Binnenkort vindt er bij uw kind een oogonderzoek plaats. De oogarts en orthoptist (een specialist op het gebied van opsporing en behandeling van scheelzien), onderzoeken dan de ogen van uw kind. Hieronder kunt u lezen wat het onderzoek inhoudt.
Doel van onderzoek uitklapper, klik om te openen
Het doel van het onderzoek is na te gaan of uw kind afwijkingen aan de ogen heeft.
Plaats en duur uitklapper, klik om te openen
Het onderzoek vindt plaats in het UMC Utrecht, locatie Academisch Ziekenhuis Utrecht, receptie 28, balie Geel. Het hele oogonderzoek duurt ongeveer één uur.
De gang van zaken tijdens het onderzoek? uitklapper, klik om te openen
Het onderzoek bestaat uit drie fasen:
- Kijken naar de ogen en meten van het gezichtsvermogen.
- Druppelen van de ogen.
- Kijken naar de ogen nadat ze gedruppeld zijn.
Fase één
Als eerste kijkt de orthoptist naar de stand, de bewegingen en de samenwerking van de ogen. Vervolgens onderzoekt zij hoeveel uw kind met beide ogen ziet. Voor het onderzoek naar de oogstand, moet uw kind eerst naar een lampje op ongeveer 30 cm kijken en daarna naar een object op vijf meter afstand. De orthoptist dekt met de hand afwisselend één oog van uw kind af. Daarna worden de oogbewegingen getest. Uw kind moet een lichtje in verschillende richtingen naar rechts, links, boven en onder volgen. De samenwerking van de ogen kan op verschillende manieren worden onderzocht. Deze onderzoeken zijn niet belastend voor uw kind. De keuze van onderzoeken hangt af van de oogstand. Heeft uw kind een rechte oogstand, dan wordt er onderzocht of uw kind diepte kan zien. Uw kind moet dan op een kaart figuurtjes aanwijzen.
Bij het onderzoek naar het gezichtsvermogen, wordt eerst het linkeroog met een pleister of een bril afgedekt en daarna het rechter. Er is een aantal mogelijkheden om het gezichtsvermogen te onderzoeken.
De keuze voor een bepaalde methode is afhankelijk van de leeftijd:
- Is uw kind jonger dan twee jaar of kan het nog niet praten, dan vragen wij het kind naar grote, grijze platen met een soort streepjescode te kijken.
- Kinderen tussen de twee en zes jaar krijgen op afstand, maar soms ook van dichtbij plaatjes te zien.
- Bij kinderen die al cijfers of letters kunnen lezen, wordt er met cijfers of letters getest.
Bij sommige kinderen is het noodzakelijk dat de oogarts ook nog kijkt met een zogenaamde speetlamp, dat is een microscoop die het oog vergroot. Uw kind moet zijn kin in een soort kinsteun zetten en rustig blijven zitten. Kinderen vinden dit onderdeel niet altijd even prettig.
In sommige gevallen vraagt de oogarts u uw kind stevig vast te houden, zodat hij het onderzoek goed uit kan voeren. Dit is vervelend voor u en uw kind, maar het is noodzakelijk om het onderzoek te laten slagen. Dit deel van het onderzoek duurt 15 tot 20 minuten.
Fase twee
Tijdens deze fase druppelt de verpleegkundige twee keer de ogen van uw kind. De druppels moeten een half uur inwerken. Door deze druppels worden de pupillen van de ogen groot. Uw kind kan nu tijdelijk dichtbij niet meer goed zien en is zeer gevoelig voor licht. Na 24 uur zijn de druppels uitgewerkt en heeft uw kind nergens meer last van.
Fase drie
Een half uur na het druppelen, meet de orthoptist de oogsterkte van uw kind. Dit gebeurt met een speciale lamp (een skiaskoop) en glaasjes of met een autorefractometer, dat is een apparaat dat de oogsterkte meet. Daarbij moet uw kind, zittend achter een apparaat, naar een sterretje kijken. Daarna onderzoekt de oogarts de ogen. Soms is het noodzakelijk dat de oogarts nogmaals met de spleetlamp naar de ogen kijkt (zie beschrijving fase één). Tot slot kijkt hij nog met een felle lamp en een loep naar de binnenkant van de ogen.
De uitslag uitklapper, klik om te openen
De uitslag van het oogonderzoek is meestal direct bekend. Wanneer nog aanvullend onderzoek noodzakelijk is krijgt u van de behandelend arts van uw kind via een telefonisch consult of een poliklinische afspraak hiervan de uitslag.
Wat u uw kind van tevoren kunt vertellen uitklapper, klik om te openen
- Dat uw kind druppels in de ogen krijgt, waar hij waziger ziet.
- Dat de dokter met een lampje in de ogen kijkt.
- Dat uw kind van dichtbij en veraf naar plaatjes en getallen moet kijken.
- Dat uw kind een verbandje voor een oog krijgt of een bril waarbij één glas is dichtgeplakt.
- Dat uw kind door een groot apparaat naar een sterretje moet kijken.
Vragen? uitklapper, klik om te openen
Als u nog vragen heeft over dit onderzoek kunt u contact opnemen met de Afdeling Oogheelkunde, telefoonnummer 088 75 567 94.
Contact uitklapper, klik om te openen
Hebt u vragen? Neem dan contact met ons op. Voor het maken van een afspraak hebt u een verwijzing nodig van uw oogarts.
Polikliniek Oogheelkunde
De polikliniek is op werkdagen bereikbaar van 08.00 tot 11.30 uur en tussen 13:00 en 16:00 uur.