Ingepakte vitamine K alternatief voor injecties

Ingepakte vitamine K alternatief voor injecties

Vitamine K verpakken in minuscule bolletjes kan helpen om ernstige bloedingen bij baby’s te voorkomen. Onderzoekers melden in het vakblad Gastroenterology een belangrijke stap te hebben gezet in de ontwikkeling daarvan. Een alternatief voor injecties met vitamine K komt daarmee een stap dichterbij. De onderzoekers zijn verbonden aan de Universiteit Utrecht, het Wilhelmina Kinderziekenhuis, onderdeel van het UMC Utrecht, en het farmaceutische bedrijf Tiofarma.

for English, click here

Vitamine K is essentieel voor een goed werkende bloedstolling. Pasgeboren baby’s hebben echter vaak een laag gehalte aan vitamine K in hun bloed. Tijdens de zwangerschap wordt de stof beperkt overgedragen aan het ongeboren kind. Om een tekort aan vitamine K te voorkomen, krijgen pasgeboren baby’s daarom extra vitamine K toegediend bij de voeding. Dat is echter niet voldoende voor baby’s die door een leverprobleem vettige stoffen moeilijk kunnen opnemen. Vitamine K is een zeer vettige stof, en een tekort daaraan kan ontstaan bij baby’s bij een verstoorde vetopname. Het tekort kan leiden tot ernstige bloedingen, waaronder hersenbloedingen. De problemen met de vetopname komen doorgaans pas aan het licht als de bloedingen al zijn opgetreden.

Alternatieven voor prikken
Nu wordt vitamine K nog toegediend via druppels, maar het effect daarvan is gering. In Nederland komen nog altijd relatief veel hersenbloedingen bij baby’s voor. De Gezondheidsraad adviseerde daarom vitamine K toe te dienen via injecties. Vorige week maakte staatssecretaris Paul Blokhuis (VWS) bekend het advies op te volgen. Zijn besluit houdt in dat alle pasgeborenen vanaf medio 2022 vlak na de geboorte een eenmalige vitamine K-injectie krijgen.
“Wij laten nu zien dat er alternatieven bestaan”, zegt Thijs Rooimans, promovendus aan de Universiteit Utrecht. “Mensen houden nu eenmaal niet van prikken. Daarnaast is het ook gewoon niet altijd mogelijk om injecties toe te dienen.”

Extreem vettig
De opname van vitamine K in het lichaam is complex, omdat het een extreem vettige stof is die slecht oplost in water. Het heeft altijd een hulpstof nodig om goed opgenomen te kunnen worden. De hulpstof is afkomstig uit de gal, dat wordt uitgescheiden in de darm. De stof en neemt vitamine K op in minuscule bolletjes, ook wel micellen genoemd. Dankzij de micellen kan het lichaam wel vitamine K opnemen. Juist bij een verstoorde vetopname ontbreken die hulpstoffen. Een uitkomst zou zijn om vitamine K en de hulpstoffen oraal toe te dienen in de vorm van micellen. Maar het probleem is dat de hulpstoffen uit de gal dan ineens door de maag moeten, waar maagzuren de micellen onherstelbaar beschadigen.

Moleculaire slingers en galzouten
De onderzoekers vonden twee oplossingen voor dat probleem. De eerste stap was vitamine K ‘voorverpakken’ in micellen gemaakt van galzouten die ook in ons lichaam voorkomen. De onderzoekers vonden een samenstelling van galzouten die bestand is tegen maagzuur. Micellen van deze galzouten blijven intact in de maag, en leveren het ingepakte vitamine K af in de darmen. Daarnaast brachten ze op de buitenkant van micellen een soort moleculaire slingers aan, die voorkomen dat de micellen samenklonteren.

Betrouwbare en stabiele opname
In het vakblad Gastroentorology laten de onderzoekers zien dat hun aanpak werkt in proefdieren met een verstoorde vetopname. “Afzonderlijk zijn beide oplossingen ongeveer even effectief”, zegt Peter van Hasselt, verbonden aan het UMC Utrecht. “Maar als je die twee combineert, wordt de opname van vitamine K in het lichaam stabieler en betrouwbaarder. Het is voldoende om in het bloed vitamine K-waarden te krijgen die relevant zijn.”

Ook voor kankermedicijnen?
Volgens de onderzoekers biedt hun methode ook goede perspectieven voor andere vettige medicijnen. “We onderzoeken nu of hetzelfde lukt bij een antikankermiddel”, zegt Rene van Nostrum, verbonden aan de Universiteit Utrecht. “Kunnen we het middel inpakken, is het dan ook stabiel, en komen de micellen bij de darmen terecht?”
Van Hasselt: “Er staan nog veel vettige medicijnen in de wachtkamer. Die halen het eindstadium van hun ontwikkeling vooralsnog niet, omdat ze moeilijk in het lichaam te krijgen zijn. Het ligt dus voor de hand om te kijken of je deze methode ook kunt inzetten voor deze groep medicijnen.”

Bekijk ook:
> Publicatie
> Advies Gezondheidsraad 2017
> Besluit staatssecretaris Blokhuis 2021

Werken bij het UMC Utrecht

Contact

Afspraken

Praktisch

umcutrecht.nl maakt gebruik van cookies

Deze website maakt gebruik van cookies Deze website toont video’s van o.a. YouTube. Dergelijke partijen plaatsen cookies (third party cookies). Als u deze cookies niet wilt kunt u dat hier aangeven. Wij plaatsen zelf ook cookies om onze site te verbeteren.

Lees meer over het cookiebeleid

Akkoord Nee, liever niet