Vanwege uw ziekte of behandeling heeft u een verminderde weerstand en een risico op ondervoeding. Hier vindt u informatie over de richtlijn hygiënische voeding, ondervoeding en wat u kunt doen als u risico loopt op ondervoeding.
Inleiding uitklapper, klik om te openen
Wanneer is er een verminderde weerstand?
Er is een verminderde weerstand bij:
- “De dip” na chemotherapie, dat wil zeggen dat de witte bloedcellen (leukocyten) verlaagd zijn.
- Verminderde barrière functie van de darm, na chemotherapie en/of bestraling, of afstotingsziekte (GVHD) in het maag-darmkanaal.
- Het gebruik van afweer onderdrukkende medicatie.
- Te weinig t-cellen na een transplantatie waarbij een deel van de donor lymfocyten voor de transplantatie is verwijderd (T-cel depletie).
Bij een verminderde weerstand is er een grotere kans op het ontstaan van een infectie via de voeding in het maag-darmkanaal.
Voor wie geldt de richtlijn hygiënische voeding?
De richtlijn hygiënische voeding geldt wanneer u:
- preventieve antibiotica gebruikt, de zogenaamde SDD medicatie. Dit is een combinatie van minimaal twee van de volgende medicijnen: Fluconazol®, Ciproxin®, Colistine® of Cotrimoxazol®.
- afweeronderdrukkende medicatie gebruikt: Neoral® en Cellcept®, en/of prednison® (vanaf 0,5 mg/kg/dag).
- een transplantatie hebt gehad waarbij een deel van de donor lymfocyten voor de transplantatie verwijderd is (T-cel depletie). Dit geldt tot 6 weken na het donor lymfocyten infuus (DLI).
Wat is ondervoeding?
Bij ondervoeding is er onbedoeld gewichtsverlies doordat u minder eet dan het lichaam nodig heeft. Ook bij overgewicht kan ondervoeding ontstaan. Het lichaam heeft een tekort aan voedingstoffen. Hierdoor voelt u zich minder goed, verminderen lichamelijke functies en verloopt uw proces van herstel langzamer. Ook hebt u minder spierkracht en meer kans op complicaties.
Richtlijn hygiënische voeding uitklapper, klik om te openen
Wat is de richtlijn hygiënische voeding?
In de "Richtlijn hygiënische voeding" staan adviezen voor een voeding met zo weinig mogelijk ziekmakende bacteriën, gisten en schimmels. Wanneer u zich houdt aan de adviezen in de richtlijn hygiënische voeding, verkleint u de kans op een infectie via de voeding.
Wat zijn de voedingsadviezen bij een verminderde weerstand?
Gebruik geen:
- Rauw vlees, zoals biefstuk, rosbief, carpaccio, tartaar;
- Rauwe of gedroogde vleeswaren zoals filet americain, rosbief, rauwe ham, parmaham, ossenworst, theeworst, boerenmetworst, chorizo, salami, cervelaat, Franse droge worst. Goed verhit zijn deze producten wel toegestaan;
- Leverworst, leverpastei, paté;
- Rauwe vis, zoals rauwe tonijn, sushi. Voorverpakte gerookte vis; zoals gerookte zalm, makreel en paling. Rauwe schelpdieren zoals oester. Haring, dagvers, is toegestaan;
- Zachte rauwmelkse kaas (au lait cru) en rauwe melk. Boerenkaas en schimmelkaas van gepasteuriseerde melk is toegestaan;
- Rauwe/zacht gekookte eieren, de dooier moet gestold zijn;
- Probiotica zoals Yakult®, Vifit®, Actimel®, Activia®.
Hoe gaat u hygiënisch met voedsel om?
Bereiden:
- Groente en fruit goed wassen onder stromend water, deze moeten vers en onbeschadigd zijn. Al gewassen voorverpakte groenten moeten nogmaals gewassen worden. Als u kiemgroenten zoals taugé, tuinkers en alfalfa rauw gebruikt, deze eerst onderdompelen in kokend water.
- Verhit vlees, vis, kip en ei door en door;
- Verhit een van te voren bereid gerecht door en door en maximaal één keer;
- Was voor de bereiding en het eten van de maaltijd de handen;
- Verschoon dagelijks de thee-, hand- en vaatdoekjes;
- Gebruik schoon keukengerei van kunststof, glas of metaal (planken, pollepels);
- Houd vuile en rauwe producten apart van schone en bereide producten. Voorkom dat bacteriën van rauwe op bereide producten worden overgebracht via handen, snijplank, bord of ander keukengerei;
- Ontdooi bevroren vlees in de koelkast of in magnetron. Spoel het dooivocht weg met heet water;
- Veeg gemorst dooivocht weg met keukenpapier;
- Strooi niet zelf met peper, vermijd vooral het inademen van deeltjes (schimmelsporen);
- Pel niet zelf noten, vermijd vooral het inademen van deeltjes (schimmelsporen).
Bewaren:
- Laat melkproducten niet langer dan 2 uur buiten de koelkast staan, gooi deze daarna weg;
- Bewaar bederfelijke producten in de koelkast;
- Koel een gerecht dat niet direct gegeten wordt snel af, bijvoorbeeld in een bak met water;
- Gebruik geen producten die langer dan een uur warm gehouden worden;
- Bewaar een van te voren bereid gerecht maximaal 2 dagen, afgedekt in de koelkast;
- Dek voedsel af, ook in de koelkast.
Hoe lang kunt u voedingsmiddelen bewaren?
- Over het algemeen geldt, hoe korter voedsel bewaard wordt, hoe veiliger.
- Let op de houdbaarheidsdatum en bewaarinstructies op de verpakking.
- Indien op de verpakking een kortere bewaartermijn wordt aangegeven dan in onderstaande tabel dan, houd dan de termijn op de verpakking aan.
Bewaartijden van geopende verpakkingen of producten zonder houdbaarheidsdatum | In de koelkast (4°C) | In de diepvries (max. -18°C) |
---|---|---|
Gesneden en gewassen groenten (ook ongeopend) | 1 dag | 12 maanden (eerst blancheren) |
Bladgroenten (sla, andijvie, spinazie) | 2 dagen | - |
Zacht fruit zoals aardbeien, bessen, bramen, frambozen, kersen | 3 dagen | 12 maanden |
Hard fruit zoals appels en peren | 1 maand | - |
Geopende melkproducten | 4 dagen | - |
Geopende vruchtensappen | 4 dagen | - |
Rauw vlees (rund, kip) | 2 dagen | 9 maanden |
Rauw varkensvlees | 2 dagen | 4 maanden |
Rauw bewerkt vlees (gehakt, hamburger, slavink) | 1 dag | 3 maanden |
Vleeswaren (alleen toegestane soorten) | 1 dag | 3 maanden |
Rauwe magere vis, rauwe garnalen | 2 dagen | 6 maanden |
Rauwe vette vis | 2 dagen | 3 maanden |
Rauwe mosselen | 1 dag | - |
Gebakken vis, gekookte garnalen, gekookte mosselen | 1 dag | 3 maanden |
Zoute haring | 1 dag | 3 maanden |
Gerookte vis (niet voorverpakt) | 2 dagen | 3 maanden |
Rauw ei | 4 weken | - |
Gekookt ei | 1 week | - |
Stuk jonge kaas, smeerkaas, geraspte kaas | 1 week | 3 maanden |
Stuk oude kaas | 2 weken | 3 maanden |
Plakken kaas, zachte kaas | 4 dagen | - |
Brood | 4 dagen | 4 weken |
Broodsalades, zoals huzarensalade en eiersalade | 3 dagen | - |
Bereide soep | 2 dagen | 3 maanden |
Groenten uit blik of glazen pot | 2 dagen | 3 maanden |
Restjes | 2 dagen | 3 maanden |
Gebak met slagroom | 1 dag | 1 maand |
Gebak zonder slagroom | 3 dagen | 3 maanden |
Gebaseerd op de bewaarwijzer van het voedingscentrum juni 2016
Kunt u uit eten gaan?
Vraag na bij eten wat door anderen bereid is (snackbar, restaurant, broodjeszaak) of de voeding voldoet aan deze richtlijn hygiënische voeding. Afhaalrestaurants houden de voeding doorgaans langer dan een uur warm en zijn dan niet geschikt.
Kunt u eten van thuis laten meenemen?
Als u bent opgenomen in het ziekenhuis kunt u een warme maaltijd van thuis laten meenemen. Zorg dat de maaltijd bereid is volgens bovenstaande adviezen. Neem de maaltijd mee in een koeltas met koelelementen. In de afdelingskeuken de maaltijd verhitten (4½ min op 900 W). Roer tussentijds door.
Wat kunt u doen bij ondervoeding? uitklapper, klik om te openen
Risico op ondervoeding
Bij ondervoeding heeft uw lichaam een tekort aan voedingstoffen. Hierdoor functioneert uw lichaam minder goed. Bij ondervoeding voelt u zich minder goed en geneest u trager. Ook hebt u minder spierkracht. Ondervoeding kan ook ontstaan bij overgewicht. U hebt risico op ondervoeding door uw ziekte en door de behandeling. Dit komt doordat uw behoefte aan energie en voedingstoffen is toegenomen of omdat u minder eet. Hierdoor kan gewichtsverlies ontstaan.
Misschien vindt u enkele kilo’s gewichtsverlies prettig omdat u vindt dat u te zwaar bent. Maar gewicht verliezen tijdens ziekte is anders dan gewicht verliezen in een gezonde situatie. Als u afvalt bij ziekte verliest u niet alleen vet, maar ook spiermassa en orgaanmassa. Dat betekent vermindering van allerlei functies in het lichaam. Het is dus belangrijk dat uw gewicht in deze periode stabiel blijft.
Hoe is ondervoeding te constateren?
Om te constateren of u (risico op) ondervoeding hebt, is het belangrijk uw gewicht regelmatig te controleren. Dat is een goede manier om te zien of u voldoende energie uit uw voeding haalt.
Let bij het wegen op de volgende punten:
- Weeg uzelf één of twee maal per week, dat is voldoende.
- Weeg bij voorkeur op hetzelfde tijdstip en op dezelfde weegschaal.
- Wanneer uw gewicht gelijk blijft of stijgt, is de hoeveelheid gebruikte voeding voldoende.
- Daalt uw gewicht onbedoeld? De voeding is dan (nog) niet voldoende.
Bij ondervoeding hebt u meer dan 5% ongewenst gewichtsverlies binnen 1 maand, of meer dan 10% gewichtsverlies binnen een half jaar. Gemiddeld betekent dit een gewichtsverlies van 3 kg in 1 maand of 6 kg in een half jaar. Indien het gewichtsverlies langere tijd aanhoudt, is het verstandig dit met de arts te bespreken. U kunt met de arts of verpleegkundige overleggen of een gesprek met de diëtist zinvol kan zijn.
Wat hebt u dagelijks nodig?
Een goede voeding bevat minimaal:
- 3x een melkproduct;
- een stukje vlees, vis of een vegetarische vleesvervanging;
- een paar plakken kaas of vleeswaren;
- 4x een graanproduct (beschuit, boterham, cracker, muesli, cornflakes);
- 3-4 opscheplepels groente;
- 2 porties fruit of (verse) 100% vruchtensappen;
- 30 g boter, margarine, halvarine of olie
- minimaal 1,5 liter vocht (bijvoorbeeld water, thee, koffie, melk- en melkproducten, vruchtensappen).
Uw energie- en eiwitbehoefte is verhoogd bij:
- recent onbedoeld gewichtsverlies
- behandeling met intensieve chemotherapie
- verliezen van voedingsstoffen zoals bij diarree
- bijkomende complicaties als koorts
Indien u langer dan een week minder eet dan de bovenstaande hoeveelheden, neem dan een algemeen multivitaminepreparaat (bijvoorbeeld Davitamon Compleet Weerstand, Compleet zuigtablet of kauwvitamines®, Dagravit 30 Totaal ® of Supradyn Complex energy ® of huismerken van bijvoorbeeld Etos, Hema en Kruidvat).
Houdt u zich aan het doseringsadvies op de verpakking en gebruik niet meer dan 100% van de ADH (Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid, dit staat op de verpakking ). Supplementen of capsules met visolie (omega 3 en 6) mag u tijdens de chemokuur niet gebruiken.
Hoe kan voeding energie- en eiwitrijker worden?
Algemene adviezen:
- Eet vaker (kleinere) porties, bijvoorbeeld elke 2 uur. Neem tussendoor iets bij de koffie of thee of neem in plaats daarvan melk, yoghurt, kwark, vla of een kant en klaar toetje. Probeer voor het slapen gaan iets te eten;
- Gebruik eiwitrijke producten zoals: vlees, vis, kip, ei, kaas en melkproducten, maar ook peulvruchten, noten en brood;
- Neem altijd de volle variant (volle yoghurt, volle melk, volle vla, roomkwark, Griekse of Turkse yoghurt);
- Neem royaal margarine of roomboter en beleg op brood;
- Voeg ongeklopte slagroom toe aan koffie, chocolademelk, pap, vla, yoghurt;
- Voeg ongeklopte slagroom, crème fraiche, zure room toe aan soep, sauzen, pastagerechten;
- Voeg een extra klontje margarine of roomboter toe aan pap, aardappelpuree, sauzen;
- Voeg een voedingssuiker toe aan pap, vla en yoghurt en andere vloeibare producten. Een voedingssuiker is veel minder zoet dan gewone suiker, daardoor kunt u er meer van gebruiken en levert het meer calorieën. Deze producten (bijvoorbeeld Fantomalt®, Resource Dextrine Maltose® en Dextropur ® zijn te koop bij drogist en apotheek.
Wat kunt u doen bij voedingsproblemen?
Door de chemotherapie of de bestraling kunnen er (tijdelijk) klachten ontstaan zoals een slechte eetlust, smaak- en reukveranderingen, droge mond, pijnlijke mond of keel, misselijkheid en diarree. Het is dan niet altijd gemakkelijk om voldoende energie en eiwit binnen te krijgen. Meestal moet de voeding aangepast worden. Energierijke voedingsmiddelen zoals koek, gebak, kroket, zoutjes en slaatje bevatten vaak veel vet en/of suiker. Deze zijn nu niet ongezond, maar zijn juist nodig om voldoende energie binnen te krijgen.
Slechte eetlust
- Soms gaat vloeibare voeding makkelijker dan vaste voeding;
- Probeer als vervanging van brood eens beschuit, knäckebröd, croissants, krentenbrood, suikerbrood, harde of zachte bolletjes, tosti, geroosterd brood, poffertjes of pannenkoek;
- Vervang brood eens door vla, pap, kwark, nagerecht, (drink)yoghurt;
- Probeer de (verse) vruchtensappen uit het koelvak of drinkontbijt;
- Varieer in de keuze van gerechten;
- Neemt u rustig de tijd om te eten en te drinken;
- Extra aandacht en zorg zijn prettig, maar opdringen en grote porties kunnen soms averechts werken;
- Heldere soep en bouillon kunnen de eetlust opwekken, maar leveren weinig calorieën;
- Een maaltijdsoep (bijvoorbeeld erwten-, bruine bonen- en minestronesoep) of noedelsoep is een goede vervanger van de broodmaaltijd.
Smaak- en reukveranderingen
De behandeling met chemotherapie of bestraling kan een negatieve invloed op de smaak hebben. De mate waarin herstel plaatsvindt, wisselt per persoon. Smaakveranderingen kunnen zich op verschillende manieren uiten: meestal is er sprake van smaakverlies of van een ‘vieze smaak’ die alles overheerst.
- Soms gaan koude gerechten beter dan warme gerechten, deze hebben een minder sterke geur. Neem dan bijvoorbeeld vleeswaar in plaats van warm vlees en een (maaltijd) salade;
- Varieer met voedingsmiddelen. Probeer ook producten die u voorheen niet lekker vond;
- Een vieze smaak kan veroorzaakt worden door te weinig drinken;
- Gebruik zoveel mogelijk voedingsmiddelen met een sterke smaak: pittig, gekruide gerechten;
- Gebruik extra suiker, zout en kruiden om het smaakverlies te compenseren;
- Gebruik smaakmakers zoals mosterd, ketchup, mayonaise, augurkjes of zilveruitjes;
- Wissel de smaken zout, zuur en zoet af om te ontdekken welke smaak het beste bevalt.
Droge mond
De speekselproductie kan ten gevolge van de behandeling verminderd zijn, waardoor een droge mond ontstaat. Hierdoor kan tijdens het eten het voedsel in de mond blijven ‘plakken’.
- Drink iets bij het eten van vast voedsel;
- Gebruik op het brood bij kaas en vleeswaren iets fris zoals komkommer, tomaat, augurk of mayonaise of ketchup;
- Gebruik op het brood smeuïg beleg zoals salades, spread, ragout, roerei, smeerkaas, paté, jam, honing;
- Pap, vla, yoghurt, kwark en drinkontbijt kunnen brood vervangen;
- Doop (geroosterd) brood in de soep;
- Gebruik maaltijdsoepen zoals erwtensoep, bruine bonensoep en minestronesoep. Deze kunnen een broodmaaltijd vervangen;
- Gebruik bij de warme maaltijd royaal jus en saus, mayonaise of appelmoes;
- Probeer smeuïge gerechten zoals aardappelpuree, stamppotten, pasta’s of ovengerechten met veel saus;
- Blijf zolang mogelijk vaste voeding gebruiken, want kauwen heeft een gunstige invloed op de smaak en de speekselproductie.
Pijnlijke mond of keel
- Probeer koude dranken en ijs;
- Laat warme dranken en de warme maaltijd afkoelen tot kamertemperatuur;
- Probeer zachte, smeuïge voeding. Wanneer dit niet meer gaat bent u aangewezen op vloeibare voeding;
- Gebruik op het brood smeuïg beleg zoals salades, spread, ragout, roerei, smeerkaas, paté, jam, honing;
- Gebruik bij de warme maaltijd royaal jus en saus, mayonaise of appelmoes;
- Probeer smeuïge gerechten zoals aardappelpuree, stamppotten, pasta’s of ovengerechten met veel saus;
- Vermijd harde voedingsstoffen zoals noten, korstjes, hardgebakken gerechten;
- Gebruik vaker pap, vla, yoghurt, kwark, toetjes, drinkontbijt;
- Vermijd erg zure, erg zoute en scherp gekruide voedingsstoffen;
- Vermijd citrusfruit, koolzuurhoudende dranken, vruchtensappen, alcoholische dranken en sportdranken.
Misselijkheid
Misselijkheid komt vaak voor bij chemotherapie en kan grote invloed hebben op uw eetlust. De misselijkheid wordt meestal veroorzaakt door uw behandeling en niet door uw voeding. Het kan er wel voor zorgen dat u minder gaat eten. Om er toch voor te zorgen dat u voldoende voeding binnen krijgt, kunt u het volgende proberen:
- Een tekort aan vocht verergert de misselijkheid, dus probeer voldoende te drinken;
- Een lege maag kan de misselijkheid verergeren. Probeer dit te vermijden door regelmatig een kleine portie te eten;
- Een toastje of beschuit eten voor het opstaan kan de misselijkheid verminderen;
- Soms helpt het drinken van koolzuurhoudende dranken;
- Overleg met de arts of medicijnen tegen de misselijkheid u kunnen helpen.
Diarree
Diarree kan een gevolg zijn van de chemotherapie, de bestraling of van antibiotica. Bij diarree wordt de voeding in de darmen niet goed opgenomen en kunnen in het lichaam tekorten aan bepaalde voedingsstoffen ontstaan. De oorzaak van darmklachten ligt aan de behandeling en niet aan de voeding.
Het is dus niet de bedoeling om bij darmklachten over te gaan op een zogenaamde ‘stoppende’ voeding, zoals wit brood, beschuit, rijst, banaan en slappe thee. Deze voeding bevat onvoldoende voedingsstoffen waardoor u zich slapper gaat voelen. Drink dagelijks 2 liter vocht omdat u met de diarree veel vocht verliest.
- Er zijn voedingsmiddelen die de darmklachten doen verergeren. Deze voedingsmiddelen kunt u beter vermijden:
- ui, prei, koolsoorten en knoflook;
- peulvruchten zoals witte- en bruine bonen, kapucijners en linzen;
- grove volkoren producten met hele korrels;
- citrusfruit zoals sinaasappel, citroen, grapefruit en sap hiervan;
- pruimen en gedroogde vruchten;
- noten en pinda’s;
- koolzuurhoudende dranken en bier;
- scherpe kruiden en specerijen;
- sterke koffie;
- ijskoude dranken;
- gefrituurde gerechten.
Wanneer u opgenomen bent in het UMC Utrecht uitklapper, klik om te openen
Voor de broodmaaltijden ontvangt u een assortimentskaart met het aanbod van de broodmaaltijd op de afdeling. Het aanbod van de broodmaaltijden kunt u ook tussendoor vragen, net als het aanbod aan tussendoortjes dat op de achterzijde vermeld is. De warme maaltijd bestelt u via het digitale “Voeding aan bed” systeem. Het aanbod is aangepast aan de richtlijn hygiënische voeding en het energie- en eiwitverrijkte dieet.
Voorbeelden van wat u tussendoor (of tijdens de drankenronde) kunt nemen:
- (Half)volle melk en karnemelk;
- Volle yoghurt, vanillevla, vruchtenkwark, boerenyoghurt, roomijs
- Energie- en eiwitverrijkte havermout-, griesmeel- custard- of rijstepap, warm of koud;
- Beschuit of knäckebröd besmeerd met dieetmargarine of roomboter en belegd met een plak kaas of vleeswaren of brood met salade (bv eiersalade);
- Ontbijtkoek met dieetmargarine of roomboter;
- Warme snack, gevulde koek, pinda’s;
- Appelmoes;
- Kaasblokjes en energieverrijkte vruchtenmoes (worden besteld voor de volgende dag).
U kunt bijvoorbeeld koekjes, chocolade, ijsjes of hartige tussendoortjes zoals chips, zoute koekjes en nootjes door uw bezoek laten meenemen.
Als u moeite hebt met de warme maaltijd kunt u een broodmaaltijd vragen. Ook kunt u de voedingsassistent vragen of er andere mogelijkheden zijn, bijvoorbeeld macaroni Bolognese, pizza, nasi of bami.
Indien u van de verpleging de afdeling mag verlaten, kunt u (onder begeleiding van uw bezoek) in het personeelsrestaurant eten. De voedingsassistente geeft u dan een maaltijdbon voor het personeelsrestaurant. U bent zelf verantwoordelijk voor het kiezen van gerechten die voldoen aan de richtlijn hygiënische voeding. U kunt bijvoorbeeld geen rauwkost nemen.
Voor meer informatie uitklapper, klik om te openen
www.voedingscentrum.nl: Geeft veel informatie over voedselveiligheid
www.voedingenkankerinfo.nl: Geeft veel informatie over voeding en kanker gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek en is een samenwerking van het IKNL en de Universiteit Wageningen.
Contact uitklapper, klik om te openen
Polikliniek Diëtetiek
Het secretariaat diëtetiek is op maandag t/m vrijdag van 8.00 - 12.15 uur en van 13.00 - 16.30 uur bereikbaar. Buiten de genoemde tijden kunt u een bericht inspreken op het antwoordapparaat of een mail sturen. Als u niet op de afgesproken tijd kunt komen, geef dit dan zo vroeg mogelijk aan ons door. Het secretariaat maakt dan een nieuwe afspraak met u. Het e-mailadres kan alleen gebruikt worden voor algemene vragen. In de e-mail mogen geen persoonlijke of medische gegevens staan, omdat e-mailen niet volledig privacy-veilig is.
Als patiënt van het UMC Utrecht hebt u toegang tot het patiëntportaal Mijn UMC Utrecht. U kunt via Mijn UMC Utrecht een bericht sturen naar uw diëtist. U krijgt dan binnen drie tot vijf werkdagen antwoord. U kunt inloggen in het Patiëntportaal Mijn UMC Utrecht met uw DigiD met sms-functie.