‘Jullie werk-privé balans is veel beter’
Hoe is het om vanuit het buitenland naar Nederland te verhuizen voor een research-baan in UMC Utrecht? We vroegen het onderzoekers Alex Yermanos (Amerika) en Fanny Boisnard (Frankrijk) van de afdeling Translationele Immunologie. Over internationale verschillen in het wetenschappelijk milieu, cultuurschokken en waarom Fanny elke dag haar eigen lunch meeneemt.
De wetenschap is een nogal internationaal gebeuren – en dat is niet anders bij het UMC Utrecht. Je hoeft alleen maar rond het middaguur door het gebouw te lopen en je hoort waarschijnlijk hoe een groep collega’s van Center of Translational Immunology (CTI) de lunch-gewoontes in hun eigen landen vergelijken met de Nederlandse traditie.
Wie er wint? “Jullie eten … Ik weet niet zo goed hoe ik het moet omschrijven”, peinst Fanny Boisnard, research analist bij CTI en geboren en getogen in het Franse Bordeaux. “Alleen maar koude boterhammen met kaas en boter, en dat elke dag?” Gelukkig vindt ze haar baan hier bij het UMC Utrecht geweldig, sowieso het werken en wonen in Nederland. En het eten – laten we zeggen dat ze het geen probleem vindt haar eigen lunch naar het werk te brengen.
Great gut feeling
We schuiven aan bij Alex Yermanos, universitair docent Computational Immunology bij CTI, in zijn kantoor verderop in de gang. De 31-jarige is geboren in Amerika, maar woonde voor hij naar Utrecht kwam in Zwitserland, waar hij nog steeds (deels) verbonden is aan de ETH Universiteit in Zurich. “Ik was helemaal niet van plan om uit Zwitserland weg te gaan, maar ik zag deze vacature op LinkedIn en besloot in een opwelling te solliciteren”, vertelt hij.
Helemaal uit het niets kwam het ook niet, trouwens. “Een oude kamergenoot van me was al naar Utrecht verhuisd en ik vond het ontzettend leuk hier toen ik hem een keer opzocht.” De waardering werd alleen maar groter toen hij weer terugkwam, omdat hij was uitgenodigd voor persoonlijke kennismaking bij het UMC Utrecht. “Het gesprek was deels een ‘walk & lunch’ – dat had ik nog nooit gedaan, ik liep aan het einde nog steeds met mijn broodje in mijn hand want ik was vooral aan het praten geweest. Op dat moment was het Pride festival in Utrecht bezig, en na mijn tweede sollicitatiegesprek werd ik meegenomen naar een borrel van CTI.” Niet zo verrassend dat hij een ‘great gut feeling’ had over deze nieuwe baan.
Nederlanders praten veel
Maar inhoudelijk is hij ook meer dan blij met zijn werk. "In mijn onderzoek gebruik ik experimentele en computationele methodes om adaptieve immuunreacties bij patiënten te begrijpen, te voorspellen en te ontwikkelen. Zo ontwikkel ik speciale software, en ik maak ook gebruik van bio-informatica en AI om nieuwe behandelingen te ontwerpen en immuunreacties in beeld te brengen." Terwijl Alex in Zwitserland meer fundamenteel en minder patiëntgericht onderzoek deed, voelt hij in het UMC Utrecht echt de mogelijkheid om zijn werk naar de kliniek te brengen. "Ik geniet van de uitdaging om fundamenteel en translationeel onderzoek te integreren. Zo wordt onderzoek directe relevant voor de patiënt. Ook was het voor mij een hele mooie carrièrestap, nu ben ik universitair docent”, besluit hij.
Maar wacht, niet alles kan zo ontzettend goed bevallen, toch? “We vergaderen hier wel meer dan ik gewend was. En aan die ‘weekstarts’ moest ik ook wel wennen: moet dat echt elke week? Maar blijkbaar doen alle teams in het UMC Utrecht ze, en ik zie inmiddels het nut er ook wel van.” Nederlanders houden er echt van om alles te bespreken, heeft Fanny inmiddels ook door. “Behoorlijk wat uren werden elke week in beslag genomen door meetings. Dat combineert niet zo fijn met mijn werk als onderzoekstechnicus: ik kan mijn experimenten niet steeds onderbreken voor een overleg.”
Neem vakantie!
Gelukkig hielp haar leidinggevende haar een weg erin te vinden: welke overleggen ze echt moest bijwonen, en welke minder belangrijk zijn. Het is zomaar een voorbeeld waarom ze de manier van werken hier zo waardeert. “In Frankrijk zou ik veel minder verantwoordelijkheden hebben dan hier. Ik wist helemaal niet wat ik na mijn master wilde doen, want ik vond de academische werkomgeving in Frankrijk niet fijn: hoe mensen met elkaar omgaan, elkaar de maat nemen.” Hier is het anders, zegt ze: “Ik kan heel zelfstandig werken, ik leid mijn eigen projecten en ik geniet van de open, goede discussies met collega’s.” Alex vult aan: “De werk-privé balans is heel goed in Nederland. Ik vind het een relaxte manier van werken: er wordt niet van je verwacht dat je na werk je telefoon blijft checken en je wordt zelfs aangemoedigd om vakantie op te nemen. Dat is heel fijn, zeker vergeleken bij de werkcultuur in Amerika.”
Fanny vond haar weg naar het UMC Utrecht via een baan als au pair in Den Haag, met kinderen die vier talen spraken. “Ik wist dat ik in het buitenland wilde wonen, want ik had al eens een semester in Zweden doorgebracht. En ik vond Nederland erg leuk.” Via een internationaal netwerk raakte ze tijdens een van de bijeenkomsten aan de praat met iemand die hier onderzoek deed, merkte dat de werkomgeving totaal anders was dan in Frankrijk, en bedacht dat de academische wereld misschien toch de plek voor haar was.
Nu onderzoekt Fanny hoe fusie-eiwitten zich ontwikkelen bij de ziektes Q-koorts, ME/cvs en post-covid. Zo hoopt ze op nieuwe inzichten in de werking van immuuncellen om daarmee chronische pijn van patienten met deze ziektes beter te kunnen behandelen. “Ik heb allemaal collega’s uit verschillende landen, dat is echt geweldig. Dat internationale karakter heb je helemaal niet in Frankrijk.”
Padel
Geen echte cultuurschokken dus, voor geen van beide. Alex heeft zijn plek al helemaal gevonden, met hobby’s als fietsen (op zijn eerste dag kocht hij meteen een fiets) en padel, een groot sociaal netwerk en hij spreekt inmiddels ook al een aardig woordje Nederlands. “Ik ben zeker van plan hier langer te blijven. Ik ben mijn onderzoeksgroep aan het opbouwen op een tenure-track positie. En er zijn bij het UMC Utrecht zoveel mogelijkheden om verder te groeien, zowel professioneel als persoonlijk.”
Hetzelfde geldt voor Fanny, sinds kort tot haar vreugde in het bezit van een vast contract, en van ambities om volop te genieten van haar leven in Nederland. “Ik zit enorm op mijn plek met mijn collega’s, en ik kijk ernaar uit om binnen mijn werk meer uitdagingen op te pakken, buiten mijn comfortzone te stappen. Ik weet bijna zeker dat ik hier over 10 jaar nog steeds woon.” Het lijkt erop dat het toch alleen het eten is, waar ze niet aan kan wennen…
Wetenschappelijk onderzoek
Kom je werken bij het UMC Utrecht? Dan kies je voor een interessante werkomgeving waar zorg, onderwijs en onderzoek gecombineerd kan worden. Onderzoek vormt een belangrijke basis van waaruit we de patiënt verder kunnen helpen en daar hebben we jou bij nodig.