Moedersterfte rondom de zwangerschap en geboorte komt in Suriname relatief veel voor. Waarom dit zo is en wat daaraan gedaan kan worden was het onderwerp van het onderzoek waarop Lachmi Kodan, gynaecoloog Academisch Ziekenhuis Paramaribo, en Kim Verschueren, gynaecoloog in opleiding Haaglanden Medisch Centrum op 17 december promoveren. In hun onderzoek hebben ze moeder- en kindsterfte in Suriname in kaart gebracht, concrete aanknopingspunten geïdentificeerd om dit te voorkomen, en programma’s opgezet om de kwaliteit van zorg te verbeteren.
Het bijzondere aan deze promotie is dat op basis van de resultaten van het onderzoek niet alleen aanbevelingen zijn gedaan maar ook interventies zijn gerealiseerd. Het aantal sterfgevallen door bloedingen is al tijdens het onderzoek daadwerkelijk afgenomen. Essentieel was de samenwerking met een groot team van artsen, verloskundigen, geboortezorgverleners en onderzoekers uit Suriname en Nederland.
Moedersterfte in Suriname is met 130 per 100.000 levende geboortes, een van de hoogste in de Caribisch- en Zuid-Amerikaanse regio. Ondanks het relatief hoge welvaartsniveau in vergelijking met omliggende landen en de beschikbaarheid van verloskundige zorg in het grootste deel van het land. De reden hiervoor was niet duidelijk. De onderzoekers ontwikkelden een praktisch systeem om moedersterfte te indentificeren, te analyseren op de onderliggende oorzaken en deden interventies om die moedersterfte aan te pakken.
Conclusies
Uit dit onderzoek bleek dat er niet één duidelijke oorzaak was, maar verschillende die ook nog eens variëerden door de tijd heen. Hoewel het gemiddelde moedersterfte-cijfer in de afgelopen tien jaar nagenoeg hetzelfde was, veranderde de onderliggende oorzaak. Eveneens bleek dat de meeste moedersterftes plaatsvonden in ziekenhuizen, dat de kwaliteit van de geboortezorg verbeterd moest en kon worden en dat er grote ongelijkheid was tussen vrouwen van verschillende sociaal-economische klasse en etniciteit: vrouwen van Afrikaanse afkomst hadden een grotere kans om te overlijden dan vrouwen van Aziatische afkomst. Terwijl tussen 2010-2014 de meeste vrouwen in het ziekenhuis overleden, stierf tussen 2015 en 2019 bijna de helft van de vrouwen thuis, op de polikiniek of arriveerden zij in zeer slechte klinische toestand in het ziekenhuis.
Betere geboortezorg
Een van de interventies om de kwaliteit van zorg te verbeteren was de oprichting van ‘commissie maternale mortaliteit in Suriname’ (MaMS) in 2015, samen met Surinaamse gezondheidswerkers en het Ministerie van Volksgezondheid. Deze commissie bestaat uit artsen en verloskundigen die elke moedersterfte die plaatsvindt analyseert. Een andere interventie was de ontwikkeling van nationale richtlijnen over de meest voorkomende oorzaken van moedersterfte: ernstig bloedverlies na de bevalling en hoge bloeddruk. Hierbij is de bijdrage van de mensen op de werkvloer essentieel geweest. Deze richtlijnen zijn tijdens twee nationale congressen uitgebreid besproken en getraind. Het aantal gevallen van moedersterfte door bloedingen is de afgelopen vijf jaar met de helft gedaald. Er zijn sterke aanwijzingen dat dit het gevolg is van de toepassing van de richtlijnen en de toegenomen alertheid. Andere interventies tijdens hun promotietraject bestonden uit het verbeteren van het bestaande register voor pasgeborenen (perinatale registratie systeem) in Suriname en het ontwikkelen van een website (www.verloskundesuriname.org) die de richtlijnen en publicaties gratis toegankelijk maakt. Het aantal sterfgevallen door bloedingen is al tijdens het onderzoek daadwerkelijk afgenomen.
De toekomst
Lachmi en Kim zeggen met dit onderzoek en deze interventies belangrijke stappen te hebben gezet om moeder- en kindsterfte te verminderen en de kwaliteit van zorg te verbeteren in Suriname. “Gezien de omvang van de uitdagingen en de noodzaak de verbeteringen duurzaam te laten zijn blijft aandacht en onderzoek in de toekomst nodig. Hierbij is een sterke betrokkenheid en prioritering van de overheid, financiële steun en eigenaarschap van de belanghebbers in Suriname essentieel.”
Global Health
Het onderzoek van Lachmi en Kim is onderdeel van Global Health, een thema binnen het onderzoek, onderwijs en zorg van het UMC Utrecht. Het Global Health onderzoeksprogramma wordt mede ondersteund door het Global Health Fellowship, een beurs die getalenteerde onderzoekers uit lage- en middeninkomenslanden in staat stelt om te promoveren in het UMC Utrecht/Utrecht Universiteit. Lachmi is een van de deelnemers van dit programma. “Deze vorm van samenwerking geeft mogelijkheden om in de toekomst een duurzame samenwerking op het gebied van onderwijs en onderzoek tussen Nederland en Suriname te realiseren.”
Voor meer informatie naar aanleiding van dit bericht kunt u contact opnemen met Lachmi Kodan, lachmikodan@yahoo.com.