Terug

Vulvakanker

Patiëntfolder

Dit katern is een onderdeel van het Patiënten Informatie Dossier (PID) gynaecologische kanker en bevat algemene informatie over schaamlipkanker (ook wel vulvakanker genoemd) en de behandeling ervan. De informatie is een aanvulling op de gesprekken met de gynaecoloog en de verpleegkundige. Leest u alles thuis rustig door. Ook voor mensen uit uw directe omgeving kan het nuttig zijn om dit katern te lezen. Als zij meer over uw ziekte weten, is het vaak wat makkelijker om er samen over te praten.

Hoe vaak komt vulvakanker voor?

Vulvakanker komt heel weinig voor. Gemiddeld komen er per jaar in Nederland 400 nieuwe patiënten met vulvakanker bij (Nederlandse kanker- registratie 2014). Ongeveer 80% van alle vrouwen met vulvakanker is ouder dan 65 jaar.

Hoe ontstaat vulvakanker?

Vulvakanker is een kwaadaardig gezwel van de huid van de uitwendige delen van de vrouwelijke geslachtsorganen (schaamlippen, clitoris). Vulvakanker ontstaat doordat de normale celdeling in de huid van de vulva verstoord raakt. Er ontstaan abnormale cellen die zich aanvankelijk goedaardig gedragen (prémaligne cellen) maar na verloop van tijd kwaadaardig (maligne) kunnen worden.

Symptomen uitklapper, klik om te openen

Wat zijn de klachten?

Vrouwen met vulvakanker kunnen de volgende klachten hebben:

  • jeuk en of pijn aan de schaamlippen;
  • een knobbeltje op (één van) de schaamlippen;
  • een wondje dat niet dichtgaat of snel bloedt.

Oorzaken uitklapper, klik om te openen

Er is geen duidelijke oorzaak bekend voor het ontstaan van vulvakanker. Wel zijn er bepaalde omstandigheden waardoor het risico op vulvakanker vergroot is, zoals:

  • Lichen Sclerosus (goedaardige chronische huidziekte), deze patiënten hebben een verhoogd risico van ongeveer 3-5 % op het ontwikkelen van vulvakanker.
  • Infectie met het humaan papilloma virus (HPV). Meestal ruimt het afweersysteem van de mens dit soort virussen zelf op. Bij sommige vrouwen lukt dit echter niet. Dan zorgt het virus voor veranderingen in de cellen van de schaamlippen. Bij een aantal vrouwen leidt dit tot vulvakanker.
  • Andere pre-maligne afwijkingen zoals Morbus Paget.

Vulvakanker blijkt vaker voor te komen bij vrouwen die roken dan bij vrouwen die niet roken. Dit komt vermoedelijk omdat roken de lokale afweer vermindert, waardoor het HPV niet wordt opgeruimd.

Er zijn geen aanwijzingen dat erfelijke factoren een rol spelen bij het ontstaan van vulvakanker.

Onderzoek & diagnose uitklapper, klik om te openen

Aanvullend onderzoek

Als het vermoeden bestaat op vulvakanker vindt altijd aanvullend onderzoek plaats. Op grond hiervan wordt aan u een behandeling voorgesteld. De volgende onderzoeken kunnen plaatsvinden:

  • Stansbiopt
    Om in het weefsel aan te tonen of er sprake is van een kwaadaardigheid wordt er een klein stukje van de afwijking weggehaald (een biopt). De arts zal dan plaatselijk een verdoving inspuiten, het stukje weefsel weghalen en eventueel sluiten met een hechting. Als dit al in een ander ziekenhuis is gebeurd vragen we dat biopt op en wordt het opnieuw beoordeeld.
  • Röntgenfoto (X-thorax)
    Een foto van hart en longen wordt altijd gemaakt.
  • Echo van de liezen
    Vrijwel altijd wordt een echografie van de liezen gemaakt. Dit onderzoek is niet pijnlijk en laat eventuele afwijkingen in de liesklieren zien. Als er een specifieke afwijking wordt gevonden kan de radioloog voorstellen om direct met behulp van een dunne naald, wat cellen op te zuigen voor verder onderzoek. Dit is soms wel even pijnlijk.
  • Bloedonderzoek
    Aan de hand van het bloedonderzoek wordt bekeken hoe het is gesteld met de werking en de conditie van de lever, de nieren en andere organen.
  • CT-scan (computer-tamografie)
    Om een indruk te krijgen van eventuele uitbreiding van de ziekte in de buik wordt een CT scan gemaakt. Dit gebeurt met een computer-tomograaf. Dit is een apparaat waarmee men centimeter voor centimeter gedetailleerde foto’s van het lichaam kan maken. Bij een CT-scan wordt gelijktijdig gebruik gemaakt van röntgenstralen en een computer.
    Terwijl u op een tafel ligt, wordt deze door een soort tunnel geschoven. Terwijl de tafel telkens een stukje doorschuift, wordt er een serie foto’s gemaakt. Voor het maken van goede foto’s is het nodig dat er een contrastvloeistof wordt gebruikt om alles goed in beeld te brengen.
    Tijdens het onderzoek via een infuus in de arm contrastvloeistof toegediend. Dit veroorzaakt vaak een weeïg en warm gevoel.
    Een paar dagen of minimaal 2 uur voorafgaand aan de CT-scan wordt door bloedonderzoek uw nierfunctie bepaald in verband met de uitscheiding van de contrastvloeistof.

Stadiumindeling

Het stadium waarin de ziekte zich bevindt, wordt vastgesteld aan de hand van:

  • De grootte van de tumor;
  • De mate van ingroei in het omringende weefsel;
  • De aanwezigheid van uitzaaiingen in de lymfeklieren of in andere organen.

FIGO stadia

  • I: Tumor beperkt tot vulva of perineum, zonder lymfekliermetastasen,
  • II: Tumor met uitbreiding naar plasbuis en/of vagina en/of anus; zonder lymfekliermetastasen
  • III: Tumor met uitbreiding naar plasbuis en/of vagina en/of anus; met lymfekliermetastasen
  • IIII: Tumor met ingroei in plasbuis, blaas, rectum vastzittend aan het bekken; met lymfekliermetastasen

Multidisciplinair overleg

Alle uitslagen worden in een multidisciplinair team besproken waar onder anderen de gynaecoloog oncoloog, de radiotherapeut, de medisch oncoloog , de radioloog, de patholoog en verpleegkundig specialist/ oncologie verpleegkundige aanwezig zijn. Zij brengen op basis van de gegevens een behandel advies uit, wat aansluitend met u besproken wordt.

Behandeling uitklapper, klik om te openen

De meest toegepaste behandelingen zijn:

  • een operatie;
  • een operatie gevolgd door radiotherapie;
  • chemoradiatie (bestraling gecombineerd met chemotherapie).

Operatie

De operatie, is een gecombineerde ingreep van een lokale radicale excisie met een schildwachtklier-procedure of lymfeklier-verwijdering. De operatie duurt gemiddeld 2 à 3 uur. De patholoog onderzoekt het verwijderde weefsel onder de microscoop en daarvan wordt na ongeveer 8 dagen de uitslag verwacht.

Lokale radicale excisie

Dit is de verwijdering, geheel of gedeeltelijk, van het uitwendige deel van het vrouwelijke geslachtsorgaan. Een lokale radicale excisie is een grote en ingrijpende operatie. Het belangrijkste doel is het volledig verwijderen van de tumor. Daarom wordt de tumor met een ruime rand van het omliggende gezonde weefsel verwijderd. Daarbij is het vaak nodig om een deel van de binnenste- en buitenste schaamlippen en soms ook de clitoris (kittelaar) te verwijderen.

Schildwachterklier-procedure

Kankercellen kunnen zich via het weefselvocht (lymfevocht) naar de lymfeklieren in de liezen verplaatsen. Daarom is het bij vulvakanker van belang om te weten of er uitzaaiingen zijn in de lymfeklieren in de lies. De schildwacht-procedure maakt het mogelijk de belangrijkste lymfeklier op te sporen, die via een lymfevat rechtstreeks in verbinding staat met het kankergezwel. Deze belangrijkste lymfeklier wordt de schildwachtklier, de poortwachterklier of in het Engels de ‘sentinel node’ genoemd. Zo’n klier wordt als eerste aangetast wanneer het gezwel uitzaait via de lymfebanen. Pas daarna worden de overige lymfeklieren aangetast. De schildwachtklier is op te sporen door voor de operatie een blauwe kleurstof en een radioactieve vloeistof rond het kankergezwel in de huid te spuiten. De huid is van tevoren verdoofd met verdovende zalf. De kleurstof en de radioactieve stof verzamelen zich in de schildwachtklier.

De lymfeklier kleurt dan blauw en wordt zwak radioactief. De gynaecoloog kan tijdens de operatie de klier hierdoor beter vinden en verwijderen. De schildwachtklier wordt door de patholoog onderzocht. Mocht hierin een uitzaaiing worden gevonden, dan moet er een aanvullende behandeling plaatsvinden. Meestal zal dan een bestraling plaatsvinden.

Lymfeklier-verwijdering

Wanneer al bij eerder onderzoek is komen vast te staan dat de tumor te groot is of dat er uitzaaiingen in de lymfeklieren van de lies zijn, kan geen schildwachtklierprocedure worden verricht. Dan zullen alle lymfeklieren uit het liesgebied worden verwijderd. Dit noemt men ook wel een lieskliertoilet of lymfeklierdissectie. In het wondgebied van de liezen, waar de klieren zijn verwijderd, plaatst de gynaecoloog na de operatie drains. Deze slangetjes voeren het lymfevocht af, waardoor de wond beter kan genezen.

Mogelijke complicaties van de operatie
Wondinfectie is de meest voorkomende complicatie na de operatie. Zelden treedt er een nabloeding op. Een andere complicatie die voorkomt na een operatie, is een blaasontsteking. Dit komt door de blaaskatheter die u heeft gekregen tijdens de operatie. Indien nodig krijgt u hiervoor antibiotica.

Gevolgen van een lokale radicale excisie

Verandering bij het plassen
Door de operatie kan de uitmonding van de plasbuis anders komen te liggen of verkort worden. Dit kan tot gevolg hebben dat de urinestraal alle kanten op gaat, of dat u moeite krijgt met het ophouden van de urine. Dit laatste kan ook voorkomen als ten gevolge van de operatie er minder steunweefsel is.

Seksualiteit en lichaamsbeeld
De operatie bij vulvakanker kan aanzienlijke gevolgen hebben voor de seksualiteit en voor uw gevoel een volwaardige vrouw te zijn. De kittelaar (clitoris) en schaamlippen hebben een belangrijke functie bij het vrijen en bij zelfbevrediging. Door beschadiging van de zenuwvoorziening naar de huid voelt deze anders aan; soms meer, soms minder gevoelig. Dit kan zich herstellen. Indien de clitoris is verwijderd, zal mogelijk de beleving van het orgasme verdwijnen of veranderen. Meer informatie over seksualiteit en gynaecologische kanker, leest u in hoofdstuk 7.

Gevolgen van een lymfeklierverwijdering

Lymfoedeem
Tijdens de operatie zijn één of meerdere lymfeklieren uit de liezen weggenomen. Hierdoor zal de afvoer van lymfevocht verstoord kunnen raken. Door aanmaak van lymfevocht en verminderde afvloed kan het lymfesysteem uit balans raken en kunnen de benen en/of de schaamstreek dikker worden. Pas als er nieuwe balans is, kan de stuwing afnemen. Meer informatie over lymfoedeem kunt u lezen in het katern Lymfoedeem. Dit katern ontvangt u na de behandeling.

Aanvullende radiotherapie

Bij vulvakanker wordt bestraling doorgaans toegepast als aanvullende (adjuvante) behandeling na een operatie om eventueel achtergebleven kankercellen te vernietigen. Dit is het geval als meerdere lymfklieren van de liezen kankercellen bevatten of als de tumor zich heeft uitgebreid tot aan de rand van het weefsel dat tijdens de operatie is verwijderd en het is niet goed mogelijk om nog een stuk weefsel te verwijderen. De kans op terugkeer van het kankerproces wordt hierdoor verkleind. Door straling kunnen kankercellen worden vernietigd. Kankercellen verdragen straling slechter dan gezonde cellen omdat zij zich niet of nauwelijks kunnen herstellen.

De bestraling moet nauwkeurig gedoseerd worden, zodat de tumorcellen vernietigd worden maar de schade aan gezond weefsel beperkt blijft. De toe te dienen stralingsdosis wordt daarom ook niet in een keer gegeven, maar in kleine porties. Voor veel mensen is bestraling iets angstigs. Straling is niet waar te nemen en niet te voelen en toch doet het iets in het lichaam.

Sommige mensen zijn bang dat ze zullen verbranden door de bestraling of dat ze er zelfs kanker door zullen krijgen. Hebt u vragen of twijfels, ziet u op tegen bestraling, bespreek dit dan met de radiotherapeut (de arts die gespecialiseerd is op het gebied van bestraling). Deze kan u veel informatie geven.

Chemoradiatie (bestraling met chemotherapie)

Soms wordt er gekozen om de tumor direct te behandelen met bestraling. Meestal omdat hij op een plaats groeit waar opereren niet goed mogelijk is zonder onnodig veel schade aan omliggend weefsel aan te richten.

De laatste jaren hebben veel studies geleerd dat bestraling in combinatie met chemotherapie zinvol is. Als iedere week in een kleine dosering chemotherapie wordt gebruikt tijdens de bestraling, reageren de kwaadaardige cellen beter. U krijgt aanvullende informatie indien deze behandeling voor  u van toepassing blijkt.

Leven met uitklapper, klik om te openen

Geneeskansen

Bij patiënten die zijn behandeld voor kanker wordt vaak gesteld, dat men na een periode van vijf ziektevrije jaren vrijwel zeker is van genezing. Het valt echter moeilijk te zeggen wanneer iemand volledig is genezen. In elk geval is de kans dat de ziekte terugkomt kleiner, naarmate men langer ziektevrij is. Patiënten dienen altijd onder controle te blijven om terugkeer van de ziekte vroegtijdig op te sporen.

De kans dat een vrouw van vulvakanker geneest, is afhankelijk van het stadium waarin de ziekte wordt ontdekt. Voor vrouwen bij wie een kleine tumor is weggenomen zonder uitzaaiingen, is na vijf jaar ongeveer 90% in leven.

Zorgkosten uitklapper, klik om te openen

Meer over zorgkosten

Contact uitklapper, klik om te openen

Hebt u vragen over uw afspraak of behandeling?

Polikliniek Gynaecologische oncologie

088 75 694 42

admigon@umcutrecht.nl

De afdeling is bereikbaar van 08.15 - 12.00 uur en van 13.30 - 16.00 uur.

Voor vragen kunt u contact opnemen met de afdeling Radiotherapie.

Polikliniek Radiotherapie

088 75 588 00

poli-radiotherapie@umcutrecht.nl

De afdeling is bereikbaar op werkdagen van 8.00 - 17.30 uur.

Als u een afspraak wilt maken op de polikliniek Medische oncologie hebt u een verwijzing nodig van uw huisarts of specialist.

Polikliniek Medische oncologie

088 75 563 08 

U kunt de polikliniek van 8.00 tot 12.00 uur en van 13.00 tot 17.00 uur bereiken. 
Overige contactgegevens

Acute hulp buiten kantooruren
In de avond en nacht, tijdens het weekend en op feestdagen neemt u contact op met de dienstdoende oncoloog: 088 75 555 55. Vraag naar de dienstdoende oncoloog, de receptie verbindt u dan door.

Second opinion
Bezoekt u deze webpagina omdat u een polikliniek-afspraak wilt maken voor een second opinion? Leest u dan alstublieft eerst de informatie op de webpagina 'Second opinion'.

Verpleegafdeling Gynaecologie (C5 west)

Hebt u vragen? Neem dan contact op met:

  • Opname: 088 755 6446
  • Verpleegkundige afdeling: 088 755 7543

Afspraak maken:

  • Gynaecologie en voortplanting: 088 755 88 80
  • Gynaecologische oncologie: 088 7569442

Bereikbaar op werkdagen van 8:00 - 16:00 uur

Verpleegafdeling Dagbehandeling Medische oncologie

U kunt contact opnemen met de dagbehandeling medische oncologie via het poliklinieksecretariaat, te bereiken van 8.00 tot 12.00 uur en van 13.00 tot 17.00 uur via 088 75 563 08.

Acute hulp buiten kantooruren

In de avond en nacht, tijdens het weekend en op feestdagen neemt u contact op met de dienstdoende oncoloog. U belt daarvoor met het algemene nummer van het UMC Utrecht: 088 75 555 55.

Vraag naar de dienstdoende oncoloog. De receptie verbindt u dan door.

Postadres

UMC Utrecht
Afdeling Medische Oncologie
Huispost B02.226
Postbus 85500
3508 GA Utrecht

Verpleegafdeling Medische oncologie (B2 west)


Verpleegafdeling Medische Oncologie

088 75 562 40

Acute hulp buiten kantooruren

In de avond en nacht, tijdens het weekend en op feestdagen neemt u contact op met de dienstdoende oncoloog. U belt daarvoor met het algemene nummer van het UMC Utrecht 088 75 555 55 en vraagt naar de dienstdoende oncoloog. De receptie verbindt u dan door.

Bedankt voor uw reactie!

Heeft deze informatie u geholpen?
Graag horen we van u waarom niet, zodat we onze website kunnen verbeteren.

Werken bij het UMC Utrecht

Contact

Afspraken

Praktisch

umcutrecht.nl maakt gebruik van cookies

Deze website maakt gebruik van cookies Deze website toont video’s van o.a. YouTube. Dergelijke partijen plaatsen cookies (third party cookies). Als u deze cookies niet wilt kunt u dat hier aangeven. Wij plaatsen zelf ook cookies om onze site te verbeteren.

Lees meer over het cookiebeleid

Akkoord Nee, liever niet