Het UMC Utrecht heeft in opdracht van het ministerie van OCW onderzoek gedaan naar de inzet van zelftesten op de middelbare scholen in Nederland. Hierbij hebben zij berekend welke effecten op besmettingen in scholen te verwachten zijn wanneer het onderwijs weer volledig fysiek plaatsvindt. Daarbij is gekeken of inzet van frequent zelftesten en vaccinatie een toename in besmettingen kan tegengaan.
Voor het onderzoek is gebruik gemaakt van gegevens die zijn verzameld in de periode februari tot en met april 2021 bij 46 scholen die deelnamen aan een pilot met risico-gerichte inzet van antigeentesten in school. De berekeningen zijn gebaseerd de situatie in een gemiddelde middelbare school, bestaande uit 944 leerlingen en 72 docenten, verdeeld over verschillende leerjaren zodat een goed gemiddelde van het onderwijs is meegenomen in het onderzoek. Aan de wetenschappelijke publicatie wordt gewerkt, de eerste inzichten worden gedeeld door inzage te geven in de presentatie en toelichting over het onderzoek.
Belangrijkste conclusie is dat door op twee dagen in de week een screening te doen door middel van een zelftest, de verwachte stijging in besmettingen op middelbare scholen fors kan worden teruggedrongen. De mate van deelname aan zelftesten onder leerlingen en docenten bepaalt in belangrijke mate het effect. Zelftesten 2x per week zal naar verwachting een stijging in infecties onder docenten voorkomen wanneer ten minste 50% deelname bereikt kan worden.
Het kabinet heeft op basis van deze resultaten besloten dat de middelbare scholen vanaf maandag 31 mei open mogen en vanaf 7 juni open moeten voor de scholieren met inzet van zelftesten. Op scholen kan de anderhalve meter-regel tussen leerlingen onderling worden losgelaten. Vanzelfsprekend blijft het belangrijk om de basishygiëne maatregelen na te streven omdat die helpen bij het voorkomen van de verspreiding van het coronavirus.