AIPOP Angiotensine remmers rondom een operatie
AIPOP Angiotensine remmers rondom een operatie
AIPOP: Angiotensine remmers rondom een operatie: stoppen of doorgaan?
Wij onderzoeken of patiënten die een angiotensineremmer (dit is een soort bloeddrukverlager) gebruiken, dit rondom een operatie kunnen doorgebruiken of beter tijdelijk moeten stoppen. Op dit moment weten wij namelijk niet wat het beste is om een te hoge of juist te lage bloeddruk rond de operatie te voorkomen. Dit is belangrijk om schade aan organen zoals de nieren, het hart en de hersenen te voorkomen.Veel patiënten gebruiken in het dagelijks leven medicijnen tegen een hoge bloeddruk. Eén groep van medicijnen die hiervoor vaak wordt gebuikt zijn de zogenaamde angiotensineremmers, bijvoorbeeld enalapril, lisinopril, fosinopril, candesartan, losartan en valsartan.
Deze medicijnen leiden op de langere termijn tot minder ziekte en overlijden door hart- en vaatziekten. Echter, wanneer patiënten deze medicijnen gebruiken en een operatie moeten ondergaan, kan de bloeddruk rondom de operatie té laag worden. Dan kunnen complicaties optreden die te maken hebben met een te lage bloeddruk. In het ergste geval geeft dat schade aan bijvoorbeeld de nieren, het hart en de hersenen. Aan de andere kant, wanneer het medicijn tijdelijk wordt gestopt, kan juist een verhoogde bloeddruk tot complicaties leiden. Dit kan bijvoorbeeld leiden tot schade aan het hart. Daarom moet vóór een operatie worden afgewogen of deze medicijnen rondom de operatie gewoon ingenomen moeten worden of juist tijdelijk moeten worden gestopt.
Het is een experimenteel onderzoek, waarbij patiënten rondom een operatie tijdelijk stoppen met deze specifieke bloeddrukverlager, of deze doorgebruiken. Voor dit onderzoek zijn in totaal 3200 patiënten nodig uit meerdere ziekenhuizen.
Wat is het doel van het onderzoek uitklapper, klik om te openen
Mogelijk is het beter om deze medicijnen rondom een operatie tijdelijk te stoppen, maar dit is nog onvoldoende duidelijk. Hierdoor verschilt het beleid per ziekenhuis en zelfs per arts: de ene arts stopt het medicijn wel rondom de operatie, en de andere arts geeft het door. Het doel van dit onderzoek is uitzoeken wat beter is (stoppen of doorgaan) en tot de minste complicaties leidt. Dit doen we door één groep patiënten tijdelijk te laten stoppen met het medicijn, en één groep patiënten het medicijn door te laten gebruiken. Vervolgens kijken we in beide groepen hoe het drie maanden na de operatie met deze patiënten gaat en of er complicaties zijn opgetreden.
Wie kan deelnemen aan het onderzoek? uitklapper, klik om te openen
Patiënten die mee kunnen doen:
Alle patiënten die chronisch een angiotensine remmer (zoals deze hierboven zijn beschreven) gebruiken voor de behandeling van een hoge bloeddruk, en die een grote operatie zullen ondergaan kunnen meedoen aan dit onderzoek.
Patiënten die niet mee kunnen doen:
Patiënten die een ernstige nierfunctiestoornis of hartfalen hebben, die recent een hartaanval hebben gehad, die een orgaantransplantatie zullen ondergaan, die bepaalde andere bloeddrukverlagers gebruiken, of die niet zelf hun medicatie beheren kunnen niet mee doen aan dit onderzoek.
Deze criteria worden door de onderzoeker nagelopen. Als u interesse heeft in dit onderzoek, kunt u ook contact opnemen met het onderzoeksteam.
Wat houdt deelname aan het onderzoek in? uitklapper, klik om te openen
Het volgende wordt in dit onderzoek van u verwacht:
Vóór de operatie:
- U vult twee korte vragenlijsten in (digitaal of telefonisch).
- U houdt gedurende één week voor de operatie een medicatiedagboek bij.
- Afhankelijk van de groep waarin u bent ingedeeld, neemt u uw bloeddrukverlager op de dag van de operatie wél of juist niet in.
Tijdens opname rondom de operatie:
- Afhankelijk van de groep waarin u bent ingedeeld, neemt u uw bloeddrukverlager op de twee dagen na de operatie wél of juist niet in.
- Vlak vóór en op de eerste 2 dagen na de operatie wordt er in totaal 3 keer één buisje bloed afgenomen.
Na ontslag uit het ziekenhuis:
- Er wordt één buisje bloed afgenomen de dag dat u op controle komt in het ziekenhuis.
- 4 weken na de operatie vult u een tweetal korte vragenlijst in (digitaal of telefonisch).
- Drie maanden na de operatie vult u vier korte vragenlijsten in (digitaal of telefonisch).
Gedurende drie maanden bewaart u de verpakkingen van uw eigen bloeddrukverlager. U stuurt deze naar ons op in een envelop die u van ons krijgt.
Wie zijn de onderzoekers? uitklapper, klik om te openen
Het onderzoeksteam bestaat uit:
UMC Utrecht
- Dr. Judith van Waes, anesthesioloog (hoofdonderzoeker)
- Prof. dr. Wilton van Klei, anesthesioloog
- Dr. Lynn Miggelbrink, anesthesioloog i.o. en promovendus
- Onderzoeksverpleegkundigen van het Trialbureau Divisie Vitale Functies
Amsterdam UMC
- Prof. Dr. Markus Hollmann, anesthesioloog
- Drs. Eline de Klerk, onderzoeksmedewerker
Antonius Hospital Nieuwegein
- Dr. Eric van Dongen, anesthesioloog
Catharina Hospital Eindhoven
- Dr. Leon Montenij, anesthesioloog
Erasmus Medical Center Rotterdam
- Dr. Felix van Lier, anesthesioloog
Maastricht UMC
- Prof. Dr. Wolfgang Buhre, anesthesioloog
- Dr. Dianne de Korte, epidemioloog
Door wie is het onderzoek gefinancierd? uitklapper, klik om te openen
De verrichter van dit onderzoek is het UMC Utrecht. Het onderzoek wordt uitgevoerd in meerdere ziekenhuizen, en wordt gefinancierd door de overheidsinstantie ZonMw, programma Goed Gebruik Geneesmiddelen (projectnummer 848018007).
Geïnteresseerd in deelname? uitklapper, klik om te openen
Heeft u vragen over het onderzoek of heeft u interesse om mee te doen, dan kunt u contact opnemen met:
- Drs. Lynn Miggelbrink, arts-onderzoeker anesthesiologie
- E-mail: l.a.miggelbrink@umcutrecht.nl
- Telefoon: 088-757 1396 (op werkdagen van 8.00 – 17.00)
Of
- Trialbureau Divisie Vitale Functies:
- Email: AIPOP@umcutrecht.nl
- Telefoon: 088-757 3773 (op werkdagen van 8.00 – 15.00)
Betrokkenheid patiëntpartners uitklapper, klik om te openen
Bovenstaande informatie is tot stand gekomen in samenwerking met ervaringsdeskundigen vanuit het College van Ervaringsdeskundigen van de Harteraad, en vanuit de Patiënten Panel UMC Utrecht.