Hier wordt informatie gegeven voor patiënten over stamcelaferese. Een stamcelaferese is een poliklinische procedure waarbij stamcellen uit het bloed worden gehaald. Wanneer er in deze folder geschreven wordt over stamcellen worden er bloedstamcellen bedoeld.
Bloedvorming uitklapper, klik om te openen
Bloed wordt gevormd in het beenmerg. Het beenmerg bevindt zich in de botten. In het beenmerg leven de stamcellen. Door deling en rijping ontstaan uit deze stamcellen de rode en witte bloedcellen en de bloedplaatjes. Per dag worden vele miljoenen cellen aangemaakt om het aantal bloedcellen op peil te houden. Rijpe bloedcellen verlaten het beenmerg en komen in de bloedbaan terecht. Onder normale omstandigheden komen stamcellen in kleine hoeveelheden in de bloedbaan voor.
Een volwassene heeft ongeveer 5 liter bloed in het lichaam circuleren. In het bloed worden 3 groepen bloedcellen onderscheiden:
- Rode bloedcellen (erytrocyten) spelen een rol bij het zuurstoftransport naar de verschillende organen.
- Bloedplaatjes (trombocyten) zijn nodig voor de bloedstolling.
- Witte bloedcellen (leukocyten) helpen bij de afweer tegen infecties.Leukocyten zijn onder te verdelen in granulocyten en lymfocuten. Granulocyten zorgen voor de afweer tegen bacteriën. Lymfocyten zorgen voor de afweer tegen virussen.
Naast de cellen bestaat bloed uit plasma. Plasma is voornamelijk samengesteld uit water, eiwitten, voedingsstoffen, vitaminen, hormonen en zouten.
Rijpe bloedcellen zijn door een microscoop goed te herkennen. Stamcellen zijn door hun primitieve uiterlijk en beperkt aantal niet goed te ‘zien’. Daarom worden zij geteld met immunologische technieken. Stamcellen hebben op hun celwand (membraam) een specifiek eiwit, het zogenaamde CD34-eiwit. Het CD34-eiwit is aan te kleuren. Met deze kleuring worden de CD34-positieve cellen geteld.
Hieronder ziet u een schema van de bloedvorming: van stamcel tot volwassen cel.
Stamcel CD 34+
Het mobiliseren van stamcellen uitklapper, klik om te openen
Stamcellen stimuleren
Zoals gezegd komen stamcellen slechts in geringe aantallen voor in de bloedbaan. Om stamcellen te kunnen verzamelen, moet er een hoog aantal stamcellen in de bloedbaan aanwezig zijn. Met behulp van een groeifactor worden de stamcellen gestimuleerd zich naar de bloedbaan te verplaatsen.
Groeifactoren zijn stoffen die door het lichaam zelf gemaakt worden. Ze hebben een stimulerende rol bij de aanmaak van bloedcellen in het beenmerg. Onder invloed van de groeifactor G-CSF (Filgrastim®) neemt het aantal stamcellen in het beenmerg toe en verplaatsen (mobiliseren) er stamcellen naar het bloed dat in de aders en slagaders circuleert. Als medicijn is de groeifactor in injectievloeistof verkrijgbaar.
Toedienen van de injecties
De G-CSF injectievloeistof wordt als injectie onder de huid toegediend. Dit kan in een huidplooi in de buik of in het bovenbeen. Het is een eenvoudige handeling die u zelf of uw partner of een naaste kan leren.
De SCT-verpleegkundige zal u (of uw partner/naaste) hiervoor een instructie geven.
Aantal injecties
De G-CSF wordt meestal gedurende 4 tot 7 dagen toegediend. Uw internist-hematoloog geeft u een recept met de startdatum en het aantal dagen dat u de injecties moet toedienen. Het recept voor de G-CSF kunt u inleveren bij de poliklinische apotheek van het UMC Utrecht. U krijgt de injectiespuiten dan meteen mee. De spuitjes moeten in de koelkast bewaard worden. Het is belangrijk dat de G-CSF dagelijks op ongeveer dezelfde tijdstippen toegediend wordt, volgens voorschrift van uw specialist. Het is mogelijk dat u een hogere dosering krijgt voorgeschreven dan in de bijsluiter staat.
Bijwerkingen van de injecties met groeifactoren
Door de G-CSF injecties wordt de aanmaak van stamcellen in het beenmerg gestimuleerd. Hierdoor kan er druk op de botvliezen ontstaan. Het gevolg kan botpijn zijn. Deze botpijn wordt vaak gevoeld in de rug, op het borstbeen of in de schedel; de mate waarin wisselt van mild tot hevig. De klachten nemen meestal voldoende af met de pijnstiller paracetamol (maximaal gebruik 4 x daags 1 gram).
Ook kunnen een grieperig gevoel, spierpijn, hoofdpijn of misselijkheid optreden. Zodra de G-CSF niet meer gebruikt wordt, zullen de klachten snel verdwijnen. Na de G-CSF toediening kan worden begonnen met het verzamelen van de stamcellen. Deze procedure noemen we de stamcelaferese.
Bij heftige bijwerkingen of ongerustheid op de dagen dat u G-CSF injecteert of na afloop van de stamcelaferese, kunt u telefonisch contact met ons op nemen. Telefoonnummers vindt u aan het eind.
De stamcelaferese uitklapper, klik om te openen
De stamcellen in de bloedbaan worden ook wel ‘perifere’ stamcellen genoemd. Wanneer u alleen een groeifactor krijgt, kunnen er na 4 dagen voldoende perifere stamcellen aanwezig zijn. Het kan ook zijn dat het stimuleren van de stamcellen aansluit op een cytostaticakuur. In dat geval komen er stamcellen in het bloed als de leukocyten na een daling weer stijgen. Deze circulerende ‘perifere’ stamcellen kunnen uit het bloed worden verzameld met behulp van de aferesemachine. Er is een kleine kans dat er te weinig stamcellen in het bloed komen om een stamcelaferese te kunnen doen.
Op de ochtend van de stamcelaferese wordt er eerst bloed afgenomen om te meten hoeveel perifere stamcellen er in uw bloed aanwezig zijn. Het percentage stamcellen wordt uitgedrukt in CD34 positieve (CD34+) cellen. Indien er voldoende perifere stamcellen zijn, kan de afnameprocedure starten. Als het percentage CD34 positieve cellen in uw bloed te laag is, zal de stamcelaferese niet door gaan. U krijgt dan extra injectiespuiten
G-CSF en de volgende dag zal opnieuw het percentage stamcellen in uw bloed bepaald worden. Na afloop van de stamcelaferese wordt gekeken hoeveel cellen er verzameld zijn. Soms is het nodig een tweede dag stamcellen af te nemen. U krijgt dan nog enkele injectiespuiten G-CSF mee naar huis en de volgende ochtend begint de procedure weer opnieuw.
Wat gebeurt er precies?
Voor de stamcelaferese wordt in beide armen een naald in een bloedvat ingebracht. Uit de ene arm wordt bloed afgevoerd naar de machine, die de stamcellen eruit verzamelt. Via de andere arm krijgt u de rest van het bloed weer terug. Gezien de hoge snelheid waarmee het bloed door de aferesemachine moet stromen, is er een vrij dikke naald nodig. De naalden worden meestal in een ader in de elleboogplooi ingebracht. Het inbrengen is kortdurend pijnlijk. U kunt uw armen tijdens de stamcelaferese niet bewegen vanwege deze naalden. Tijdens de hele procedure is er een medewerker van de bloedbank bij u. Deze medewerker bedient ook de aferesemachine.
Hoe werkt een stamcelaferese?
Door middel van een centrifuge (centrifugaalkracht) wordt het bloed gescheiden in verschillende cellagen. De cellaag waarin de stamcellen en lymfocyten zich bevinden, wordt door de aferesemachine uit het bloed gehaald en opgevangen in een zak. Hiervoor is een continue stroom bloed van en naar de aferesemachine nodig.
De aferesemachine wordt opgebouwd door een medewerker van de bloedbank met behulp van een steriele slangenset voor eenmalig gebruik. Deze slangenset die eenmalig wordt gebruikt is een gesloten systeem. Alleen uw bloed stroomt hier doorheen. U kunt dus niet besmet raken. Voor de start van de procedure wordt de slangenset met zout water en antistollingsmiddel (citraat) gevuld en van lucht ontdaan.
In de aferesemachine is gedurende de hele procedure continu ongeveer 250 ml bloed aanwezig. Gedurende een stamcelaferese stroomt er ongeveer 15 liter bloed door de machine. Per minuut gaat er gemiddeld 50 tot 70 ml bloed van uw lichaam naar de aferesemachine en weer terug. Afhankelijk van de snelheid duurt een procedure ongeveer 4 tot 6 uur.
Hoe lang duurt de afnameprocedure?
Na de afnameprocedure wordt er bloed afgenomen om uw bloedbeeld te controleren. De infuuslijnen worden afgekoppeld en 1 naald wordt verwijderd. De afgenomen stamcellen worden op het stamcellaboratorium geteld. Als er voldoende stamcellen verzameld zijn en uw bloedbeeld is in orde, dan wordt de andere naald verwijderd en mag u naar huis. Een procedure duurt gemiddeld 4 tot 6 uur. Vaak zijn 2 dagen nodig om voldoende stamcellen te verzamelen. Soms is een derde of vierde dag ook nog nodig. Dit hangt af van het ziektebeeld en de voorafgaande behandeling.
Lieskatheter
Soms zijn de bloedvaten in de armen niet geschikt voor het inbrengen van een naald. De physician assistant (P.A.) brengt dan een flexibel slangetje (katheter) in een bloedvat in de lies. Dit gebeurt onder plaatselijke verdoving. Omdat de lieskatheter in een groot bloedvat wordt geplaatst, is het nodig om steriel te werken. De arts heeft daarbij een mondmasker voor, een steriele jas en handschoenen aan. Op de plaats waar de lieskatheter wordt ingebracht, wordt de huid met jodium schoongemaakt. Het inbrengen van de lieskatheter gebeurt onder plaatselijke verdoving en duurt ongeveer twintig minuten. Het klaarzetten van de materialen vergt enige voorbereidingstijd. De lieskatheter heeft twee openingen, één voor de uitstroom van het bloed en één voor de teruggave van het bloed. Eén katheter is daarom voldoende. Het voordeel van een lieskatheter is dat u beide armen kunt bewegen. Als u een lieskatheter krijgt, wordt die pas op de dag na het verzamelen van stamcellen weer verwijderd, in verband met een verhoogde kans op nabloeden op de dag van de stamcelaferese. De lies wordt goed verbonden. U mag niet autorijden maar u kunt wel naar huis, met een eigen chauffeur of taxi. De volgende ochtend komt u terug, met eigen chauffeur of taxi, om de lieskatheter te laten verwijderen.
Andere mogelijkheden
Als er niet genoeg perifere stamcellen worden gemeten in het bloed, kan overwogen worden met behulp van een ander medicijn de stamcellen te stimuleren. Dit medicijn heet plerixafor.
Een andere optie is de stamcellen direct uit het beenmerg te halen. Dit kan door meerdere beenmergpuncties in de beide heupen. Deze beenmergpuncties zullen onder narcose op de operatieafdeling plaatsvinden.
Bijwerkingen uitklapper, klik om te openen
Tijdens de stamcelaferese kunnen de volgende bijwerken optreden:
Tintelingen
Om te voorkomen dat het bloed stolt in de aferesemachine wordt een bloedverdunnend middel (citraat) toegevoegd. Dit middel kan kalk binden en daardoor de kalkconcentratie in het bloed verlagen. Dit kan tintelingen in de handen, voeten en rond de mond en soms kramp in de armen of benen veroorzaken. Om deze klachten te voorkomen krijgt u extra calcium toegediend via het infuus.
Mochten er toch klachten ontstaan dan is het belangrijk dat u deze klachten goed aangeeft aan de medewerker van de bloedbank.
U krijgt dan meer calcium toegediend via het infuus. U kunt de dag vóór het verzamelen van de stamcellen ook extra melk of melkproducten gebruiken.
Vermoeidheid
Nadat voldoende stamcellen zijn verzameld kunt u gewoon naar huis. De soms lange reis, de spanning voor het onbekende, het geluid van de centrifuge en de veranderingen in bloedvolume tijdens de stamcelaferese maken dat de meeste mensen vermoeidheid ervaren. Wij adviseren u daarom na afloop niet zelf auto te rijden.
Bloedingsneiging
In de aferesemachine kunnen de bloedplaatjes stuk gaan. Na de afname kunt u tijdelijk meer last hebben van blauwe plekken of bloedinkjes in de huid. Uw bloedwaarden worden altijd gecontroleerd direct na afloop van de procedure. Wanneer de waarde van de bloed- plaatjes te laag is, kan een transfusie met bloedplaatjes nodig zijn.
Verkleuring van de urine
De urine kan in zeldzame gevallen wat rood verkleuren door rode bloedcellen die kapot zijn gegaan in de aferesemachine. U hoeft zich hierover niet ongerust te maken. Dit zal binnen ongeveer een dag over zijn.
Wat gebeurt er met het afgenomen materiaal? uitklapper, klik om te openen
In het stamcellaboratorium wordt bepaald hoeveel stamcellen (CD34+bepaling) er afgenomen zijn. Tevens wordt de steriliteit gecontroleerd van de afgenomen stamcellen. Tijdens de stamcelafereseprocedure zal ook 100 tot 200 ml plasma worden verzameld. Het stamcellaboratorium heeft dit plasma nodig bij de verwerking van de stamcellen. Vervolgens worden de stamcellen in enkele verschillende zakjes ingevroren met behulp van een invriesmiddel. Dit invriesmiddel heet Dimethylsulfide (DMSO).
Praktische informatie uitklapper, klik om te openen
Op de dag van de stamcelaferese wordt u om 8.15 uur verwacht op de afdeling hematologie, locatie B2 oost. U meldt zich aan bij de secretaresses van de kliniek hematologie (klinisch secretariaat, kamer B02.221), voorbij de centrale balie. Eerst zal er bloed worden afgenomen om te onderzoeken of er voldoende stamcellen in het perifere bloed aanwezig zijn. Het duurt ongeveer 60 minuten tot de uitslag bekend is.
Gedurende de stamcelaferese ligt u op bed. Omdat u bent aangesloten op de aferesemachine, kunt u tussendoor niet van het bed opstaan. Ook toiletbezoek is niet mogelijk tijdens de afnameprocedure. Uiteraard kunt u wel gebruik maken van po of urinaal. Als u bloed verdunnende medicijnen gebruikt wilt u dit dan melden?
Veel gestelde vragen uitklapper, klik om te openen
Hoeveel liter bloed heeft een mens?
Een volwassen persoon heeft ongeveer 5 liter bloedvolume. Met een stamcelaferese gaat ongeveer vijftien liter bloed door de machine, dus driemaal het bloedvolume.
Als ik ernstige bot - of spierpijn heb, kan ik dan stoppen met de groeifactoren?
Als u stopt met de injecties daalt het aantal stamcellen in het bloed snel en is stamcelaferese niet meer mogelijk. Stop dus nooit zomaar met de injecties. Bij pijn mag u paracetamol tabletten (500mg) innemen tot maximaal 8 tabletten per dag.
Als ik geen botpijnen heb, werkt de groeifactor dan niet?
Als u geen botpijn heeft, betekent dit niet dat de groeifactor niet werkt.
Hoe lang kunnen de afgenomen stamcellen worden bewaard?
De stamcellen worden zeer diep ingevroren hierdoor kunnen ze jaren bewaard blijven.
Wat kan ik het beste aantrekken tijdens de stamcelaferese?
Tijdens de stamcelaferese ligt u op bed. Wij adviseren u om comfortabele, niet knellende kleding aan te trekken.
Belangrijke adressen en telefoonnummers uitklapper, klik om te openen
UMC Utrecht
Heidelberglaan 100
Postbus 85500
3508 GA Utrecht
088 755 55 55
Afdeling hematologie, Locatie B2 oost
088 75 576 55 Polikliniek (tijdens kantooruren)
088 75 562 43/41 Verpleegafdeling (buiten kantooruren)
Hebt u nog vragen?
Neemt u dan contact op met de SCT-verpleegkundige.
Telefoonnummer: 088 75 736 27
E-mail: sctverpleegkundige@umcutrecht.nl
Op werkdagen bereikbaar.
Contact uitklapper, klik om te openen
Wilt u bij telefonisch contact uw afsprakenkaart met patiëntnummer bij de hand houden?
Polikliniek Hematologie (Oncologisch)
poli-hematologie@umcutrecht.nl
De afdeling is bereikbaar van 08.00 tot 17.00 uur.