operatie duurt een half uur tot drie kwartier.

De Afdeling uitklapper, klik om te openen

De verpleegkundige ontvangt u op de afdeling en voert een opnamegesprek met u. Tijdens dit gesprek bespreekt u uw algehele gezondheid en het verloop van de opname. De verpleegkundige kan in overleg met u een andere hulpverlener inschakelen zoals maatschappelijk werk, diëtist of fysiotherapeut. Naast de verpleegkundigen werken ook studenten verpleegkunde op de afdeling. Zij staan altijd onder supervisie van een verpleegkundige. Tijdens elke dienst is een verpleegkundige verantwoordelijk voor uw verzorging. Wie dat voor u is, vindt u op het bord bij de verpleegbalie. U kunt al uw vragen kwijt aan de verpleegkundige. De afdelingsarts bezoekt u elke ochtend, samen met de verpleegkundigen en coassistenten. 

Informatie/telefonische bereikbaarheid

Informatie over uw gezondheid is privé-informatie. Deze informatie geven wij alleen aan uw contactpersoon. De verpleegkundige noteert bij opname in uw dossier wie uw contactpersoon is. Het telefoonnummer van de afdeling is: 088 75 577 10.

Bezoek

De bezoektijd is dagelijks van 14.00 - 20.00 uur. Veel bezoek tegelijk kan vermoeiend voor u zijn en hinderlijk voor uw kamergenoten. Tussen 17.30 - 18.30 uur wordt het avondeten geserveerd. Het is prettig als u dan geen bezoek heeft. Uw bezoek kan die tijd doorbrengen in het dagverblijf op de afdeling, in het restaurant bij de hoofdingang of in restaurant ‘De Brink’ op de 0-laag. In restaurant ‘De Brink’ kunt u alleen betalen met een pinpas. 

Parkeren

U kunt betaald parkeren in de parkeergarage van het UMC Utrecht. Op loopafstand van het UMC Utrecht staat P+R De Uithof. U koopt bij de automaat een combikaartje parkeren en reizen. Vanaf P+R De Uithof rijdt buslijn 28 naar de ingang van het UMC Utrecht. Als u verwacht voor meer dan drie uur in het ziekenhuis te zijn, is de P+R een goedkoop alternatief voor de UMC Utrecht parkeergarage.

Roken

Per 1 oktober 2018 mag in het UMC Utrecht, inclusief het omliggende terrein, niet meer gerookt worden.

De afdeling verlaten

Mocht u de afdeling willen verlaten, overleg dit dan met de verpleegkundige. Soms staat er een onderzoek of gesprek voor u gepland.

Koelkast

Op de afdeling is een koelkast waar u eten of drinken van thuis koel kunt bewaren, Voor de controle van houdbaarheid, is het belangrijk dat u een sticker met uw naam en datum op de etenswaren plakt. De stickers liggen bij de koelkast.

Vóór de operatie uitklapper, klik om te openen

Meestal wordt u één dag vóór de operatie opgenomen in het ziekenhuis. Tijdens de opnamedag komen verschillende behandelaars bij u langs. Eerst hebt u een opnamegesprek met de verpleegkundige die u de afdeling laat zien en informeert over de gang van zaken tijdens de opname. De co-assistent doet een lichamelijk onderzoek. Ook de zaalarts heeft een opnamegesprek met u. Hij/zij vertelt nog iets over de kijkoperatie en beantwoordt eventuele vragen van uw kant. In de meeste gevallen bezoekt de specialist die de kijkoperatie doet, u op de afdeling.

De operatie

Op de dag van de kijkoperatie blijft u nuchter na middernacht. ‘s Morgens gaat u douchen. De verpleegkundige maakt ondertussen het bed klaar. Vanaf dit moment wacht u tot de operatiekamer voor u in gereedheid is gebracht. Vóórdat de verpleegkundigen u naar de operatiekamer brengen, krijgt u twee tabletten paracetamol. Daarna brengen zij u naar de ontvangstruimte van het operatiecentrum. Hier neemt de operatieverpleegkundige de zorg over. U wacht nog even, soms in gezelschap van andere patiënten, tot u aan de beurt bent. De anesthesie medewerker haalt u op en brengt u naar de operatiekamer. Daar ontmoet u de anesthesioloog die u tijdens de operatie onder zijn hoede houdt. De anesthesioloog brengt een infuus in, waardoor u de narcose krijgt.

Na de operatie uitklapper, klik om te openen

De eerste uren na de operatie brengt u meestal door op de recovery (de uitslaapkamer). Hier wordt u intensief gecontroleerd. Wanneer alles goed gaat en de anesthesioloog toestemming geeft, gaat u weer terug naar de afdeling. De verpleging neemt dan direct contact op met uw familie om te vertellen hoe het met u gaat. Het infuus wordt niet eerder dan vier uur na de operatie verwijderd. U moet dan ook al gedronken en geürineerd hebben en niet benauwd zijn.

De uitslag

Op woensdagmiddag bespreekt het team van artsen de uitslagen van onderzoeken en de kijkoperatie. Op de afdeling ontvangt u een afspraak wanneer u de uitslag van de arts krijgt. Tijdens dit gesprek bespreekt de arts met u wat de bevindingen van de onderzoeken zijn en wat de behandelingsmogelijkheden zijn.

Mogelijke klachten na een kijkoperatie

Doordat u tijdens de operatie spierverslappende middelen toegediend hebt gekregen, is het mogelijk dat u de dagen na de operatie last hebt van spierpijn. U hoeft zich hierover niet ongerust te maken; de spierpijn gaat vanzelf weer over. Doordat tijdens de operatie één of meerdere dunne buisjes door uw keel naar binnen zijn gebracht, kunt u de eerste dagen na de kijkoperatie wat last hebben van keelpijn. Dit is heel normaal en gaat vanzelf weer over.  

Complicaties bij een kijkoperatie

In enkele gevallen komt het voor dat door de operatie de keel geïrriteerd is geraakt en enigszins opzwelt. Hierdoor kunt u het korte tijd benauwd hebben. Mocht dit bij u zo zijn, dan wordt u hiervoor onmiddellijk behandeld. Dit is onder andere de reden dat u na de operatie nog een nacht in het ziekenhuis moet blijven.

Contact uitklapper, klik om te openen

De polikliniek is op werkdagen bereikbaar van 08.00 - 17.00 uur